De islam (1)

ds. H.G. Koekkoek • 77 - 2001/02 • Uitgave: 22
De wereld na 11 september 2001.
Dreigt er gevaar?
Wat wil de Islam werkelijk?


In Matth. 24 en Luc. 21 spreekt de Here Jezus over de dingen van de toekomst.
Velen die deze gedeelten lezen, denken, dat pas als alle tekenen volkomen aanwezig zijn, de woorden van de Here Jezus vervuld zijn en wij kunnen zeggen, dat de Heer nu spoedig zal wederkomen. De Heer Zelf zei echter, dat wij erop moesten letten als de tekenen zouden beginnen te vervullen Lucas 21:28). Zodra je het begin van de vervulling ziet, moet je je al realiseren, dat de vervulling van Jezus' woorden begonnen is. De Heer zei immers: Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt."

In Zijn afscheidstoespraak op de Olijfberg sprak de Here Jezus profetische woorden over wat enkele tientallen jaren later zou gebeuren, als Jeruzalem verwoest zou worden. Hij sprak ook over wat zou gebeuren als Jeruzalem na lange tijd in de macht van heidense volken te zijn geweest, weer in handen van de Joden zou terugkeren. De Heer kondigde aan, dat als Jeruzalem weer een Joodse stad zou zijn, dit een machtig teken zou zijn, dat wij in de laatste fase van de wereldgeschiedenis terechtgekomen zouden zijn en dat er daarna angstaanjagende gebeurtenissen zouden plaatshebben.

Toen de Here Jezus dit zei, waren het land Israël en de stad Jeruzalem al meer dan 600 jaar onderworpen aan heidense overheersers. Het land zou daarna nog eens 1900 jaar onderworpen blijven aan heidense overheersers, om daarna weer in Joodse handen terecht te komen. De stad Jeruzalem zou op een eigen tijdsmoment ook losgemaakt worden van heidense overheersers. Hoewel weinig mensen konden geloven, dat deze woorden van de Here Jezus eens letterlijk in vervulling zouden gaan, hebben wij in 1948 meegemaakt, dat er een eind kwam aan de heidense overheersing over het land Israël. Vervolgens maakten wij in 1967 mee, dat ook de stad Jeruzalem weer in Joodse handen kwam. Daarmee gingen twee belangrijke profetieën van de Here Jezus letterlijk in vervulling.

De letterlijke vervulling van deze profetische woorden van de Here Jezus maken ons duidelijk, dat wij mogen verwachten, dat andere uitspraken die Hij in dezelfde toespraak deed en die even nauwkeurig werden aangekondigd als de eerder genoemde, ook letterlijk in vervulling zullen gaan. Deze woorden van de Here Jezus gaan over het feit, dat het herstel van het Joodse volk als zelfstandig volk - nota bene na 2500 jaar - en de terugkeer van de stad in Jeruzalem in Joodse handen, de aankondiging waren, dat de eindtijd begonnen was en dat wij ons moeten gereedmaken voor de wederkomst van de Here Jezus.

DE GRUWEL OP DE TEMPELBERG
De Here Jezus kondigde aan, dat er op de tempelberg een gruwel zou staan, die de oorzaak zou zijn van veel verwoesting in Jeruzalem. Terwijl de tempelberg de heilige plaats was, waarvan God Zelf gezegd had, dat deze gereserveerd moest zijn voor Zijn tempel, hebben de islamieten hier twee gebouwen neergezet: de Dom van de Rots en de Al Aksa moskee. In deze moskee worden regelmatig op vrijdag de moslims opgeroepen om de strijd met de Joden aan te binden en hun land te verwoesten. Wat eeuwen lang een vraag geweest is, hoe deze gruwel tot verwoesting zou kunnen lijden, is in onze tijd voor onze ogen werkelijkheid geworden.

OPSTAND
De Here Jezus had aangekondigd, dat in de tijd die aan Zijn wederkomst vooraf zou gaan de ene bevolkingsgroep in Israël in opstand zou komen tegen de andere bevolkingsgroep. Met name sinds het begin van de laatste intifada hebben wij gezien, hoe deze profetie letterlijk in vervulling is gegaan. 'Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk." (Mattheus 24:7) "Volk" is de weergave van een woord dat "etnische bevolkingsgroep" betekent. Het is dus niet hetzelfde als het woord dat met "koninkrijk" vertaald is, omdat het woord koninkrijk slaat op een geheel land. Het gaat duidelijk over een bevolkingsgroep die tegen de andere bevolkingsgroep in opstand zal komen.

De profeet Zacharia had aangekondigd dat in de tijd als Israël uit de verstrooiing uit de landen van de wereld zou zijn teruggekeerd, ook het oude volk van de Filistijnen zou terugkeren. Ook had hij aangekondigd, dat ze weer in hun oude gebied zouden wonen, namelijk de Gazastrook. Zelfs had hij aangekondigd, dat ze er als een bastaardvolk zouden wonen en dus niet zouden behoren bij de Joden en niet zouden behoren bij de Arabieren. `Dan zal een bastaardvolk in Asdod wonen, en Ik zal de trots der Filistijnen uitroeien." (Zacharia 9:6)

Dit alles leek een onmogelijkheid, omdat er in de wereld geen Filistijnen meer waren. Toch zijn ze er weer. Wij noemen ze Palestijnen. Zelf noemen ze zich Filistijnen. Hoewel de nieuwe Filistijnen niet een voortzetting vormen van de oude Filistijnen uit de tijd van het Oude Testament, worden deze mensen door de Bijbel toch als Filistijnen aangeduid, terwijl zij zichzelf ook Filistijnen noemen. De F en de P zijn namelijk gelijk. Dus als Jasser Arafat zegt, dat zijn mensen Pilistijnen zijn, zegt hij gewoon, dat ze Filistijnen zijn.

Deze nieuwe Filistijnen vormen inderdaad een aparte bevolkingsgroep in het land en ze zijn al jaren in opstand tegen Israël.

Ook worden ze met de nek aangekeken door onder andere Egyptenaren, Jordaniërs, Syriërs. Ze horen niet bij de Joden en ze horen niet bij de Arabieren. Juist ook de Arabieren bezien hen als bastaards! Niet voor niets zijn ze op "Zwarte September" uit Jordanië verdreven, waarbij de Jordaniërs een groot aantal Palestijnen gedood hebben. Ze zijn ook uit Syrië en Libanon verdreven.

De Bijbel bewijst, dat Hij waar en betrouwbaar is. De woorden die de Here Jezus uitgesproken heeft, maken dit duidelijk. Net zoals de verwoesting van Jeruzalem en het herstel van het volk en het weer in Joodse handen komen van Jeruzalem letterlijk in vervulling gingen, zo zullen de andere woorden van de Heer ook letterlijk in vervulling gaan.

De Bijbel kondigt echter ook aan, dat de moderne Filistijnen eens tot geloof in de God van Israël zullen komen. 'Dan zal een bastaardvolk in Asdod wonen, en Ik zal de trots der Filistijnen uitroeien. Ik zal hem het bloed uit de mond verwijderen en de gruwelen van tussen zijn tanden, en dan zal ook hij overblijven voor onze God, zodat hij zal zijn als een stamhoofd in Juda, en Ekron als een Jebusiet." (Zacharia 9:6.7) Rashi meent, dat dit betekent, dat er een eind zal komen aan het bloedvergieten door de eindtijd Filistijnen. Zij zullen ophouden moorden in Israël te plegen. Zij zullen zich zo veranderen, dat ook zij God zullen dienen en in vrede temidden van de Joden zullen wonen, zoals ook eens de Jebusieten in vrede bij de Joden leefden.

ANGST
Velen vragen zich af of de Bijbel ook iets te zeggen heeft over de gebeurtenissen van onze dagen. Eén van de opmerkelijke uitspraken van de Here Jezus in dit verband is het feit, dat er een keer een enorme angst en onzekerheid zal komen onder alle mensen van alle volken op de gehele aarde. De Nieuwe Vertaling spreekt over "radeloze angst", terwijl de Staten Vertaling spreekt over "twijfelmoedigheid". Het wil zeggen dat mensen in angst zullen leven, dat ze het psychisch benauwd zullen hebben. De Heer zegt hier, dat de mensen bang zullen zijn dat ze overgeleverd zullen zijn aan machten, die ze niet in bedwang kunnen houden. Er zal grote angst en onzekerheid zijn. Mensen zullen niet weten, wat ze van de toekomst moeten denken of verwachten. Mensen zullen gespannen zijn. De schrik zal er goed in zitten.

Wonderlijk is het om te moeten lezen, dat de Here Jezus vervolgens zei, dat Zijn volgelingen geen angst hoeven te hebben. Ze hoeven niet in paniek te raken. Er is voor hen geen reden om dezelfde angst te hebben als de mensen die niet gelovig zijn. Terwijl de niet-gelovigen dreigen de moed te verliezen en het hoofd laten zakken, zegt de Heer, dat Zijn volgelingen juist nieuwe moed moeten putten uit de gebeurtenissen en daarom omhoog naar de hemel moeten kijken. De komst van de Here Jezus zal hen niet verschrikken of beangstigen, maar hen juist aanspreken en hen doen uitkijken naar de wederkomst van de Heer.

De gelovigen zullen geen angst of onzekerheid hoeven te hebben. Er is geen minister president die hen met loze woorden in slaap sust, maar er is een God in de hemel - nee, die hen niet in slaap sust, maar hen juist doet opkijken en naar de komst van de Here Jezus doet uitkijken. Hoe groter de onrust op aarde en hoe meer de situatie op aarde verslechtert, des te meer gaan de gelovigen zich uitstrekken naar het grote moment van Jezus komst. Dat betekent niet, dat ze blij zijn met wat er op aarde gebeurt. Het betekent niet dat ze zich verheugen in het leed van anderen. Natuurlijk niet. Het betekent, dat God gaat ingrijpen in het wereldgebeuren en dat er eindelijk een einde komt aan al het oorlogsgeweld, aan alle leed en ellende. Jezus zal komen om vrede en rust te brengen. Daar kijken de gelovigen naar uit. Dat verheugt hen. Ze weten, dat de komst van de Here Jezus de gehele aarde ten goede zal komen.

11 SEPTEMBER 2001
11 september 2001 is een datum, die velen niet snel zullen vergeten. Velen zagen het dezelfde middag nog op TV: het World Trade Centre in New York werd door islamitische terroristen aangevallen. Duizenden mensen vonden de dood. Overal was rouw, droefheid, verslagenheid en angst. Overal spraken mensen met elkaar over wat gebeurd was. Telkens weer zeiden mensen, dat de wereld nooit meer hetzelfde zal zijn.

Grote gevolgen waren er. Velen durfden niet meer te vliegen. Veel mensen hadden angst, dat terroristen nu ook in ons land zouden toeslaan. In de hele wereld was angst voor aanslagen met vliegtuigen, antrax, pokken, atoom-bommen in koffers, enz. Velen hadden zelfs angst dat wij spoedig in de derde wereldoorlog verwikkeld zouden raken. De toekomst is onzeker geworden. Kun je nog wel een huis kopen? Kun je nog wel een vakantiereis naar bepaalde landen boeken? Velen waren bang voor iets, dat ze haast niet konden definiëren. De woorden van politieke leiders, als zou er geen reden tot angst en paniek zijn, hielpen weinig. De ouderen hadden voor de Tweede Wereldoorlog dezelfde geluiden gehoord. Ze mochten toen ook rustig gaan slapen, want er zou geen oorlog komen, maar hij kwam wel.

(Wordt vervolgd)

ds. H.G. Koekkoek