De internationale kredietcrisis (2)

Feike ter Velde • 88 - 2012 • Uitgave: 17
De internationale schuldencrisis, met als gevolg de economische teruggang wereldwijd, begon op de Amerikaanse huizenmarkt, maar sloeg al gauw over naar Europa en ook naar Nederland. Banken dreigden om te vallen, omdat enorme bedragen moesten worden afgeschreven. Ook hier bleek een groot aantal hypotheken op huizen niet meer houdbaar. De hoeveelheid geld dat banken zo gretig hadden uitgeleend aan klanten die onvoldoende garantie konden bieden voor het opbrengen van rente en aflossing bleek gevaarlijk hoog. De banken, ook in Nederland, hadden hoog spel gespeeld en… verloren!
Ons spaargeld en onze pensioenen liepen direct gevaar. De overheid greep snel in met bankensteun. Hoe nu verder in Europa?


Veel mensen, in navolging van sommige politieke partijen, roepen heel hard dat we de banken moeten laten bloeden: eigen schuld, dikke bult! Dat klinkt wel grappig, maar het zou heel dom zijn. Particulieren en bedrijven hebben hun spaargeld en hun vermogen weggezet op die banken. Die stoppen dat niet in een ouwe sok, maar gaan daarmee de kapitaalmarkt op, om van één euro twee euro’s te maken. Dat is hun taak. Maar het toezicht daarop door De Nederlandse Bank is onvoldoende gebleken. Het moet echter worden gezegd, dat heel de samenleving in een soort van droomtoestand was terecht gekomen en dat we dachten dat de financiële bomen tot in de hemel zouden doorgroeien. We zijn allemaal hard op de grond neergekomen en uit de droom ontwaakt! Hoe nu verder?
Laten we Europa maar verlaten, de Euro gedag zeggen en terugkeren naar de gulden; laten we lekker op ons Nederlandse ‘eiland’ genieten van onze bestaande welvaart. Politieke partijen aan de linkse en rechtse randen van het centrum schreeuwen om het hardst. Christenen doen daar soms ook aan mee. In een democratie, waar we straks ook weer mogen stemmen, hebben we allemaal onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Natuurlijk kunnen we niet voor een Europese superstaat zijn. Maar kretologie heeft nog nooit wat opgelost. Dus wat dan?
Het antwoord op die vraag moet komen van de overheid, van de nationale kabinetten en van de Europese Commissie. Er werden plannen gemaakt om de schuldencrisis te lijf te gaan en de economie te stimuleren. Werkgelegenheid scheppen is daarbij een belangrijk onderdeel. Mensen verloren namelijk massaal hun baan, konden de hypotheek niet meer opbrengen en moesten hun huis uit. Dat is opnieuw een probleem voor de desbetreffende bank, die op zo’n huis groot verlies lijdt, want het moet worden verkocht. De prijzen zijn al aanzienlijk gedaald, gemiddeld tussen de tien en vijftien procent. Op de meeste huizen wordt bij gedwongen verkoop door de bank tienduizenden euro’s verlies geleden. Bij verdere verslechtering van de economie en daardoor groeiende werkeloosheid groeit ook dit probleem van de banken!

Politieke eenheid?
Iedereen kan begrijpen dat dit probleem niet gering is. Dat hebben wij niet alleen in ons land, maar ook alle andere Europese landen hebben ermee te kampen. Binnen de Eurozone, dus de landen die de Euro hebben, wordt er centraal naar oplossingen gezocht, ook om de Euro overeind te houden. Daartoe worden landen, dus regeringen, maar ook banken ondersteund met overheidsgeld. De noordelijke Eurolanden steunen de zuidelijke landen, zoals Griekenland, Italië, Spanje en Portugal. Eerder ook al Ierland. Dat is ook eigen belang, want banken en financiële instellingen zijn door elkaar heen met elkaar verbonden, ondoorzichtig als de achterkant van een borduurwerk. Maar die verwevenheid betekent dat als Griekenland uit de Eurozone stapt, andere Europese banken daar voor miljarden mee het schip in gaan. Erbij houden van die zwakke landen is dus een belangrijke optie, ook voor onze banken. Of dat gaat lukken moeten we afwachten.
Er is grote druk op politici om van de Eurozone en van de Europese Unie een grotere politieke eenheid te maken. Nu is het niet meer dan de som van afzonderlijke landen. Politici durven niet verder te gaan in het nemen van maatregelen, omdat ze op een gegeven moment weer moeten worden herkozen. Een politieke Europese eenheid heeft die zwakke schakel minder. Maar daar komen nationalistische groepen en bepaalde politieke partijen dan weer tegen in het geweer en maken er een punt van bij verkiezingen. Wie van zijn eigen geschiedenis en van zijn eigen land houdt, stapt daarin makkelijker mee. Toch moet iedereen daar goed over nadenken, ook ieder Nederlander. Het gaat namelijk niet alleen over Nederland, maar over heel Europa. Dit continent heeft een lange geschiedenis van heel veel bloedige oorlogen. Wij zochten eerst de samenwerking met België en Luxemburg, waardoor de Benelux ontstond. Zo’n vijftig jaar geleden hebben wij, de Benelux, samenwerking gezocht met Duitsland, Frankrijk en Italië. Dat leidde tot snellere en grotere economische groei en meer politieke stabiliteit in Europa. De Europese Unie bestaat nu uit zevenentwintig landen. Ook landen in Zuid-Amerika, Afrika en Azië realiseerden eenzelfde verbond van landen.

Verantwoordelijkheid nemen
Nu wij in dit verbond van landen, de EU dus, zitten, moeten we met elkaar ook onze problemen oplossen. Nu er problemen zijn gerezen, zijn veel Nederlanders minder enthousiast geworden over Europese samenwerking en de wil om samen de problemen op te lossen. Als we ze niet oplossen, kunnen we grote sociale onrust in tal van Eurolanden krijgen, met alle kwalijke gevolgen van dien. Vooral christenen behoren niet mee te doen aan kretologie en leeg geschreeuw, maar behoren verantwoordelijkheid te nemen voor het leven in een vredig Nederland en een vredig Europa.
Europa wordt uiteindelijk het rijk van de antichrist, zoals we weten uit het Profetisch Woord. Maar als we naar ons eigen land kijken, dan is juist Nederland een voortrekker in Europa en in de wereld op het gebied van immorele wetgeving, als bijvoorbeeld abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Om die reden hoeven we niet tegen Europa te stemmen. De conservatieve krachten in Europa om dit soort wetgeving tegen te houden zijn misschien nog wel groter dan, verhoudingsgewijs, in Nederland. De geboden van God worden in ons land publiekelijk met voeten getreden en we noemen dat ‘progressief’. Dat dit tienduizenden mensenlevens per jaar kost interesseert de progressieven niet.
Laten we er vooral op toezien, dat we verantwoordelijk stemmen als het zover is. De steun aan Zuid-Europese landen is ook steun aan gezinnen daar die moeten rondkomen, aan afgestudeerde jongeren die geen baan kunnen vinden, aan zorgkosten voor mensen die ziek zijn. Kretologie helpt die mensen niet, wel een gezonde sociale en verantwoordelijke politiek van onze politieke leiders. In september moeten we die zelf kiezen!

Feike ter Velde