De Herre 'tegemoet' in de lucht

Joop Schotanus • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 15
Er kunnen verschillende redenen zijn om iemand tegemoet te gaan. Je krijgt visite en je weet de weg waarlangs deze visite bij je komt en je neemt de beslissing om hen alvast tegemoet te gaan. Het kan een fijn gevoel geven om zo onthaald te worden. In Handelingen 18:15 kwamen de broeders Paulus zo tegemoet. Of je wordt volgens afspraak opgehaald om ergens naar toe te gaan en je gaat degene die je uitgenodigd heeft en ophaalt alvast een eindje tegemoet om ergens op een geschikte plaats bij hem of haar in de auto te stappen om naar zijn huis te gaan.

MEER DAN ÉÉN BETEKENIS
De afgelopen tijd komen we in verschillende geschriften en studies een bepaalde uitleg tegen over de betekenis van het woordje 'tegemoet'. Men geeft hieraan dan uitsluitend de uitleg van het iemand ontmoeten om hem te verwelkomen en binnen te halen. Hiermee probeert men dan de gangbare betekenis van 1 Thess. 4 aangaande 'de opname van de Gemeente' uit te sluiten. Het zou dan inhouden dat wij de Here tegemoet gaan om Hem binnen te halen op deze aarde en niet dat Hij ons binnenhaalt. De voorstanders van deze uitleg gaan er van uit dat er voor dat tegemoet gaan maar één betekenis mogelijk is. Dus om iemand binnen te halen. Het tegemoet gaan kan natuurlijk evenzeer betekenen dat wij de Here tegemoet gaan, omdat Hij ons ophaalt.

HET INITIATIEF LIGT BIJ DE HERE
'Ik kom weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt waar ik ben' (Joh. 14 :1-3). In eerste instantie gaan we naar de Here toe. Dan bezitten we een lichaam dat niet meer afhankelijk is van tijd en ruimte. Niet omdat wij het initiatief genomen hebben Hem tegemoet te gaan, maar omdat Hij ons wegrukt uit waar wij zijn. Dat is de betekenis van het weggevoerd worden. Daarvoor moet de Here eerst het vernederd lichaam van de dan levende gelovigen veranderen, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt hemelse lichaam. Dit zal ook gebeuren met de in Christus 'ontslapenen', die deel zullen hebben aan de eerste opstanding en van tussen de overige doden uit Hem tegemoet zullen gaan. Dit moeten we niet verwarren met de tweede opstanding uit Openbaring 20:11-15.

WAAR GAAT HET NAAR TOE?
In eerste instantie gaan we dus naar een Hemelse toestand in de lucht. Voor de in Christus ontslapenen is het een weder brengen naar Hem, maar nu met een verheerlijkt lichaam, herschapen vanuit de kiem van het oude aardse misschien al ogenschijnlijk vergane lichaam. Vooraf aan dit gebeuren spreekt Paulus van een uit het lichaam, bij de Here in te wonen. De meningen zijn verdeeld over de duur van de periode, die er ligt tussen dit gebeuren en de komst van Christus om Zijn koninkrijk op te richten. Er wordt in 1 Thess. 1 gesproken van een verwachting van de wederkomst van de Here Jezus 'die ons verlossen zal van de komende toom' . Elders (in Openbaring 3) wordt dit genoemd 'een bewaard worden voor de ure der verzoeking, die over de hele wereld zal komen'. Eén ding is zeker: Wij zullen altijd bij de Here wezen.

PAROUSIA
Wij zullen bij de Here zijn bij Zijn komst voor de Gemeente en bij Zijn verschijning met de Gemeente. De Here komt eerst voor Zijn Gemeente en dan verschijnt Hij met Zijn Gemeente in heerlijkheid om Zijn koninkrijk op te richten. Op de wereld waar Hij en Zijn volgelingen de smaad hebben gedragen, daar zullen Hij en de Zijnen verheerlijkt worden. Wij zullen met Hem op aarde zichtbaar worden en dat is de Parousia (Col. 3:4:2 Thess. 3:10; Zach.14:5).

MILLENNIUM
Het woord 'millennium' komt uit het Latijn en betekent een periode van duizend jaar (Openbaring 20:6). Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding, over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, een millennium lang. Hiermee zal er een einde komen aan de toenemende afval uit onze bedeling (Micha 4 en Jesaja 11). Christus' komst is het enige dat een einde kan maken aan de afgang van onze bedeling. Hij zal komen wanneer de wereld Hem heel hard nodig heeft en de tegenstand tegen Hem juist het felst is. Wij staan dan in letterlijke zin al helemaal aan Zijn kant en mogen daarom optimistisch zijn.

Joop Schotanus