De Here Jezus wil ons erbij hebben - Spr. 8:30,31)
‘Ik was Zijn lieveling (troetelkind), een bron van vreugde, elke dag opnieuw. Ik was altijd verheugd in Zijn aanwezigheid, vond vreugde in zijn hele aarde en was blij met alle mensen’ (Spreuken 8:30,31).
Wat een liefde was er in de eeuwigheid! En die hield niet op toen Jezus mens werd. Johannes 1:18 vertelt ons dat de Here Jezus aan de boezem, het hart van de Vader is. Merk op dat er staat ‘is’ en niet ‘was’. Die intieme liefdesrelatie tussen de Vader en de Zoon is van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Laten we maar eens naar het moment gaan waarop de Here Jezus gedoopt wordt. Als Jezus uit het water komt en op de oever van de Jordaan staat, gebeurt er iets adembenemends: de hemel gaat open en God spreekt met luide stem: ‘Gij zijt Mijn Zoon, de geliefde; in U heb Ik Mijn welbehagen’ (Marcus 1:9-11). Wat moet dat een groots moment zijn geweest!
Dan maken we een grote sprong en belanden op de berg waar Jezus verheerlijkt wordt. Petrus, Jakobus en Johannes zijn erbij als de Here Jezus voor hun ogen verandert. Zijn gezicht schijnt als de zon en Zijn kleren worden wit als helder licht. En ze zien Mozes en Elia met Jezus praten. Plotseling verschijnt er een stralend witte wolk boven hen waaruit Gods stem klinkt: ‘Deze is Mijn Zoon, de geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!’ (Matteüs 17:5). Het is om kippenvel van te krijgen.
Lieve mensen, beseft u wel hoeveel de Here Jezus opgaf voor ons? Niet de liefde van de Vader, die blijft voor altijd, maar wel alle heerlijkheid die Hij bij Hem in de hemel had. Jezus verliet de heerlijke hemel om een grote en grootse taak te vervullen op aarde die Hij helemaal heeft volbracht!
In het Hogepriesterlijke gebed zegt Hij tegen Zijn Vader: ‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. En nu, verheerlijkt Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid die Ik bij U had, eer de wereld was’ (Johannes 17:4).
Maar het gaat verder. De Here Jezus wil in die heerlijkheid ons erbij hebben! Iets verderop zegt Hij: ‘Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging van de wereld’ (Johannes 17:24).
Wat hebben we veel om naar uit te kijken. Het beste komt nog!
Els ter Welle
Wat een liefde was er in de eeuwigheid! En die hield niet op toen Jezus mens werd. Johannes 1:18 vertelt ons dat de Here Jezus aan de boezem, het hart van de Vader is. Merk op dat er staat ‘is’ en niet ‘was’. Die intieme liefdesrelatie tussen de Vader en de Zoon is van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Laten we maar eens naar het moment gaan waarop de Here Jezus gedoopt wordt. Als Jezus uit het water komt en op de oever van de Jordaan staat, gebeurt er iets adembenemends: de hemel gaat open en God spreekt met luide stem: ‘Gij zijt Mijn Zoon, de geliefde; in U heb Ik Mijn welbehagen’ (Marcus 1:9-11). Wat moet dat een groots moment zijn geweest!
Dan maken we een grote sprong en belanden op de berg waar Jezus verheerlijkt wordt. Petrus, Jakobus en Johannes zijn erbij als de Here Jezus voor hun ogen verandert. Zijn gezicht schijnt als de zon en Zijn kleren worden wit als helder licht. En ze zien Mozes en Elia met Jezus praten. Plotseling verschijnt er een stralend witte wolk boven hen waaruit Gods stem klinkt: ‘Deze is Mijn Zoon, de geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!’ (Matteüs 17:5). Het is om kippenvel van te krijgen.
Lieve mensen, beseft u wel hoeveel de Here Jezus opgaf voor ons? Niet de liefde van de Vader, die blijft voor altijd, maar wel alle heerlijkheid die Hij bij Hem in de hemel had. Jezus verliet de heerlijke hemel om een grote en grootse taak te vervullen op aarde die Hij helemaal heeft volbracht!
In het Hogepriesterlijke gebed zegt Hij tegen Zijn Vader: ‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. En nu, verheerlijkt Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid die Ik bij U had, eer de wereld was’ (Johannes 17:4).
Maar het gaat verder. De Here Jezus wil in die heerlijkheid ons erbij hebben! Iets verderop zegt Hij: ‘Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging van de wereld’ (Johannes 17:24).
Wat hebben we veel om naar uit te kijken. Het beste komt nog!
Els ter Welle