De Here Jezus staat centraal in het herstel van Israel

Bert van Twillert • 89 - 2013 • Uitgave: 2
Dr. Steven Paas sr. heeft een Engelstalig boek geschreven ‘Christian Zionism Examined’ dat ook in Nederland veel stof heeft doen opwaaien. Daarover werd geschreven in diverse christelijke kranten en bladen. Ongewild werd ook Het Zoeklicht in deze discussie genoemd. Broeder Bert van Twillert reageerde op aantijgingen die richting Het Zoeklicht gedaan werden. Deze reactie werd niet door de kranten opgenomen, daarom bieden wij zijn reactie graag aan onze lezers aan. Een duidelijk en Bijbels gefundeerd betoog aangaande de toekomst van Gods volk Israël en een weerlegging van de bewering dat wij Jezus Christus niet centraal zouden stellen.

Vals beschuldigd
De beschuldigingen die dr. Steven Paas uit aan het adres van christenen die geloven in een vervulling van Gods beloften aan Abraham en David, doen pijn. Die beschuldigingen kloppen trouwens niet, ze zijn ook niet wáár. Het is slechts de mening van iemand die een totaal andere visie en uitleg heeft van de Bijbelse profetieën. Die vrijheid heeft ieder. Maar om te beweren, dat christenen die geloven dat God letterlijk Zijn beloften aan Abraham en David zal gaan vervullen, de Here Jezus niet centraal in hun denken zouden hebben, is ronduit misplaatst. Ik heb nog nooit iemand gesproken bij Het Zoeklicht die de vervulling van Gods beloften belangrijker vindt dan de Here Jezus Christus Zelf. Maar áls werkelijk de Here Jezus Christus en Zijn woorden het belangrijkste voor je zijn, dan is Hij meer dan Augustinus, meer dan de kerkvaders, meer dan een theorie of theologie. En als Hij zegt dat Gods beloften aan Abraham en David letterlijk hun vervulling zullen krijgen in het laatst der dagen, welke reden heb ik dan om Hèm niet te geloven?

Waarom niet geloven?
Welke reden heb ik om Gabriël, die voor Gód staat, niet te geloven, als hij tegen Maria zegt dat God aan de Here Jezus de troon van Zijn vader David zal geven en dat Hij als koning zal heersen over het huis van Jakob. De troon van David is niet de troon van Zijn hemelse Vader, maar van Zijn aardse vader (zie Romeinen 1:3). En het huis van Jakob is niet de kerk of de Gemeente, maar het volk Israël, dat net als Jakob nog een worsteling met God zal krijgen: de benauwdheid van Jakob. ‘Vraagt toch, ziet, of een man baart; waarom zie Ik iedere man met zijn handen aan zijn heupen als een barende en heeft elk gelaat een lijkkleur gekregen? Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden. Op die dag zal het gebeuren, luidt het woord van de HERE der heerscharen, dat Ik het juk van hun hals zal verbreken en hun banden zal verscheuren; vreemden zullen hen niet meer knechten, maar zij zullen de HERE, hun God, dienen en David, hun koning, die Ik hun verwekken zal’ (Jeremia 30:6-9). Hij zál over het huis van Jakob heersen, en zij zullen hún koning, David/Jezus dienen.

Geen twijfel aan Jezus
Welke reden heb ik om te twijfelen aan de woorden van de Here Jezus Zelf, Die tegen het ‘Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt’ zegt, dat zij Hem weer zullen zien als zij zullen zeggen: “Gezegend Hij, Die komt in de Naam des Heren”, en inderdaad: ‘hun huis zal aan henzelf worden overgelaten’ met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Maar niet voor altijd. Totdat… tot het moment dat zij zullen zeggen: ‘gezegend Hij die komt in de Naam des Heren’ (Matteüs 23:37-39).
En als Hij zegt dat er zo’n moment zal komen, doe ik er dan verkeerd aan Hem te geloven? Je kunt toch moeilijk zeggen, dat het ‘Jerzualem dat de profeten doodt’ het hemelse Jeruzalem is. Dan zal Hij dus naar het aardse Jeruzalem terugkeren. Dat gebeurt wanneer dat Jeruzalem zich bekeert. En Jeruzalem zal dat doen. Lees maar eens Hosea 5:14-6:3! Daar staat over de Here Jezus profetisch geschreven, dat Hij terug zal gaan naar Zijn plaats (de hemel), totdat Israël zich schuldig gaat voelen. En als zij zich schuldig voelen, dan zullen zij verlangend naar Hem uitzien en Zijn Aangezicht zoeken. En dan komt Hij naar hen toe als de late regen die het land besproeit. En dat land is dus niet het hemelse Vaderland, maar het land Israël. Hoe duidelijk zijn de profetieën!

Welke reden heb ik om niet de Here Jezus te geloven, Die zei dat Jeruzalem vertrapt zal worden door de volkeren en dat de Joden weggevoerd zullen worden naar de volken, en dat de tempel verwoest zou worden? Zijn al die dingen die Hij zei niet letterlijk in vervulling gegaan? Maar als die letterlijk zijn vervuld, waarom zou ik dan niet geloven dat er ook letterlijk een moment zal komen waarop dat vertrappen van Jeruzalem een einde zal krijgen: totdat de tijden voor de heidenen zijn vervuld?

Ook Paulus
Welke reden heb ik om Paulus niet te geloven, die zei dat er een gedeeltelijke verharding is gekomen over Israël (inderdaad: het ongelovig deel van Israël, het grootste deel van het Joodse volk vandaag, helaas!), maar dat er een einde zal komen aan die verharding, als de volheid uit de volkeren zal binnengaan. En als die volheid de hemel ingaat, dat God dan de Goddeloosheden van Jakob zal afwenden en dat gans Israël dan behouden zal worden. Jakob gaat weer door Pniël en wordt dan Israël!

Of Gabriël
Welke reden heb ik om Gabriël niet te geloven, wanneer hij tegen Daniël zegt dat God een tijd heeft bepaald voor het volk Israël en Jeruzalem, om hun overtreding te voleindigen, hun zonde af te sluiten, hun ongerechtigheid te verzoenen en om eeuwige gerechtigheid over dit volk en deze stad te brengen (Daniël 9:24)? Zou God niet doen wat Hij sprak? Zou onze visie, onze uitleg, Gods eeuwige beloften en raadsbesluiten kunnen verhinderen? Zou God de eden die Hij zwoer ongedaan maken?

Welke reden heb ik om te twijfelen aan de Here Jezus, Die antwoordde op de vraag van de discipelen of het koningschap van David nú hersteld zou worden: het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft (Handelingen 1:7). De Vader beschikt dus over de tijd waarop het koningschap van David zal worden hersteld. En het is werkelijk niet zo – zoals sommigen beweren – dat de discipelen hier op hun vingers werden getikt, omdat zij niet begrepen dat het koningshuis van David er niet zou komen. Dat is trouwens ook de vraag niet van de discipelen. De vraag is: wanneer wordt het hersteld. En op díé vraag geeft Jezus een helder antwoord: de Vader bepaalt dit moment. Net zoals de Vader het moment bepaalt waarop Christus terug zal keren. Die twee gebeurtenissen: de terugkeer van de Here Jezus naar de aarde en het herstel van het koningshuis van David, horen bij elkaar (Jesaja 9:6). En als het hier over een herstel gaat, dan gaat het dus over iets dat stukgegaan is, verwoest is, maar hersteld zal worden. Het hemelse koninkrijk is nog nooit stukgegaan, want dat is een eeuwig koninkrijk en hoeft dus ook niet hersteld te worden. De Here Jezus heeft het niet over een koninkrijk in de hemel, maar over een koninkrijk op áárde: het koninkrijk van Davids grote Zoon!

Petrus is stellig
Welke reden heb ik om Petrus niet te geloven, die de Joden oproept na de Pinksterdag om tot berouw en bekering te komen: ‘Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende; Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher’ (Handelingen 3:19-21). De hemel moest de Here Jezus dus opnemen, totdat zou worden vervuld waarvan God had gesproken door de heilige profeten in het Oude Testament. Als Israël tot berouw en bekering komt, zal God de Here Jezus zenden. Zijn opname in de hemel is slechts tijdelijk, tot het moment dat zij Zijn Aangezicht zullen zoeken en verlangend naar Hem zullen uitzien. Dit zondige Israël zal tot bekering en geloof komen.
Welke reden heb ik om Jacobus niet te geloven, die zegt dat het heil naar de volkeren is gegaan en dat God daarna de vervallen hut van David weer gaat herstellen: ‘En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven staat: Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen hut van David weder opbouwen, en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik zal haar weder oprichten’ (Handelingen 15:15-16). Als er staat wéder-keren, dan betekent het dat Jezus zal komen waar Hij al eerder is geweest: in Israël. En als er staat wéder-opbouwen, dan zal Hij herstellen en opbouwen wat vervallen is geraakt: de vervallen hut van David!

Fysiek en geografisch herstel
Alle profeten hebben gesproken over een herstel van een etnisch, fysiek en geografisch Israël, zegt Petrus (Handelingen 3:24), maar dr. Paas kan het in de Bijbel niet vinden. Hij begrijpt maar niet dat Gods beloften aan David en Abraham letterlijk zijn en zegt dat dit in de Bijbel niet is aan te tonen. Ik – en velen met mij – lezen niets anders. God zegt tegen Abraham, dat hij het land Kanaän moet doorwandelen in zijn lengte en breedte. Dat het land dat hij moet doorwandelen, het land is dat hij ziet. Dat het land dat hij ziet en moet doorwandelen het land is dat Hij aan zijn nageslacht zal geven (Genesis 13:17-18). In Psalm 132:11-14 lezen we het volgende: ‘De HERE heeft David een dure eed gezworen, waarop Hij niet terugkomt: Een van uw lijfelijke zonen zal Ik op uw troon zetten. Als uw zonen mijn verbond houden en mijn getuigenis, die Ik hun leer, dan zullen ook hun zonen voor immer op uw troon zitten. Want de HERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd: Dit is mijn rustplaats voor immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd.’

Jezus Christus centraal
Het gaat bij christenen die in een herstel van Israël geloven niet in de éérste plaats om Israël, maar om de Here Jezus. Hij heeft Sion verkoren, Hij heeft het ter woning begeerd: ‘hier zal Ik wonen, want háár heb Ik begeerd’. Zouden wij die begeerte, dat verlangen, met Hem dan niet mogen delen? Israël heeft het verbond met God niet gehouden, wij trouwens ook niet. Maar God is getrouw. En Hij komt niet terug op Zijn eden. God is immers God. Het huidige Israël is niet het Israël zoals God het bedoeld heeft. Daarom zal Israël door grote druk heengaan. Waarom? Omdat God dáár wil wonen. Omdat Jezus als Koning móét heersen, zullen al Zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor Zijn voeten. Wie Israël verheerlijkt boven Christus, doet verkeerd, maar ik heb dat dan ook nog nooit iemand bij Het Zoeklicht zien doen. Maar om Christus los te koppelen van Zijn volk Israël en Gods beloften door de profeten aan Israël gedaan, aan de kant te zetten, dát hebben de discipelen en de apostelen nooit gedaan, integendeel! Want hoeveel beloften Gods er ook zijn, in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem het: Amen, tot eer van God door ons (2 Korintiërs 1:20).

Bert van Twillert