De hel

Ad Kooijmans • 89 - 2013 • Uitgave: 24
De levendige discussie over de hel komt grotedeels voort uit vragen waar we geen antwoord op hebben en speculaties over de hoedanigheid van de hel. Een vraag die telkens weer naar voren komt is bijvoorbeeld: Wat gebeurt er met hen die nooit het evangelie hebben gehoord?
Wij behoeven die vraag niet te beantwoorden. Als God ooit problemen zou kunnen hebben, heeft Hij ons niet nodig om die op te lossen. Zijn wegen zijn immers hoger dan de onze (Jesaja 55:9). Voor ons moet het genoeg zijn te weten dat God rechtvaardig is en liefdevol.


Wat de speculaties betreft, de buitenste duisternis (Matteüs 25:30) is in strijd met onuitblusbaar vuur (Gehenna, Marcus 9:43 e.v.). Dat wijst erop dat we het niet fysiek letterlijk kunnen nemen. Immers de naam ‘Gehenna’ duidt het dal van Hinnom aan en werd door de Here gebruikt als de plaats waar zonde tot zijn volle consequentie komt; daar werden immers kinderen verbrand en vuil gestort. Wat is dan de volle consequentie van de zonde?

Leven zonder God
De hel is het onvermijdelijke vervolg van een leven zonder God. God wordt steeds meer verbannen uit onze samenleving. Alle christelijke tradities worden er legaal uit verwijderd, resulterend in ontaarding van huwelijkstrouw tot moord op ongeboren kinderen.
De drijfkracht van deze ontwikkeling is het wezen van de zonde; dat is het egocentrische leven: ‘niet God, maar ik’. Die levenshouding produceert bevrediging van hartstochten en tegennatuurlijke lusten en van criminaliteit. Waar de vreze Gods verdwijnt, nemen deze dingen een steeds meer beheersende plaats in, wat zich openbaart in een steeds toenemende omvang van corruptie, roof, geweldspleging en verkrachting. Zo groeit de samenleving toe naar een onhoudbare situatie, waarvan de uiterste consequentie is dat iedereen de vijand is van ieder ander. Dat is de geest van de hel, waarin geen vriendschap of liefde bestaat. Het is de ultieme uitwerking van een egocentrisch leven.

Genade
Het is Gods genade dat we daarin niet behoeven onder te gaan, want Hij heeft Zijn Zoon Jezus Christus gezonden, ‘die Zijn volk zal redden van hun zonden’ (Matteüs 1:21). In tegenstelling met onze Adamsnatuur heeft Jezus een menselijk leven geopenbaard dat volkomen theocentrisch was. Zijn volkomen afhankelijkheid van Zijn Vader (Johannes 5:30) was Zijn machtspositie tegenover de vader der leugen (Johannes 8:44), die de mensheid in slavernij gevangen houdt (Johannes 5:24). Dat geeft ons vrede met God en de hoop op een volkomen herstel van de heerlijkheid, dat is Gods beeld in ons (Romeinen 5:1-2). Door Hem herkrijgen we ook het koningschap in Gods schepping (Openbaring 5:10).
Zij die de Here Jezus toebehoren, zijn vreemdelingen en bijwoners in een atheïstische wereld. Wie God verwerpt, verwerpt de liefde want God is liefde (1 Johannes 4:8,16). Hoe kan een mens die Gods liefde verwerpt een beroep daarop doen om niet naar de hel te gaan? De hel is niet de uitvinding van een wraakzuchtig God, maar de gekozen bestemming van hen die het liefdeprincipe loochenen met een egocentrisch, dat is een zelfzuchtig leven. Zelfs hun idee van liefde is misvormd tot zelfbevrediging, wat uitkomt in hun huwelijksmoraal (als men dat ‘moraal’ kan noemen). Ze zien immers het huwelijk niet meer als een bindende verantwoordelijkheid, maar als een contract dat men verbreekt als het niet langer de bevrediging van het ego dient. Dat ieder zich bewust worde van de leugen die naar de hel voert en vluchten tot Hem die de Waarheid is (Johannes 13:6).

Adrian Kooijmans