De grote 'Ik ben'
Wat spelen er veel mensen een rol, die zij helemaal niet waarmaken. Zij doen als het ware of zij helemaal anders in elkaar zitten dan zij zijn. Dat is eigenlijk heel erg, want je kunt niet van zulke mensen op aan. Het zijn grote toneelspelers - en van toneelvoorstellingen op zich geen woord ten kwade - zij spelen altijd en overal iemand anders en nooit zichzelf.
Wat is God geheel anders. Hij heeft Zichzelf de Naam gegeven "IK BEN. DIE IK BEN". Zo is Hij, zo doet Hij. Hij bestaat vanaf de eeuwigheid en Hij leeft tot in eeuwigheid; Hij verandert nooit. Dat is onze God!
AANBIDDELIJK
Als Abraham met zijn zoon Izaak naar de berg Moria gaat, dan zegt hij zijn knechten: "Wanneer wij hebben aangebeden, zullen wij tot u terugkeren.- Daarmee liet Abraham zijn knechten achter en ging met zijn zoon verder. Wat deed hij daar op die berg Moria? Hij gaf Izaak aan God. In Gods Woord staat over dit gebeuren: "Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Izaak ten offer gebracht, en hij, die de beloften had aanvaard, wilde zijn enige zoon offeren, hij tot wie gezegd was: Door Izadk zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken, en daaruit heeft hij hem ook bij wijze van spreken teruggekregen." - Hebreeën 11 : 17 - 19.
Aanbidding is hier - en dat is het altijd op de eerste plaats - het brengen van een offer. En offeren doet u, als u dat aan God geeft wat u het liefste is. Niet wat u kunt missen, maar wat u niet kunt missen. Dat mag, dat moet de inhoud zijn van ons geloof in de Here God. Willen wij lijken op de God van ons leven? God heeft er geen geheim van gemaakt dat Hij Zijn enige Zoon, de Here Jezus, heeft geofferd aan het Kruis. En God heeft Hem - niet bij wijze van spreken maar heel echt - uit de doden opgewekt. Wat een God hebben wij. Hij is het aanbidden waard, Hij is ons offer waard. Hebt u reeds het offer van uw leven gebracht? Uw hart aan Hem gegeven? Hij gaf het Liefste wat Hij had, Zijn Zoon. En u, geeft u het liefste, uw hart, aan Hem?
NIET AANBIDDEN
Er staat in Daniël 3 een geschiedenis, waaruit wij kunnen leren wie en wat wij niet moeten aanbidden In detail zullen wij dit niet behandelen. Wij willen u op twee kardinale dingen wijzen.
le. Wanneer Hananja, Misaël en Azarja door Nebukadnezar worden vermaand en van hem een tweede kans krijgen om alsnog het gouden beeld van de Babylonische koning te aanbidden. moet u eens lezen wat die drie Joodse mannen de koning hierop zeggen. U kunt hun antwoord lezen in Daniël 3: 16 - 18. De kern van hun woorden is - Nebukadnezar zegt dat ook aan het einde van vers 28 - "Het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren. en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden." En de koning zegt: "Omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God."
Vandaag de dag is het veel normaler te knielen voor allerlei goden, terwijl de ene, waarachtige God door een heel klein groepje getrouwen wordt aangebeden. Voor wie of wat knielt u, wie of wat hebt u heel erg hoog zitten? Moderne afgoden? Misschien uw geld? Misschien…? (Vul het maar in). Behoort u reeds tot het kleine groepje, dat alles waagt met God?
IK BEN, DIE IK BEN
Gods naam is een zeer belangrijk gegeven in het nemen van een beslissing. Er zijn een aantal dingen, die wij bij het noemen van Gods Naam moeten bedenken.
le. God heeft autoriteit.
Dat hebben mensen Hem niet gegeven, maar Hij heeft het altijd gehad. Al de eeuwen door heeft Hij de bevoegdheid gehad om mensen lief te hebben of dingen die zij doen te haten. Wij, de mensen, zijn geringer dan God. De aarde is de voetbank van Zijn voeten. Stel u eens voor Wie de Schepper van hemel en aarde dan wel moet zijn als de aarde Zijn voetenbank is?
2e. God is er altijd.
Hij heeft geen werkuren, en geen vrije uren. Hij heeft geen vakantie en Hij gaat ook niet met pensioen. Hij is helemaal anders dan een mens. Hij, God is altijd bij mij. Hij verlaat mij nooit. Zijn bedoelingen zijn gericht op mijn behoud. Hij is de Almachtige; Hij is de Waarachtige; Hij is alles in al, Die was en is en komen zal.
3e. God is puur en eerlijk.
Er is zo verschrikkelijk veel onreinheid. Wat is de wereld vuil en vies. Wat zijn de mensen in duisternis en nacht. Maar God is rein, Hij is puur. Hij is licht. Onze Heer is Degene, die allen die onrein zijn, die iedereen die in de nacht leeft, aan Zijn hart drukt. Hij is genadig en groot van goedheid. En deze God is onze God, eeuwig en altoos. Hoe weten wij dit? Omdat God het vertelt. Eerlijk en zonder omwegen! Hij is te vertrouwen! Want Hij is, Die Hij is. "Ik ben, Die Ik ben." Dat is Zijn naam. En Hij is, zoals Hij heet. En Hij doet wat Hij zegt te zullen doen. Gelooft u dat? Vertrouwt u Hem?
4e. Hij belooft en Hij doet het!
Dat is bijzonder waar t.a.v. de komst en het werk van Gods Zoon, de Here Jezus. Hij is geboren in Bethlehem, zoals eeuwen tevoren voorzegd was door de profeet Micha - 5:1. En wat het werk van de Messias betreft aan het Kruis - zie wat er staat in Jesaja 53:5-7. Zo zal Hij ook u, wat Hij u beloofde, waarmaken. Als u maar de Zijne bent. En wanneer u dat nog niet bent: Ga dan nu tot de Here Jezus en ga op uw knieën en bid het maar:
"Here Jezus. ik dank U, dat U voor al mijn zonden gestorven bent aan het Kruis op Golgotha. Wil mij van alle dingen, die mij benauwen vrijzetten en mij meer en meer Uw beeld laten dragen. Amen."
Nol Esmeijer
Wat is God geheel anders. Hij heeft Zichzelf de Naam gegeven "IK BEN. DIE IK BEN". Zo is Hij, zo doet Hij. Hij bestaat vanaf de eeuwigheid en Hij leeft tot in eeuwigheid; Hij verandert nooit. Dat is onze God!
AANBIDDELIJK
Als Abraham met zijn zoon Izaak naar de berg Moria gaat, dan zegt hij zijn knechten: "Wanneer wij hebben aangebeden, zullen wij tot u terugkeren.- Daarmee liet Abraham zijn knechten achter en ging met zijn zoon verder. Wat deed hij daar op die berg Moria? Hij gaf Izaak aan God. In Gods Woord staat over dit gebeuren: "Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Izaak ten offer gebracht, en hij, die de beloften had aanvaard, wilde zijn enige zoon offeren, hij tot wie gezegd was: Door Izadk zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken, en daaruit heeft hij hem ook bij wijze van spreken teruggekregen." - Hebreeën 11 : 17 - 19.
Aanbidding is hier - en dat is het altijd op de eerste plaats - het brengen van een offer. En offeren doet u, als u dat aan God geeft wat u het liefste is. Niet wat u kunt missen, maar wat u niet kunt missen. Dat mag, dat moet de inhoud zijn van ons geloof in de Here God. Willen wij lijken op de God van ons leven? God heeft er geen geheim van gemaakt dat Hij Zijn enige Zoon, de Here Jezus, heeft geofferd aan het Kruis. En God heeft Hem - niet bij wijze van spreken maar heel echt - uit de doden opgewekt. Wat een God hebben wij. Hij is het aanbidden waard, Hij is ons offer waard. Hebt u reeds het offer van uw leven gebracht? Uw hart aan Hem gegeven? Hij gaf het Liefste wat Hij had, Zijn Zoon. En u, geeft u het liefste, uw hart, aan Hem?
NIET AANBIDDEN
Er staat in Daniël 3 een geschiedenis, waaruit wij kunnen leren wie en wat wij niet moeten aanbidden In detail zullen wij dit niet behandelen. Wij willen u op twee kardinale dingen wijzen.
le. Wanneer Hananja, Misaël en Azarja door Nebukadnezar worden vermaand en van hem een tweede kans krijgen om alsnog het gouden beeld van de Babylonische koning te aanbidden. moet u eens lezen wat die drie Joodse mannen de koning hierop zeggen. U kunt hun antwoord lezen in Daniël 3: 16 - 18. De kern van hun woorden is - Nebukadnezar zegt dat ook aan het einde van vers 28 - "Het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren. en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden." En de koning zegt: "Omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God."
Vandaag de dag is het veel normaler te knielen voor allerlei goden, terwijl de ene, waarachtige God door een heel klein groepje getrouwen wordt aangebeden. Voor wie of wat knielt u, wie of wat hebt u heel erg hoog zitten? Moderne afgoden? Misschien uw geld? Misschien…? (Vul het maar in). Behoort u reeds tot het kleine groepje, dat alles waagt met God?
IK BEN, DIE IK BEN
Gods naam is een zeer belangrijk gegeven in het nemen van een beslissing. Er zijn een aantal dingen, die wij bij het noemen van Gods Naam moeten bedenken.
le. God heeft autoriteit.
Dat hebben mensen Hem niet gegeven, maar Hij heeft het altijd gehad. Al de eeuwen door heeft Hij de bevoegdheid gehad om mensen lief te hebben of dingen die zij doen te haten. Wij, de mensen, zijn geringer dan God. De aarde is de voetbank van Zijn voeten. Stel u eens voor Wie de Schepper van hemel en aarde dan wel moet zijn als de aarde Zijn voetenbank is?
2e. God is er altijd.
Hij heeft geen werkuren, en geen vrije uren. Hij heeft geen vakantie en Hij gaat ook niet met pensioen. Hij is helemaal anders dan een mens. Hij, God is altijd bij mij. Hij verlaat mij nooit. Zijn bedoelingen zijn gericht op mijn behoud. Hij is de Almachtige; Hij is de Waarachtige; Hij is alles in al, Die was en is en komen zal.
3e. God is puur en eerlijk.
Er is zo verschrikkelijk veel onreinheid. Wat is de wereld vuil en vies. Wat zijn de mensen in duisternis en nacht. Maar God is rein, Hij is puur. Hij is licht. Onze Heer is Degene, die allen die onrein zijn, die iedereen die in de nacht leeft, aan Zijn hart drukt. Hij is genadig en groot van goedheid. En deze God is onze God, eeuwig en altoos. Hoe weten wij dit? Omdat God het vertelt. Eerlijk en zonder omwegen! Hij is te vertrouwen! Want Hij is, Die Hij is. "Ik ben, Die Ik ben." Dat is Zijn naam. En Hij is, zoals Hij heet. En Hij doet wat Hij zegt te zullen doen. Gelooft u dat? Vertrouwt u Hem?
4e. Hij belooft en Hij doet het!
Dat is bijzonder waar t.a.v. de komst en het werk van Gods Zoon, de Here Jezus. Hij is geboren in Bethlehem, zoals eeuwen tevoren voorzegd was door de profeet Micha - 5:1. En wat het werk van de Messias betreft aan het Kruis - zie wat er staat in Jesaja 53:5-7. Zo zal Hij ook u, wat Hij u beloofde, waarmaken. Als u maar de Zijne bent. En wanneer u dat nog niet bent: Ga dan nu tot de Here Jezus en ga op uw knieën en bid het maar:
"Here Jezus. ik dank U, dat U voor al mijn zonden gestorven bent aan het Kruis op Golgotha. Wil mij van alle dingen, die mij benauwen vrijzetten en mij meer en meer Uw beeld laten dragen. Amen."
Nol Esmeijer