De grens van het lijden

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 21
Lijden boezemt angst in. Als je de troost en bemoediging die aan de gemeente te Smyrna worden doorgegeven niet ter harte neemt, word je bang en geraak je overstuur. De gemeente hoeft niet ontredderd te zijn, want Jezus is erbij, zoals Hij beloofd heeft (Matteüs 28:20; Johannes 14:1,18). Het is onnodig bang te zijn voor degenen die wel het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden (Matteüs 10:28).
De strijd van de gemeente is niet tegen vlees en bloed, maar tegen overheden en machten (Efeziërs 6:12). Achter de zichtbare werkelijkheid van de verdrukking zit de onzichtbare werkelijkheid van een geestelijke strijd. Je moet je daar bewust van zijn, zodat je je niet laat afleiden door het lijden en geen strijd voert tegen de verkeerde vijand, tegen mensen of tegen pijnlijke omstandigheden. Het herkennen van de hand van de duivel in je verdrukking, maakt het makkelijker om trouw te blijven. Je gaat dan niet strijden tegen de verdrukking, maar schuilen bij de Allerhoogste (Psalm 91).
De duivel brengt verdrukking. De gemeente te Smyrna zal een verdrukking hebben van 10 dagen. Dat zijn er geen 11, 20 of 100. Maar ook geen 9, 7 of 3. Het is belangrijk te weten dat God de grenzen van het lijden bepaalt (vgl. Job 1:12; 2:6). Hij stelt de tijd en de intensiteit ervan vast. Satan is een briesende leeuw aan Gods ketting. God zal zorgen dat wij meer van Zijn kracht ontvangen naarmate wij lijden te dragen hebben (1 Korintiërs 10:13).

Jef De Vriese