De gemeente te Filadelfia: Gehuldigd door ongelovige Joden

Kees Noorlander • 96 - 2020 • Uitgave: 8
Het boek Openbaring is een profetisch boek, dat pas goed te begrijpen is als de tijdsindeling, die het boek letterlijk aangeeft, wordt gebruikt als leidraad. In Openbaring 1:19 wordt tegen Johannes gezegd dat hij moet opschrijven wat hij heeft gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.

Wat hij ‘heeft gezien’ staat in hoofdstuk 1, ‘wat is’ staat als profetie over de kerkgeschiedenis beschreven in Openbaring 2 en 3. En ‘wat hierna zal geschieden’ is beschreven vanaf Openbaring 4:1, waar staat: ’Kom hier, omhoog, en Ik zal u laten zien wat hierna moet geschieden’. De ware gemeente is dan opgenomen in de hemel. De hoofdstukken 6 t/m 18 beschrijven de grote verdrukking.

De 7 gemeenten
In Openbaring 2 en 3 staan de brieven aan de 7 gemeenten. Deze brieven bevatten profetieën over (soms deels overlappende) perioden van het christendom. Efeze over de begintijd, Smyrna over Romeinse vervolgingen, Pergamus over de vermenging van kerk en staat, Thyatira over de rooms-katholieke kerk en Sardis over de reformatie. Dit was enkele eeuwen geleden al bekend, omdat toen kon worden teruggezien op een flink stuk kerkgeschiedenis en werd gezien dat die paste bij de eerste 5 gemeenten.
Inmiddels leven we in het jaar 2020 en kunnen we zien dat veel profetie over de gemeente te Filadelfia is vervuld.

Openbaring 3:9
In deze studie willen we in het bijzonder aandacht besteden aan Openbaring 3:9, waar staat: ’Zie, Ik geef enigen uit de synagoge van de satan, die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken dat zij komen en zich neerbuigen voor uw voeten en erkennen dat Ik u heb liefgehad.’
Voor de betekenis van de synagoge van de satan dient te worden gekeken naar de brief aan Smyrna, waar deze uitdrukking voor het eerst in de Bijbel voorkomt: ’Ik weet uw verdrukking en armoede, hoewel u rijk bent, en de laster van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, doch het niet zijn, maar een synagoge van de satan’ (Openbaring 2:9).
Een synagoge is een leerhuis. In deze synagoge wordt ontkend dat Jezus de Messias is. Het gaat hier om Joden, die de Heer Jezus afwijzen. Zij zijn onbesneden van hart en worden daarom geestelijk niet gezien als joods in het geloof (Romeinen 2:28-29). Overigens wordt iedereen, die Christus afwijst, zowel Jood als heiden, in de Bijbel aangeduid als een kind van de duivel (Johannes 8:42-44, 1 Johannes 3:10). Tegen de gemeente te Smyrna is dus gezegd dat zij gelasterd zouden worden door ongelovige Joden. Van die laster staan diverse voorvallen opgetekend in het boek Handelingen (in steden als Antiochië, Thessalonica, Berea, Korinthe en Jeruzalem) en ook na Paulus’ tijd is die laster nog doorgegaan.
De gemeente te Filadelfia heeft daarentegen te maken met een hele andere houding van Joden, die de Heer Jezus afwijzen. Sommige van deze Joden huldigen Filadelfia en erkennen dat God deze christenen lief heeft. Voor we daarop ingaan, zullen we eerst aangeven waarom de houding van sommige Joden zo veranderd is.

Antisemitisme
In de begintijd van het christendom werden christenen regelmatig vervolgd door sommige Joden en door de Romeinse overheid. Maar na de bekering (?) van de Romeinse keizer Constantijn in 313 werd het christendom in de loop van de 4e eeuw staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en werden Joden steeds meer tweederangsburgers. Het antisemitisme groeide onder christenen, vooral in de middeleeuwen. De reformatie bood hoop op verbetering; aanvankelijk stond de reformator Maarten Luther positief ten opzichte van Joden. Maar aan het eind van zijn leven veranderde zijn houding drastisch en schreef hij zijn antisemitisch boek Von den Juden und ihre Lügen. Veel christenen bleven denken dat Israël voor altijd had afgedaan voor God. Toch waren er al vroeg in de reformatie christenen, die zicht hadden op het herstel van Israël als Joodse staat, zoals Edmund Bunny (1540-1619).

Geopende deur
Ook vroeg in de reformatie waren er christenen die niet geloofden dat wij al in het Messiaanse vrederijk leven. Zij geloofden dat de terugkomst van Christus op de Olijfberg voorafgaat aan het aanbreken van dat duizendjarig vrederijk (premillennialisme). Onder hen was Increase Mather (1639–1723), die leefde vanuit de Maranatha (= onze Heer zal komen) verwachting (1 Thessalonicenzen 1:10). Hij geloofde dat de Heer elk moment kan komen om zijn gemeente op te nemen (1 Thessalonicenzen 4:17) en dat die opname vóór de grote verdrukking zal plaatsvinden (pre-tribulationisme). Maar bij velen waren die gedachten toen nog onbekend.
In het begin van de 19e eeuw veranderde dat. Er was een geopende deur (Openbaring 3:8), dat wil zeggen geopende harten voor prediking (Kolossenzen 4:3). Hier zijn enkele voorbeelden.
De Duitser George Müller (1805-1898) had een bijzondere manier om het Evangelie te brengen. Vanaf 1836 richtte hij in Engeland weeshuizen op, waarbij weeskinderen niet alleen voedsel, onderdak en scholing kregen, maar ook Bijbels onderricht. Bijzonder is dat Müller en zijn medewerkers hun financiële noden alleen aan God bekend maakten in hun gebeden, en aan niemand anders. Meer dan 100.000 weeskinderen ontliepen zo de armoede en kregen een christelijke opvoeding.
Een bewogen evangelist was de Brit Hudson Taylor (1832-1905). Taylor wist zich geroepen om in de Chinese binnenlanden te evangeliseren. Daarvoor heeft hij in 1865 de China Inland Mission opgericht. Veel zendelingen uit allerlei denominaties sloten zich bij de CIM aan, zoals Isobel Kuhn (1901-1957). Sommigen overleden onder zware omstandigheden, maar dat hadden zij er voor over. Door hun toedoen zijn miljoenen Chinezen tot bekering gekomen.
Een invloedrijke prediker was John Nelson Darby (1800-1882). Hij bracht naast het Evangelie, ook een consistente en samenhangende eindtijdleer (eschatologie), waarin de Maranathaverwachting en het zicht op Israëls herstel (aanvankelijk als ongelovige natie) bijeen waren gebracht. Hij had niet alleen ingang in zijn eigen denominatie (Vergadering van Gelovigen), maar ook daarbuiten, met verstrekkende gevolgen, zoals groeiende liefde voor Joden (filosemitisme) door de kerkmuren heen.

Toekomstplannen met Israël
Zo hield Darby in de jaren 1860 lezingen in de Verenigde Staten. Onder zijn toehoorders was William E. Blackstone (1841-1935), die onder de indruk kwam van Gods toekomstplannen met Israël. In 1878 schreef hij de bestseller Jesus is Coming. Blackstone richtte in 1887 Life in Messiah op, dat ten doel heeft om te evangeliseren onder Joden en om antisemitisme tegen te gaan. Hij werd raadgever van Theodor Herzl, de oprichter van het Joodse Zionisme.
Diverse Bijbelscholen, die de opname van de gemeente vóór de grote verdrukking onderwijzen, werden opgericht. Onder hen zijn het Moody Bible Institute (1886), het Dallas Theological Seminary (1924) en het Messiaans Joodse Ariel Ministries (1977).
In 1909 publiceerde C.I. Scofield de Scofield Reference Bible, een King James Version met allerlei kanttekeningen, die veel van het onderwijs van Darby bevatten. Deze Bijbel is veel gebruikt in het Engelstalig gebied, wat de Maranathagedachte en het zicht op Israëls herstel nog meer ingang gaf bij het grote publiek.
Blackstone zag het belang van een Joodse staat in Palestina. Hij organiseerde in 1916 een petitie voor de Amerikaanse president Wilson, om diens invloed bij de Britten aan te wenden, teneinde een Joodse staat in Palestina te bewerkstelligen. Palestina was toen nog onder beheer van de Turken, maar die waren bezig de Eerste Wereldoorlog te verliezen. President Wilson gaf gehoor en nam contact op met de Britse minister Balfour, wat resulteerde in de Balfour verklaring van 1917, die de Joden een thuisland garandeerde in Palestina. In 1922 gaf de Volkenbond het mandaat om dit uit te voeren. Het uiteindelijke gevolg was de oprichting van de staat Israël in 1948.
Na de Tweede Wereldoorlog bracht Hal Lindsey (geb. 1929) met zijn internationale bestseller De planeet die aarde heette (1970) Gods plan met Israël in de eindtijd opnieuw onder het grote publiek. Velen zijn door dit boek tot bekering gekomen.
Sinds 2001 houdt de Joodse Israëli Amir Tsarfati met zijn organisatie Behold Israel lezingen en vlogs om mensen via een blik op Israël te wijzen op de aanstaande komst van Christus.

Huldiging door ongelovige Joden
Joden hebben opgemerkt dat er filosemitische christenen zijn. Dat heeft geresulteerd in eerbetoon aan christenen, bijvoorbeeld aan hen, die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de staat Israël. Zo is er in Israël een stukje bos van het Jewish National Forest genoemd the Blackstone Grove naar William Blackstone. Het Israëlische Wingate Institute for Physical Education and Sport is vernoemd naar de Britse legerofficier Charles Orde Wingate, die wordt beschouwd als de vader van het Israëlische leger (IDF). In 2011 hebben Joden een mooie grafsteen geplaatst op het anonieme graf van de Brit William Henry Hechler, vriend en raadgever van Theodor Herzl, toen hij kapelaan was van de Britse ambassade in Wenen. Maar er zijn ook andere huldigingen.

Yad Vashem
In het Israëlische holocaust museum Yad Vashem (= Gedenk de Naam) worden onder andere niet-Joden herdacht, die zich in de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet om Joden te redden. Zij worden daar bij name geëerd als rechtvaardigen onder de volken, en daarmee wordt impliciet aangeduid dat de HEER hen liefheeft (Psalm 146:6). Enkele huldigingen springen er bijzonder uit. Er zijn twee grotendeels protestante dorpen, die in hun geheel worden geëerd: Nieuwlande, een klein Drents dorp, dat bewoond werd door hervormden en gereformeerden en honderden Joden heeft verborgen. En het Franse Le Chambon-sur-Lignon dat voornamelijk bewoond werd door Hugenoten en mensen van de Vergadering van Gelovigen. Le Chambon heeft duizenden Joden geherbergd. Beide dorpen hebben een erecertificaat gekregen, dat hun hele bevolking erkent als rechtvaardigen onder de volken. Ook zijn voor beide dorpen gedenkstenen opgericht in Yad Vashem.

Een derde categorie huldigingen betreft nu levende christenen. Zo heeft de Israëlische premier Netanyahu herhaaldelijk christenen geprezen voor hun steun aan Israël. In 2006 schreef de Joodse jurist David Brog zijn boek Standing with Israel. In dit boek noemt hij christenen, die de staat Israël willen beschermen, rechtvaardige heidenen. Hij beschouwt hen als geestelijke erfgenamen van de rechtvaardige heidenen, die probeerden om Joden te redden van de holocaust.

Bewaring
De gemeente te Filadelfia is Bijbelgetrouw: zij bewaart Gods Woord. Voor haar geldt de troostende belofte: ’Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over de hele wereld zal komen, om hen die op de aarde wonen te verzoeken’ (Openbaring 3:10). Zij kan uitzien naar de ontmoeting met haar Heer. Maranatha!

Kees Noorlander