De gemeente in de branding
Aanvallen op de kerk van vandaag
Richard Wurmbrand (1909-2001), die 14 jaar in Roemenië gevangen zat vanwege zijn geloof in Jezus Christus, nam ooit een groep christelijke jongeren mee naar de dierentuin. Hij bracht hen bij het leeuwenverblijf. Terwijl de jongeren naar de roofdieren keken vertelde Wurmbrand dat hun vaderen vanwege hun christelijke getuigenis voor de leeuwen gegooid werden. Hij zei: “Jullie zullen wellicht nooit door de leeuwen verscheurd worden, maar wel te maken krijgen met andere aanvallen van de brullende leeuw, de satan. Zijn jullie bereid Jezus te volgen, ook als het vuur zo heet gestookt wordt?’’ Wurmbrand bereidde zijn leerlingen erop voor om christen te zijn in een antichristelijke tijd. In onze tijd is dat niet minder noodzakelijk. Het is tijd om wakker te worden!
Veel Bijbelgetrouwe christenen in het Westen steunen organisaties die werken onder vervolgde christenen in andere delen van de wereld. Deze organisaties zijn onder andere bezig om lokale leiders en christenen voor te bereiden op verdrukking en tegenstand. Gek genoeg associëren we verdrukking vooral met kerken op andere continenten. Het is goed om die gedachte grondig te heroverwegen. Iemand zei ooit: “Satan heeft twee handen: één van geweld en één van list.” De eerste hand is fors en duidelijk kenbaar, de tweede is meer een zachte hand, een hand van geleidelijke (maar zekere) tegenwerking. Deze laatste hand is degene die de kerk in het Westen treft. Want, <I>allen<P> die godvruchtig willen leven in Christus Jezus zullen vervolgd worden (2 Timotheüs 3:12, cursivering door auteur).
De eindtijd: grote kansen
De tegenstand zal naarmate de tijden vorderen alleen maar toenemen. Het is goed om te benadrukken dat het allereerst een voorrecht is om in de eindtijd te mogen zien hoe God de tijden stuurt en barensweeën elkaar opvolgen, op weg naar de ontknoping in de heilsgeschiedenis. Als christenen mogen we onze hoofden opheffen, want onze verlossing is nabij (Lukas 21:28). Er liggen juist in tijden van tegenstand grote kansen om de heerlijkheid van het Evangelie van Christus uit te stralen. Hoe donkerder het decor, hoe helderder schijnen de kinderen van het licht (Filippenzen 2:15). Hoe zwaarder de tijden, hoe relevanter het Evangelie (Romeinen 1:16-18). Ook is de tegenstand één van Gods instrumenten om Zijn gemeente te louteren (1 Petrus 1:6-7) en voor te bereiden op de ontmoeting met Jezus Christus. Juist in de eindtijd zal zichtbaar worden wie God dient en wie Hem niet dient (Maleachi 3:18). Dat is in Gods oog iets groots!
De eindtijd: grote aanvallen
Het is echter ook opletten geblazen. In de eindtijd krijgt de kerk te maken met grote aanvallen. In onze tijd zien we daar de tekenen van. Christelijke denkers voorspellen binnen 5 tot 10 jaar grote veranderingen voor de kerk in het Westen. We doen er goed aan om ons daarop voor te bereiden, zoals Wurmbrand dat deed met zijn discipelen. De vraag is dan wel welke aanvallen we waarnemen op de kerk van vandaag. Grofweg kunnen we twee categorieën onderscheiden: aanvallen van buitenaf (1 Petrus 4:12-14) en aanvallen van binnenuit (Handelingen 20:29-30).
De kerk in de marge
Dat de kerk in West-Europa de achterliggende eeuwen zo weinig tegenstand van buitenaf heeft gekend is met een blik op de kerkgeschiedenis een unicum te noemen. Dat tijdperk is echter voorbij. De ruimte voor het christelijke getuigenis in het maatschappelijke bestel wordt met rasse schreden kleiner. Waar kerken eerder een serieuze stem hadden in het politieke en maatschappelijke debat, wordt de kerk steeds meer gezien als een zielige groep mensen, die op hinderlijke wijze vasthoudt aan een bekrompen wereldbeeld. Wie heeft het opgemerkt dat er onlangs een wet aangenomen is die burgermeesters in staat stelt om kerken te sluiten? Wie heeft de afgunst geproefd in reacties op social media over zogenaamde ‘achterlijke christenen’ die zich beriepen op de uitzonderingspositie van een christelijke gemeenschap?
De goodwill waar kerken voorheen op konden rekenen is verdwenen. Eerder was de kerk wat vreemd, nu zijn we bekrompen en een bedreiging voor een ‘postmoderne beschaving’. De overheid zal zich in toenemende mate gaan bemoeien met wat er achter de kerkdeuren wordt onderwezen. Dat gaat onherroepelijk schuren!
Huwelijk, seksualiteit, gezin en opvoeding
In onze tijd lijkt die antichristelijke ontwikkeling het meest zichtbaar te worden op ethische terreinen als huwelijk, seksualiteit, gezin en opvoeding. Recent werd EU-lidstaat Hongarije om een conservatief standpunt aangaande homoseksualiteit en transgenderisme in een EU-top bedreigend toegesproken, nota bene onder aanvoering van de Nederlandse minister-president. Onze kinderen worden via lesmethoden actief gestimuleerd om op speelse wijze te gaan onderzoeken in welke van de vele gendervariëteiten ze zich herkennen. Zelfs een ‘onschuldig’ Koningsspelen-lied doet een duit in het zakje. Er is achter de schermen een agressieve lobby gaande om orthodox-christelijke standpunten onderuit te halen en postmoderne, liberale standpunten te promoten. Het is wel duidelijk: als de kerk onverkort blijft vasthouden aan Bijbelse waarden op deze terreinen, kan ze op korte termijn rekenen op zeer forse tegenwind.
Kameleon?
De grote vraag is hoe de kerk daarop in de komende jaren gaat reageren. Proberen we de braafste jongen van de klas te zijn, of durven we de plek in te nemen van een tegenbeweging, die zich nederig beroept op het aloude, onfeilbare Woord van God? Zeker, er is veel wijsheid nodig en we moeten als kerk niet de verdachtenhoek opzoeken. Maar in elk geval komt de kerk voor keuzes te staan. Er moet een wissel in ons denken om. Laten we ons realiseren dat goedkeuring van de omgeving in de Bijbel nergens wordt beloofd. Eerder het tegenovergestelde. Maar, was het in de vroege kerk geen eer om te lijden voor de Naam van Christus? (Handelingen 5:41). Als we in het maatschappelijke debat en in onze omgeving voor hopeloos ouderwets versleten worden omdat we Bijbelse waarden hooghouden, hoeven we ons niet te schamen, maar mogen we ons verblijden en verheugen (Mattheüs 5:11-12). De kerk wordt opgeroepen op aanstekelijke wijze kleur te bekennen. In de komende jaren zal dan ook blijken of we de ruggengraat hebben om vast te houden aan Jezus’ geboden. Voor de moedigen lonkt de lofprijs van de Heere Jezus aan de gemeente van Filadelfia: ‘U hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend’ (Openbaring 3:8).
Een predikant, die in Tweede Wereldoorlog vermoord werd om zijn tegengeluid, schreef ooit: “Vergeet niet: de symbolen van de christelijke kerk zijn de leeuw, het lam, de duif en de vis, maar nooit de kameleon.”
Zware tijden
Toch moeten we niet alleen naar buiten kijken. De meeste waarschuwingen omtrent gevaren worden in het Nieuwe Testament beschreven als invloeden van binnenuit. Paulus schrijft Timotheüs om hem bewust te maken van de tijd waarin hij leeft. ‘Weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken’ (2 Timotheüs 3:1). In de volgende verzen geeft Paulus de reden daarvoor aan. ‘Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf...’ In totaal worden 18 kenmerken genoemd van het profiel van de mensheid in de laatste dagen. Opvallend is dat ‘liefde’ het refrein is: ‘liefhebbers van zichzelf’, ‘geldzuchtig’ (liefde voor geld), ‘zonder natuurlijke liefde’, ‘zonder liefde voor het goede’ en ‘meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God’. De eindtijd zal worden gekenmerkt door een ongezonde liefde. De schrik slaat je pas echt om het hart, als je ook vers 5 leest: ‘Ze hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend.’ Dit profiel is van toepassing op mensen die te boek staan als christen. Juist in de kerk zal er in de eindtijd een beweging zijn van schijngodsdienst, waar zelfliefde de boventoon voort. Demas, nota bene één van Paulus’ medewerkers, is daar een schrijnend voorbeeld van (2 Timotheüs 4:10).
Liefde voor zelf
Deze zelf-liefde zien we in onze tijd terug in een mensgericht Evangelie. De klassieke boodschap van zonde en genade, van een heilige God Die in Christus een goddeloze vrijspreekt lijkt al meer plaats te maken voor een therapeutisch Evangelie waarin een goedbedoelende mens mag leren zichzelf lief te hebben. God is liefde en Hij is er vooral voor mijn welzijn.
Toen ik vorig jaar ergens sprak, kwam er naderhand een vrouw naar me toe die vertelde dat ze gezegend was door te horen over de eigenschappen van God. Ze beschreef hoe moe ze geworden was van de nadruk op ‘zelf’. “Ik kom op zondagmorgen niet allereerst naar de samenkomst om te horen hoe waardevol ik ben, maar om te horen hoe goed en prijzenswaardig God is en wat de waarde is van het werk van Jezus Christus, ook voor mij.” De mensgerichte invloed heeft zijn weerslag op de theologie en de geloofsbeleving. De boodschap van het kruis wordt schaarser, en wie het Woord van God in zijn scherpte laat staan, wordt gezien als gevaarlijk radicaal. Het gevolg is dat zonde geen zonde meer genoemd wordt. Gaat het menselijke denken hier niet heersen over de Schrift?
Intellectualisme en ‘emotionalisme’
Enerzijds zien we dat terug in een soort ‘intellectualisme’ binnen de kerken, dat zich uit in Schriftkritiek. Alleen dát wat wij kunnen beredeneren kan waar zijn. Bijbelse noties als de schepping, de zondeval, de verzoening, de opstanding gaan dan al snel op de helling. Anderzijds zien we de liefde voor onszelf ook terug in een ‘emotionalisme’, waarin ons gevoel leidend wordt boven het woord van God. Deze tendens is helaas zichtbaar in orthodoxe en moderne kerken. Alleen dat wat goed voelt, kan waar zijn. Ervaringen, bijzondere openbaringen worden leidend en de Bijbel is slechts maar één van de vele manieren waarop God Zich openbaart.
‘Maar u’
Hoe dan te leven? In dezelfde brief van Paulus aan Timotheüs klinkt te midden van de eindtijdperikelen de uitdagende oproep om te blijven bij het Bijbelse Evangelie (2 Timotheüs 2:15), goede voorbeelden te volgen (2 Timotheüs 3:10), de Bijbel in zijn geheel te zien als gezaghebbend en toereikend (2 Timotheüs 3:16-17) en het goede nieuws van het Evangelie met vrijmoedigheid uit te dragen (2 Timotheüs 4:5). Zeker, er zullen mensen zijn die hun gehoor van de waarheid afkeren (2 Timotheüs 4:4), maar juist in de schifting van de eindtijd wordt de gemeente opgeroepen om aanstekelijk anders te zijn. ‘Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle’ (2 Timotheüs 4:5).
Vlammen van liefde
Hoe haalt de gemeente dan de eindstreep? De belangrijkste oproep van dezelfde apostel is de liefde voor de Heere Jezus aan te wakkeren. Tegenover ongezonde eigenliefde staat de vurige liefde voor Jezus Christus en Zijn spoedige verschijning (2 Timotheüs 4:8), want Hij heeft ons liefgehad en Zichzelf voor ons overgegeven. Het is de liefde, die ons door de verdrukkingen heen, stand doet houden. Toen dezelfde Wurmbrand een vervolgde medechristen uit Oekraïne vroeg hoe hij het volhield tijdens zijn zware gevangenschap op Siberië, antwoordde deze medebroeder: “Met de vlammen van het liefdesvuur dat Jezus Zelf in mijn hart ontstoken heeft, deed ik het ijs van Siberië smelten. Halleluja!”
Leander Janse