De Geest der Waarheid

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 5
Met het Pinksterfeest vieren we de geboortedag van de Kerk. De Heilige Geest kwam in een geheel nieuwe bediening naar deze wereld, namelijk om het nieuwe leven, het opstandingsleven uit God, het eeuwigheidsleven, in iedere ware gelovige te brengen en alle gelovigen samen te maken tot de Gemeente van Christus, Zijn lichaam. De Heilige Geest is God. Hij is de Geest der Waarheid. Pinksteren 2001 onderstreept dat opnieuw.

Dat de Persoon van de Heilige Geest en Zijn werk op aarde vaak onderbelicht is, is een bekend gegeven. Door de kerkgeschiedenis heen is daar sprake van. Steeds weer werd in het verleden, net als vandaag, de klacht gehoord dat de kerk nieuw leven, nieuw vuur en een nieuwe kracht nodig heeft. Dat heeft met name te maken met het geloof in de Heilige Geest, die God is.
Omdat er zo weinig over de Persoon en het werk van de Heilige Geest wordt onderwezen en gepreekt ontstaan er steeds weer allerlei dwaalleringen en de meest wonderlijke extremiteiten binnen de christenheid in al haar schakeringen.

In de negentiende eeuw schreef de bekende Anglikaanse bisschop van Liverpool, J.C. Ryle: "Ik zou willen dat u voor uzelf eens naging wat u weet van het werk van God, de Heilige Geest. Ik geloof dat de tijd waarin wij leven van ons verlangt dat wij vaak en duidelijk getuigenis afleggen van dit geweldige onderwerp. Ook denk ik dat er maar weinig onderwerpen in de christelijke godsdienst zijn die zo vaak worden verduisterd en bedorven door valse leringen als de leer aangaande de Heilige Geest".

Dat is een bedroevende conclusie, die waarschijnlijk ook voluit voor onze tijd opgaat. Wij moeten er dan nog een trieste werkelijkheid aan toevoegen, namelijk dat het Woord van God, juist door sommige theologen, wordt uitgehold, anders geïnterpreteerd, versmald, en zo ontkracht. Als de openbaring van de Schrift is ontkracht wordt vervolgens de Persoon van de Here Jezus Christus verloochend, juist zoals we vandaag zien gebeuren. Tenslotte is er dan ook geen persoonlijke God meer, die gesproken heeft bij monde van profeten en apostelen. "Alles wat van boven komt, komt feitelijk van beneden" concludeerde de theoloog Harry Kuitert (Geref.). Er is - volgens deze Gereformeerde theoloog - niets meer dan het 'hier en nu', het zichtbare en tastbare van deze wereld. De waarheid valt samen met wat we weten, tasten, zien kunnen. Het is dan o zo waar, dat onze tijd verlangt naar een klaar getuigenis over de Persoon en het werk van de Heilige Geest.

Wat is het jammer dat juist de Persoon en werk van de Heilige Geest zo onderbelicht blijft. In de dogmatiek vinden we de Persoon en het werk van de Geest vaak 'weggestopt' in de hoofdstukken over God. Christus en de Kerk. Natuurlijk is Hij de Geest die van de Vader uitgaat en door de Zoon tot ons gezonden is, de Geest der waarheid Goh. 15:26). Bovendien is Hij evenzeer de Geest van Christus (Rom. 8:9). Wat de Vader doet, doet de Zoon en wat de Zoon doet, doet de Geest. In Gods werken vinden we geen scherp onderscheid tussen Vader. Zoon en Geest. “We weten ons kinderen van de Vader, verlost door de Zoon en met beiden in gemeenschap door de Heiligen Geest" (Bavinck).

Juist omdat Hij in de Schrift "de Geest der waarheid" wordt genoemd, is het van belang de Heilige Geest te onderscheiden van de Vader en de Zoon. In de vrijzinnigheid werd de Heilige Geest vaak gezien als 'de vergeestelijkte Christus'. De Here Jezus Christus werd daarin tot een 'Christus-idee'. Het ging noch om de opgestane en levende Heiland, noch over God de Heilige Geest. In de vrijzinnigheid wordt het christelijk geloof tot een religie van mensen. De 'Christus-idee' is losgekomen van de historische Jezus van Nazareth en de man van smarten, die aan het kruis stierf. Vrijzinnigheid kent geen lichamelijke opstanding, zo moest Christus tot een 'idee', een 'leerstellig begrip' worden gedegradeerd. Dan blijft armoede over.

Het wonder van Pinksteren is dat de levende God, de opgestane Heiland in de Persoon van de Heilige Geest, in ons is komen wonen, die Christus Jezus kennen als Verlosser en Zaligmaker. Met de Pinksterdag wordt de Geest daadwerkelijk onderscheiden van het werk van de Zoon. Hij is ten hemel gevaren en verheerlijkt. Voordien was de Geest er nog niet Joh. 7:39). Tien dagen na de hemelvaart kwam de volle zegen in de Persoon van de Geest.
Om Christus te openbaren. De Geest neemt uit Hem en deelt dat ons mee. De mens is gauw geneigd de Geest te vervangen door de (eigen) geest en zo te veronderstellen dat er nog andere ideeën en gedachten aan de Christus der Schriften moeten worden toegevoegd. Dra zal men de Zoon van God, die gestorven is en opgewekt, maken tot een denkbeeld van intelligente mensen. Waar men verrijking beoogt, verarmt men juist. Hij is de Geest der waarheid. Hij deelt ons de volle waarheid mee, dat is Christus, gestorven, opgestaan en verheerlijkt.

Daarom predikt Petrus op de Pinksterdag de opstanding van Christus. De Pinksterdag is Paasprediking. Geen leerstukken over de Geest, maar het feit van de opstanding en de overwinning over zonde en dood door de opgestane Heiland. Er is een andere dimensie toegevoegd aan het aardse leven: leven in eeuwigheid. Telkens weer zien we in de kerkgeschiedenis hoe een leer over de Geest mensen losmaakt van de opgestane Christus en Zijn werk en men tot allerlei geestdrijverij komt. Men kan vandaag soms een 'prediker' van de kansel horen roepen: "Laten we nu de Bijbel eens dichtdoen en luisteren naar wat de Geest vandaag te zeggen heeft". Dan gaat het niet meer om God de Heilige Geest, maar dan komt des mensen geest aan bod en wordt de Schrift losgelaten.

Het is de Geest der waarheid, die uitgegaan is van de Vader èn de Zoon! Dat is een wezenlijk punt in de belijdenis van de kerk. De Grieks-orthodoxe kerk belijdt alleen de Geest die van de Vader is uitgegaan. Dat maakt een enorm verschil uit, niet alleen in dogmatisch-theologische zin, maar tot in de wezenlijke dingen van mens en samenleving. De Oosterse kerk is in de mystiek terechtgekomen, de grenzen tussen het zichtbare en het onzichtbare zijn uitgewist, omdat men de Heilige Geest die van de Vader èn van de Zoon is uitgegaan niet belijdt. De Heilige Geest is evenzeer de Geest van Christus. Hij is de Geest der waarheid.

De Grieks-orthodoxe kerkmens vlucht in de religie, de mystiek, de hogere sferen, om zo één te worden, door de Geest, met de Vader. De reformatorische kerkmens in het Westen kent de Geest, die ook van de Zoon is uitgegaan. Daardoor wordt het persoonlijke en individuele sterk naar voren gehaald, waardoor persoonlijke verantwoordelijkheid en initiatief wordt ontwikkeld. Hieraan danken wij de ontwikkeling van wetenschap en techniek en een sterke economische groei in de landen van Noordwest Europa en Amerika, landen die door de Reformatie zijn gevormd.

De Geest is niet een mystieke kracht, die mens en natuur verheft en heiligt, maar Hij is de Geest die ons leert wie Christus is: de Immanuël, God met ons. De Geest brengt ons Jezus Christus te binnen. In het Oosten gaat het om de vergoddelijking van de natuur en de kosmos en krijgt het geloof iets zweverigs en ongrijpbaars. Het heil is in de Grieks-orthodoxe geloofsbeleving de vergoddelijking van de schepping. Wat kunnen we dankbaar zijn dat eeuwen geleden onze toekomst werd bepaald door de belijdenis - het dogma - van de kerk, dat de Geest is uitgegaan van de Vader èn de Zoon. Wat is het een bron van vreugde om ook te zien hoe de Reformatie ons een scherp omlijnd zicht heeft gegeven op de rechtvaardigmaking van de goddeloze.

Vandaag worden het 'dogma' en de dogmatiek vaak als betrekkelijk onbeduidend afgedaan, zelfs soms onder protestanten en neo-protestanten (evangelischen).
Dat is jammer, omdat juist het dogma bepaalt wat we geloven en wat we geloven bepaalt wat en wie we zijn. Als we vasthouden aan die kostbare belijdenis van de Heilige Geest, die uitgaat van de Vader èn de Zoon, zal ons dat ook vandaag tot gelovige en verantwoordelijke mensen maken. We kennen Hem als de Geest der Waarheid, de Geest van de Vader en de Zoon. God, de Heilige Geest.

In 1878 schreef bisschop J.C. Ryle van Liverpool: "Maar iedereen die in deze tijd het ware Christendom hoog wil houden, raad ik aan om in het bijzonder de wacht te betrekken bij het eigenlijk werk en de bediening van de derde Persoon van de goddelijke Drieëenheid. Beproef de geesten of ze uit God zijn. Beproef elke nieuwe lering van deze tijd door twee eenvoudige vragen te stellen: "Waar is het Lam?" Direct gevolgd door: “Waar is de Heilige Geest?"

Feike ter Velde