De ene scan is de andere niet

Yme Horjus • 90 - 2014 • Uitgave: 12
Voorgangers in gemeenten en kerken hebben vanuit de Schrift een grote verantwoordelijkheid. Zij moeten waken over de zielen van hun gemeenteleden. Zij zullen daarover ook eenmaal rekenschap moeten afleggen. De schrijver van de Hebreeënbrief legt daar in het slothoofdstuk van zijn brief sterke nadruk op.

Vanuit mijn verantwoordelijkheid om aan die hoge roeping gevolg te geven ben ik zelf in mijn gemeente al sinds anderhalf jaar bezig om alle leden en vrienden van de gemeente te bezoeken met twee vragen, die ik kardinale vragen heb genoemd: “Wat betekent de Here Jezus voor jou en wat beteken jij voor de Here Jezus?” Ik ben nu halverwege het aantal adressen dat ik moet bezoeken en krijg daardoor een heel helder beeld van hoe het geloof bij mijn gemeenteleden leeft, hoeveel ernst er met de navolging van de Here wordt gemaakt en wat het discipelschap in de praktijk van het leven voor hen inhoudt. Langzamerhand ontwikkelt zich een scan van mijn gemeente.
In de medische wereld is een scan een vertrouwd middel om achter ziektes en afwijkingen te komen. Zo kennen we de CT-scan en ook de MRI-scan. Deze scans kunnen heel wat aan het licht brengen. Van de geestelijke gezondheid van mijn gemeente krijg ik nu een heel betrouwbaar beeld via de scan van ‘de twee kardinale vragen’.

Gemeenteonderzoek
Terwijl mijn diepteonderzoek loopt, was er binnen de gemeente behoefte om eens in de spiegel te kijken: wat voor een gemeente zijn we eigenlijk? Welke verlangens hebben we ten aanzien van ons gemeentelijke leven, ten aanzien van onze gemeenschapsbeleving en ten aanzien van allerlei zaken die we belangrijk vinden? Onze kerkenraad stelde voor een gemeenteonderzoek te starten en iemand daarvoor in de arm te nemen die de gemeente daaraan zou onderwerpen. Aldus geschiedde. Eigenlijk kun je zeggen dat dit ook een soort scan was.
De vijftig leden en vrienden die de avond van het onderzoek bezochten, kregen zeven kenmerken voorgeschoteld. Daarvoor moesten ze een cijfer omcirkelen tussen de 1 en 6. Daarmee spraken ze hun waardering uit ten negatieve of ten positieve. Hoe dichter bij de 1 hoe lager de waardering en hoe dichter bij de 6 hoe hoger de waardering.
De zeven kenmerken waren: 1. Bezield zijn door geloof en niet alleen maar alles draaiende willen houden of proberen te overleven. 2. Een naar buiten gerichte blik, meer bezig met het ‘geheel(d) dagelijks leven’ dan met het ‘kerkelijk leven’. 3. Op zoek naar wat God wil. Een gezonde gemeente vraagt zich af: wat wil God hier en nu van ons? 4. Ziet de kosten van verandering en groei onder ogen en durft deze op te brengen, in plaats van verandering tegenhouden en bang zijn voor mislukking. 5. Leven als echte gemeenschap en niet zozeer als een vereniging of religieuze organisatie. 6. Maakt ruimte voor iedereen, inclusief in plaats van exclusief. 7. Doe een paar dingen en doe ze goed. Eerder doelgericht dan verwoed met van alles en nog wat bezig.

Hoe ervaren we de gemeente?
Ik kan vele goede dingen zeggen van deze scan, maar heb er ook mijn vragen bij. De focus ligt bij deze scan op het gemeente-zijn. Hoe ervaren we de gemeente? Daar is alles op gericht. De cursusleidster die in 35 minuten(!) ons deze scan liet maken, vroeg bij het geven van de waardering dit vooral lekker extreem te doen. Dus liever enen en tweeën of vijven en zessen dan drieën en vieren. Dat vond ik op z’n zachtst gezegd merkwaardig, want de nuance moest blijkbaar verdwijnen. Is dat wetenschappelijk verantwoord? Ik vond het uiterst bedenkelijk.
Bovendien was dan het gevaar groot dat mensen het vooral gingen beschouwen als een klanttevredenheidsonderzoek en lage waarderingen zouden gaan geven. Dat laatste is inderdaad het geval geweest. Het waren vooral de lage scores die overheersten. Als dat de werkelijkheid van de gemeente weergeeft, kan ik er geen bezwaar tegen hebben. Maar als een onderzoek al zó wordt gestuurd, moet getwijfeld worden aan de betrouwbaarheid van de gegevens die eruit voortkomen. Lekker extreem invullen is dan je eigen output fundamenteel beïnvloeden.

Consument of navolger
Wat was nu het verschil tussen mijn scan en deze gemeentescan? Gaat het om het vergelijken van appels en peren? In zekere zin wel, want mijn scan betrof het eigen persoonlijke geloofsleven en die van de gemeentescan lag verder weg: de gemeente waar je van alles en nog wat van kon vinden. Het is makkelijker in de spiegel van de gemeente te kijken dan in de spiegel van jezelf. Want als je jezelf aankijkt in de spiegel, zie je je eigen onvolkomenheden en daar moet je wat mee… Maar als de spiegel van de gemeente voor mij de gebreken van de gemeente aanwijst, dan moet de leiding van de gemeente daar wat mee… Die moet daar verbetering in brengen, zodat de gemeente wordt wat ik ervan verwacht. Het verschil tussen de twee scans is: durf ik het aan om mijzelf te onderzoeken, of vind ik het wel genoeg als ik mijn mening kan uiten over hoe de gemeente functioneert?
De ene scan is de andere niet. Een scan naar hoe mijn navolging van Jezus eruit ziet, levert een persoonlijk risico op dat dit tegen kan vallen. Het is veiliger een klanttevredenheidsonderzoek te doen… Maar misschien is dit een al te misprijzende term en moet ik hopen dat beide onderzoeken recht van bestaan hebben en ook elkaar aanvullen. Ik moet aan mijn cynisme voorbij zien te komen. Maar het valt niet mee, omdat de praktijk leert dat we ons heel vaak opstellen als consumenten in plaats van navolgers en discipelen.

Yme Horjus