De eerste kerkverlater
Het woord ‘kerkverlater’ kom je niet zozeer tegen in de Bijbel, wèl het gevoel dat Paulus uitdrukt om zijn verdriet weer te geven bij het afhaken van zijn medewerker Demas. ‘Demas heeft mij verlaten uit liefde voor de tegenwoordige wereld’ (2 Timotheüs 4:10) Je voelt dat het Paulus door zijn ziel snijdt.
Aan het eind van zijn leven maakt Paulus de balans op van zijn bediening als evangelieprediker en gemeentestichter. In hoofdstuk 4 van de tweede brief aan Timotheüs is hij druk doende om de plussen en de minnen tegen elkaar af te wegen.
Je vindt daar gedenkwaardige zinnen die Paulus wijdt aan zijn levenseinde dat hij voelt naderen: ‘Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien’ (vers 8).
Hartverscheurend
Deze woorden ademen troost en verwachting! Toch kan hij niet verbergen dat het hem pijn doet dat Demas hem in de steek heeft gelaten. De reden daarvan is voor Paulus hartverscheurend: ‘hij heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen…’ Sommige mensen zijn er dan als de kippen bij om te zeggen dat we niet te snel de conclusie moeten trekken dat Demas van zijn geloof is afgevallen. Calvijn vestigt er de aandacht op dat Paulus niet schreef: ‘Demas heeft de Heer verlaten’, maar ‘hij heeft mij verlaten…’ Demas zou niet goed tegen de mistroostige omstandigheden hebben gekund waaronder Paulus gevangen zat en bedacht dat hij in Thessaloniki, waar hij vandaan kwam - geboren en getogen was - ook voor de mensen iets kon betekenen vanuit het Evangelie.
Ik denk dat we onszelf maar gauw uit deze droom moeten helpen. De meeste uitleggers zijn het er wel over eens dat de uitdrukking ‘het liefhebben van deze tegenwoordige wereld’ niets anders kan betekenen dan een verloochenen van de zaak van Christus. Laten we er maar geen doekjes om winden: het was gewoon foute boel met het geloof van Demas. Hetzelfde Griekse werkwoord dat in vers 9 met ‘verlaten’ wordt vertaald, wordt in vers 16 weergegeven met ‘in de steek laten’. Dat is dus de gevoelswaarde die het vertrek van Demas bij Paulus heeft teweeggebracht.
Vervolging
We kunnen nog zo proberen de handelwijze van Demas wat op te poetsen, maar het moet gewoon gezegd worden, dat Demas er de brui aan heeft gegeven. Wij weten niet of het voor Paulus een donderslag bij heldere hemel was of dat hij het heeft zien aankomen. Met andere woorden dat hij het al een tijdje had gemerkt, dat Demas de vreugde van het geloof wat was kwijtgeraakt. Het was ook geen gemakkelijke tijd in Rome gedurende het bewind van keizer Nero, die een christenhater van het zuiverste water was. Als het vuur van de vervolging je zo na aan de schenen wordt gelegd, dan kan het zomaar gebeuren dat het geloof zomaar uit je hart wegdruppelt.
Natuurlijk heeft Demas niet gezegd: ‘Paulus ik ga bij je weg, want ik heb de tegenwoordige wereld lief gekregen…’ Nee, hij had zijn excuses, uitvluchten en verontschuldigingen, zoals wij dat dan vaak ook hebben. Misschien heeft hij wel gezegd dat hij nodig weer eens terug moest naar zijn familie in Griekenland. Maar Paulus voelde waar de schoen wrong! Zoiets heb je dan toch wel in de gaten van je naaste medewerker. Dat het gebed van Demas de laatste tijd iets ‘stereotyps’ kreeg, dat de overtuiging zoek raakte, dat de bezieling er op een zeker moment uit was. Dat merk je met je hart. Dat zie je met je ogen. Paulus heeft dat misschien haarscherp aangevoeld.
Zo werd Demas misschien wel de eerste kerkverlater in de kerkgeschiedenis, waarvan het met zoveel woorden is opgeschreven. Kerkverlater avant la lettre, want nu zijn ze er bij bosjes en inderdaad staat dat woord ‘kerkverlater’ zelfs in het woordenboek van Van Dale.
Verwijten
Kerkverlaters zijn er in soorten en maten. Mensen die redenen hebben, die we kunnen begrijpen. Mensen ook met redenen waar we vraagtekens bij hebben. Sommigen zijn meesters in het neerleggen van de schuldvraag bij anderen. De kerk heeft het gedaan, die dominee van toen heeft hen onheus behandeld, de ouderlingen hebben het pastoraal helemaal laten afweten, enzovoort, enzovoort. Verwijten bij de vleet zonder dat mensen dan bij zichzelf te rade gaan.
Soms worden Demassen ook gemaakt! Ik bedoel daarmee dat een lege prediking ook de oorzaak kan zijn van lege kerkbanken. Als de verkondiging niet meer inhoudt dan dat je aardig moet zijn voor alle mensen, waarom zou je dan op een zeker moment nog naar de kerk blijven gaan? Heel veel mensen zijn de kerk uitgepreekt door een slappe hap en melkpreken. Hoeveel van dit soort Demassen heeft Nederland niet door de massale kerkverlating en de voortwoekerende secularisatie?
Misschien komen de Demassen ook voor in onze eigen familie, in ons eigen gezin. Ik weet dat er broeders en zusters zijn bij wie de vonk van het Evangelie niet is overgeslagen op hun kinderen. Ze hebben er dagelijks verdriet van. En ze vragen zich soms af: wat hebben wij verkeerd gedaan? Waarom hebben onze kinderen de weg naar de Here Jezus en naar de gemeente niet gevonden?
Zo belangrijk
Ouders kunnen daar niet alles aan bijdragen, maar wel veel. Hoe ze de liefde van de Here Jezus aan hun kinderen voorleven, dat is zo belangrijk! Kinderen luisteren niet alleen naar woorden, maar letten ook op daden. Ze luisteren niet alleen met hun oren, maar luisteren ook met hun ogen! Zij prikken meedogenloos door de schijn heen. Laten we toch echt en oprecht mogen zijn in ons getuigenis naar onze kinderen. De evangelisatie begint altijd in Jeruzalem. Wij richten misschien onze blik op Judea, Samaria en het einde der aarde, maar het begint in Jeruzalem. In het Jeruzalem van ons gezinsleven, in ons getuigenis naar onze kinderen. En die kinderen zien zo haarscherp, ze kunnen dwars door alles heen kijken.
Wat zien onze kinderen van onze liefde voor de Here Jezus? Hoe merken ze dat wij met God wandelen? Zijn er momenten dat ze zien dat we worstelen met dingen in de omgang met de Heer en dat ons leven doortrokken is van het verlangen dat we gehoorzaam willen zijn aan Zijn wil en geboden. Kortom: houden wij van de Here Jezus en van zijn gemeente en zien de kinderen daar iets van?
Meegekregen
Jaren geleden heeft Freek de Jonge het initiatief genomen om domineeskinderen bij elkaar te halen voor een ontmoetingsdag. Velen van hen waren, zoals Freek de Jonge zelf, afgehaakt, maar waren wel voor het overgrote deel terechtgekomen in sociale beroepen. Dat hadden ze dan wel van thuis meegekregen… Bij Freek de Jonge vermoed ik steeds dat hij nog altijd niet van God los is.
Wij hebben zelf als ouders de vreugde, het voorrecht en de genade mogen ervaren dat onze kinderen alle drie tot de Heer zijn gekomen en dicht bij God leven. Ik weet maar al te goed dat dit geen verdienste is. Het is eerder schering en inslag, dat kinderen uit voorgangersgezinnen, doordat ze de binnenkant van het pastorieleven hebben meegemaakt, afhaken als het gaat om hun eigen keuze voor Jezus.
Ik weet dat ouders en grootouders bidden voor hun kinderen en kleinkinderen die de weg van Demas zijn opgegaan. Dat is ook het beste wat je kunt doen. Er kan namelijk een moment komen dat je met je kinderen niet meer over God kunt praten. Maar als je met je kinderen niet meer over God kunt praten, dan kun je altijd nog wel met God over je kinderen praten en voor hen bidden! Wordt dan dit gebed altijd verhoord? Komen alle Demassen dan weer terecht en vinden ze de weg weer terug naar de Heer en de gemeente? Wat weten we uiteindelijk van Demas zelf? Is er iets over hem bekend? De Bijbel zwijgt erover in alle talen. Maar vanuit buitenbijbelse bron zijn er twee overleveringen. De een verhaalt hoe Demas uiteindelijk priester werd in een heidense tempel in Thessaloniki en later een bestrijder van de gemeente werd.
Blijven bidden
In een andere traditie zien we een hele andere afloop. Toen hij weer in Thessaloníki kwam en de gemeente daar merkte dat hij de andere gelovigen niet opzocht en ook geen brief van Paulus bij zich had, hebben ze niet opgehouden voor hem te bidden en hem op een hele fijnzinnige en tactvolle manier laten weten dat hij altijd welkom was en niet door hen was afgeschreven. Uiteindelijk heeft dat zijn hart weer zacht gemaakt en is hij weer in het spoor van het Evangelie terechtgekomen. Ik hoop dat deze laatste traditie de juiste is geweest in het geval van Demas. Ik weet het niet, alleen God weet het.
Het mag ons dan een grote troost zijn om te weten dat onze Heiland zelf ook tijdens zijn aardse leven heeft ervaren hoe het is om in de steek gelaten te zijn. Dat de discipelen allemaal afhaakten toen hij onderweg was naar Zijn kruis, hoe de één Hem niet meer kende, de ander Hem verloochende en een derde Hem zelfs verraadde. Hij is de weg alleen gegaan. Hij heeft de pers alleen getreden. Aan het kruis door God en mensen verlaten. Daarom weet Hij hoe het voelt van ouders die hun kinderen niet meer de weg van het geloof zien gaan. Ook Hij bidt dan als Hogepriester voor hen en ook de Geest pleit voor hen met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Yme Horjus
Aan het eind van zijn leven maakt Paulus de balans op van zijn bediening als evangelieprediker en gemeentestichter. In hoofdstuk 4 van de tweede brief aan Timotheüs is hij druk doende om de plussen en de minnen tegen elkaar af te wegen.
Je vindt daar gedenkwaardige zinnen die Paulus wijdt aan zijn levenseinde dat hij voelt naderen: ‘Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien’ (vers 8).
Hartverscheurend
Deze woorden ademen troost en verwachting! Toch kan hij niet verbergen dat het hem pijn doet dat Demas hem in de steek heeft gelaten. De reden daarvan is voor Paulus hartverscheurend: ‘hij heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen…’ Sommige mensen zijn er dan als de kippen bij om te zeggen dat we niet te snel de conclusie moeten trekken dat Demas van zijn geloof is afgevallen. Calvijn vestigt er de aandacht op dat Paulus niet schreef: ‘Demas heeft de Heer verlaten’, maar ‘hij heeft mij verlaten…’ Demas zou niet goed tegen de mistroostige omstandigheden hebben gekund waaronder Paulus gevangen zat en bedacht dat hij in Thessaloniki, waar hij vandaan kwam - geboren en getogen was - ook voor de mensen iets kon betekenen vanuit het Evangelie.
Ik denk dat we onszelf maar gauw uit deze droom moeten helpen. De meeste uitleggers zijn het er wel over eens dat de uitdrukking ‘het liefhebben van deze tegenwoordige wereld’ niets anders kan betekenen dan een verloochenen van de zaak van Christus. Laten we er maar geen doekjes om winden: het was gewoon foute boel met het geloof van Demas. Hetzelfde Griekse werkwoord dat in vers 9 met ‘verlaten’ wordt vertaald, wordt in vers 16 weergegeven met ‘in de steek laten’. Dat is dus de gevoelswaarde die het vertrek van Demas bij Paulus heeft teweeggebracht.
Vervolging
We kunnen nog zo proberen de handelwijze van Demas wat op te poetsen, maar het moet gewoon gezegd worden, dat Demas er de brui aan heeft gegeven. Wij weten niet of het voor Paulus een donderslag bij heldere hemel was of dat hij het heeft zien aankomen. Met andere woorden dat hij het al een tijdje had gemerkt, dat Demas de vreugde van het geloof wat was kwijtgeraakt. Het was ook geen gemakkelijke tijd in Rome gedurende het bewind van keizer Nero, die een christenhater van het zuiverste water was. Als het vuur van de vervolging je zo na aan de schenen wordt gelegd, dan kan het zomaar gebeuren dat het geloof zomaar uit je hart wegdruppelt.
Natuurlijk heeft Demas niet gezegd: ‘Paulus ik ga bij je weg, want ik heb de tegenwoordige wereld lief gekregen…’ Nee, hij had zijn excuses, uitvluchten en verontschuldigingen, zoals wij dat dan vaak ook hebben. Misschien heeft hij wel gezegd dat hij nodig weer eens terug moest naar zijn familie in Griekenland. Maar Paulus voelde waar de schoen wrong! Zoiets heb je dan toch wel in de gaten van je naaste medewerker. Dat het gebed van Demas de laatste tijd iets ‘stereotyps’ kreeg, dat de overtuiging zoek raakte, dat de bezieling er op een zeker moment uit was. Dat merk je met je hart. Dat zie je met je ogen. Paulus heeft dat misschien haarscherp aangevoeld.
Zo werd Demas misschien wel de eerste kerkverlater in de kerkgeschiedenis, waarvan het met zoveel woorden is opgeschreven. Kerkverlater avant la lettre, want nu zijn ze er bij bosjes en inderdaad staat dat woord ‘kerkverlater’ zelfs in het woordenboek van Van Dale.
Verwijten
Kerkverlaters zijn er in soorten en maten. Mensen die redenen hebben, die we kunnen begrijpen. Mensen ook met redenen waar we vraagtekens bij hebben. Sommigen zijn meesters in het neerleggen van de schuldvraag bij anderen. De kerk heeft het gedaan, die dominee van toen heeft hen onheus behandeld, de ouderlingen hebben het pastoraal helemaal laten afweten, enzovoort, enzovoort. Verwijten bij de vleet zonder dat mensen dan bij zichzelf te rade gaan.
Soms worden Demassen ook gemaakt! Ik bedoel daarmee dat een lege prediking ook de oorzaak kan zijn van lege kerkbanken. Als de verkondiging niet meer inhoudt dan dat je aardig moet zijn voor alle mensen, waarom zou je dan op een zeker moment nog naar de kerk blijven gaan? Heel veel mensen zijn de kerk uitgepreekt door een slappe hap en melkpreken. Hoeveel van dit soort Demassen heeft Nederland niet door de massale kerkverlating en de voortwoekerende secularisatie?
Misschien komen de Demassen ook voor in onze eigen familie, in ons eigen gezin. Ik weet dat er broeders en zusters zijn bij wie de vonk van het Evangelie niet is overgeslagen op hun kinderen. Ze hebben er dagelijks verdriet van. En ze vragen zich soms af: wat hebben wij verkeerd gedaan? Waarom hebben onze kinderen de weg naar de Here Jezus en naar de gemeente niet gevonden?
Zo belangrijk
Ouders kunnen daar niet alles aan bijdragen, maar wel veel. Hoe ze de liefde van de Here Jezus aan hun kinderen voorleven, dat is zo belangrijk! Kinderen luisteren niet alleen naar woorden, maar letten ook op daden. Ze luisteren niet alleen met hun oren, maar luisteren ook met hun ogen! Zij prikken meedogenloos door de schijn heen. Laten we toch echt en oprecht mogen zijn in ons getuigenis naar onze kinderen. De evangelisatie begint altijd in Jeruzalem. Wij richten misschien onze blik op Judea, Samaria en het einde der aarde, maar het begint in Jeruzalem. In het Jeruzalem van ons gezinsleven, in ons getuigenis naar onze kinderen. En die kinderen zien zo haarscherp, ze kunnen dwars door alles heen kijken.
Wat zien onze kinderen van onze liefde voor de Here Jezus? Hoe merken ze dat wij met God wandelen? Zijn er momenten dat ze zien dat we worstelen met dingen in de omgang met de Heer en dat ons leven doortrokken is van het verlangen dat we gehoorzaam willen zijn aan Zijn wil en geboden. Kortom: houden wij van de Here Jezus en van zijn gemeente en zien de kinderen daar iets van?
Meegekregen
Jaren geleden heeft Freek de Jonge het initiatief genomen om domineeskinderen bij elkaar te halen voor een ontmoetingsdag. Velen van hen waren, zoals Freek de Jonge zelf, afgehaakt, maar waren wel voor het overgrote deel terechtgekomen in sociale beroepen. Dat hadden ze dan wel van thuis meegekregen… Bij Freek de Jonge vermoed ik steeds dat hij nog altijd niet van God los is.
Wij hebben zelf als ouders de vreugde, het voorrecht en de genade mogen ervaren dat onze kinderen alle drie tot de Heer zijn gekomen en dicht bij God leven. Ik weet maar al te goed dat dit geen verdienste is. Het is eerder schering en inslag, dat kinderen uit voorgangersgezinnen, doordat ze de binnenkant van het pastorieleven hebben meegemaakt, afhaken als het gaat om hun eigen keuze voor Jezus.
Ik weet dat ouders en grootouders bidden voor hun kinderen en kleinkinderen die de weg van Demas zijn opgegaan. Dat is ook het beste wat je kunt doen. Er kan namelijk een moment komen dat je met je kinderen niet meer over God kunt praten. Maar als je met je kinderen niet meer over God kunt praten, dan kun je altijd nog wel met God over je kinderen praten en voor hen bidden! Wordt dan dit gebed altijd verhoord? Komen alle Demassen dan weer terecht en vinden ze de weg weer terug naar de Heer en de gemeente? Wat weten we uiteindelijk van Demas zelf? Is er iets over hem bekend? De Bijbel zwijgt erover in alle talen. Maar vanuit buitenbijbelse bron zijn er twee overleveringen. De een verhaalt hoe Demas uiteindelijk priester werd in een heidense tempel in Thessaloniki en later een bestrijder van de gemeente werd.
Blijven bidden
In een andere traditie zien we een hele andere afloop. Toen hij weer in Thessaloníki kwam en de gemeente daar merkte dat hij de andere gelovigen niet opzocht en ook geen brief van Paulus bij zich had, hebben ze niet opgehouden voor hem te bidden en hem op een hele fijnzinnige en tactvolle manier laten weten dat hij altijd welkom was en niet door hen was afgeschreven. Uiteindelijk heeft dat zijn hart weer zacht gemaakt en is hij weer in het spoor van het Evangelie terechtgekomen. Ik hoop dat deze laatste traditie de juiste is geweest in het geval van Demas. Ik weet het niet, alleen God weet het.
Het mag ons dan een grote troost zijn om te weten dat onze Heiland zelf ook tijdens zijn aardse leven heeft ervaren hoe het is om in de steek gelaten te zijn. Dat de discipelen allemaal afhaakten toen hij onderweg was naar Zijn kruis, hoe de één Hem niet meer kende, de ander Hem verloochende en een derde Hem zelfs verraadde. Hij is de weg alleen gegaan. Hij heeft de pers alleen getreden. Aan het kruis door God en mensen verlaten. Daarom weet Hij hoe het voelt van ouders die hun kinderen niet meer de weg van het geloof zien gaan. Ook Hij bidt dan als Hogepriester voor hen en ook de Geest pleit voor hen met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Yme Horjus