De doorn in het vlees

P de Bruin • 76 - 2000/01 • Uitgave: 7
Om in geur en kleur van woorden zijn gehoor te boeien, dat kon Paulus niet. Door God aangesteld als een apostel onder de heidenen, maar hij miste de gave van het woord. Daar heeft hij heel veel last van gehad. Ondanks zijn succesvolle zendingsarbeid waren zijn preken niet geliefd. Paulus wist dat. Hij wist dat men zijn preken zelfs verachtelijk vond, niets voorstellend. Een bijkomstige narigheid was dat zijn persoonlijke verschijning bepaald niet indrukwekkend was. Moeilijk uit zijn woorden komend heeft deze minderwaardig ogende man op vele kansels gestaan; vaak zal dat een kist of een stoel geweest zijn. In gedachten zie je hem daar staan, pogend om zijn gehoor met zijn woorden te bereiken. Sommigen luisteren, velen hebben hun blik op oneindig gezet of zitten te slapen. Van enkele vooraanzittenden is de mond getekend door een dun minachtend glimlachje. Zo zou dat nu zijn en zo was dat vroeger. Mensen veranderen niet. Geen benijdenswaardige positie voor Paulus: preken niks, een verschijning van niks, gesloten ogen, minachtende glimlachjes en hatelijke commentaren. Een voortdurende pijniging is dat voor hem geweest. Hij wilde een goddelijke roeping waar maken, maar dat kostte hem zo ontzettend veel moeite. Vooral dat hij de gave van het woord miste was voor hem een voortdurende kwelling, 'tot een scherpe doorn in het vlees'.

Tijdens zijn vele zendingsreizen heeft Paulus heel wat moeten doorstaan, zoals overvallen, vervolging, gevangenis, martelingen enz. Niets daarvan was hem tot een voortdurende kwelling geveest, tot een doorn in zijn vlees. Nee, het was die plaats op de kansel. Hij smeekte de Almachtige om van hem een welbespraakt iemand te maken, maar dat gebed werd niet verhoord. Het werd wel beantwoord! God maakte hem duidelijk dat zijn gebed niet werd verhoord om te voorkomen dat hij hoogmoedig zou worden, zich zou 'verheffen'. Dit maakt al duidelijk dat Paulus' doorn in het vlees niet doelde op een lichamelijke kwaal. Iemand die daarvan wordt genezen is weer zoals andere gezonde mensen en heeft dan ook geen reden om hoogmoedig te worden. Hoogmoedig kan iemand worden als hij iets meer is dan een ander, of iets beter kan dan een ander. Voor Paulus zou dat welsprekendheid geweest zijn. Juist in zijn tijd werd dat heel erg hoog gewaardeerd. God schonk hem dus die gave niet. De Almachtige zei wel tegen hem: ' Mijn genade is u genoeg". Paulus heeft dat aanvaard. Tijdens zijn vele en verre reizen heeft hij al predikende tal van geloofsgemeenschappen gesticht. Hij heeft dat gedaan ondanks die pijnlijke doorn in zijn vlees. Gods genade was hem genoeg.

Pé de Bruin