De Cyberkolonel

Jaap Spaans • 88 - 2012 • Uitgave: 3
Vanaf 1 januari heeft onze krijgsmacht er een nieuwe functie bij: de Cyberkolonel. Deze officier gaat een team leiden dat zich toelegt op het voeren van internetoorlogen oftewel cyberwar. Het begrip ‘cyber’, afgeleid van het Griekse woord ‘(Kyber)netes’ dat stuurman betekent, is binnen enkele jaren ingeburgerd in ons taalgebruik. Dat is opmerkelijk en geeft weer hoe dominant de computer is geworden in onze moderne samenleving. De voordelen van computertechnologie zoals efficiency, bijdragen aan de wetenschap en evangelisatiemogelijkheden via moderne media, zijn genoegzaam bekend.
Dertig jaar na de massale invoering van de computer worden we nu echter ook geconfronteerd met de zwaarwegende nadelen. Bijbels en profetisch bezien is er alle reden om deze ontwikkeling waakzaam te volgen. Misbruik van het internet is immers een van de vele grensoverstijgende problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. Andere voorbeelden zijn de schuldenproblematiek, terrorisme, criminaliteit en milieuverontreiniging. Het zijn problemen die een internationale aanpak vereisen. Dat proces leidt tot mondiale machtsconcentratie, die kan uitmonden in een werelddictatuur.

Kwetsbare wapensystemen en infrastructuur
De afgelopen jaren is bewezen dat buitenlandse mogendheden spionage bedrijven via het internet. De Defensiekrant meldde onlangs dat een derde van de veiligheidsincidenten bij de NAVO van buitenaf komen. Wapensystemen worden steeds afhankelijker van computergestuurde geleidingssystemen, waarop kan worden ingebroken. Dat maakt dergelijke systemen kwetsbaar. Omdat het inkopen van computerdeskundigheid goedkoper is dan het in stand houden van een traditioneel leger, kunnen ook terroristen en schurkenstaten zich roeren op het digitale slagveld. Joysticks en toetsenborden zijn niet meer weg te denken uit het moderne wapenarsenaal.
Niet alleen militaire doelen, maar ook de civiele infrastructuur loopt gevaar. In november 2011 werd een waterleidingsysteem in de VS door hackers gekraakt. Cybercriminelen en geheime diensten tonen steeds meer belangstelling voor de cruciale infrastructuur van landen. Door deze lam te leggen kan een samenleving in chaos raken. Een Amerikaanse topambtenaar die enige maanden geleden ons land bezocht om ambtenaren van Rijkswaterstaat bij te praten over de kwetsbaarheid van proces- en informatiesystemen, uitte een ernstige waarschuwing. “Niet de echte, maar de digitale dijken staan op springen.” Rond het bezoek stond de vraag centraal: ‘Hoe beheers je een crisis die geen onheil op het water of op de weg brengt, maar je informatiesystemen lamlegt?’

Computercriminaliteit
Door aanstelling van de cyberkolonel volgt de krijgsmacht de ontwikkelingen in de samenleving. In een jaar tijd is de computercriminaliteit verdubbeld. Politie, justitie en banken richtten in 2011 het zogenaamde bankenteam op om computercriminaliteit te voorkomen en op te sporen. Nederland is koploper als het gaat om gebruik van de computer in het dagelijks leven, zoals internetbankieren en betrekken van overheidsdiensten. Dat maakt ook de individuele burger kwetsbaar. In september 2011 kwam het bedrijf Diginotar in opspraak, dat veiligheidscertificaten verstrekte voor overheidsdiensten als DiGiD. Hackers, vermoedelijk uit het buitenland, slaagden erin het computersysteem binnen te dringen en valse certificaten te creëren.
Christenen vormen een afspiegeling van de samenleving als het gaat om gebruik van computertechnologie. Ook lezers van dit blad kunnen thuis of op het werk worden geconfronteerd met computercriminaliteit, zoals het ontfutselen van bankgegevens via mails (phishing), identiteitsfraude en pinpasfraude (skimming). Inbreken in computers is strafbaar gesteld in artikel 138a van ons Wetboek van Strafrecht. Maar waar en bij welke instantie doe je als benadeelde aangifte en wie start het opsporingsonderzoek als je computer wordt gekraakt vanuit een land aan de andere kant van de aardbol? Dat kan alleen via een opsporingsinstantie met grensoverschrijdende bevoegdheden.

Profetisch
Het proces dat ik schetste zal onherroepelijk leiden tot mondiale samenwerking, meer greep van bovenaf op ons doen en laten en aanscherping van identificatieregels. In een decennium tijd zijn moderne identificatiesystemen op basis van biometrie en chiptechnologie geruisloos ons leven binnen ‘geslopen’. Anno 2012 worden er alleen nog paspoorten en identiteitskaarten verstrekt, voorzien van een chip met biometrische kenmerken. Wie weigert zijn vingerafdrukken af te geven zal zich niet kunnen identificeren bij officiële instanties.
Hoewel het proces zich afspeelt in de harde schijven van computers en onttrokken aan onze directe waarneming, vordert het razendsnel. Illustratief is de situatie in India. Twee jaar geleden is de bevolking van dat immense land binnen anderhalf jaar geregistreerd en voorzien van een identiteitskaart met biometrische kenmerken. Alleen een mondiaal systeem kan het snel groeiende probleem van cybercriminaliteit beheersbaar houden. Dat zal onvermijdelijk ten koste gaan van grondwettelijke en levensbeschouwelijke vrijheden. Wie zich niet schikt naar het systeem, zal worden uitgesloten van het sociale en economische verkeer (Openbaring 13:11-18).
De spanning in de samenleving neemt voelbaar toe. Aan de profeet Daniël werden in dromen, visioenen en gezichten de Goddelijke verborgenheden geopenbaard, die verwijzen naar deze ernstige tijd. Het wachten is op een Goddelijk ingrijpen (Daniël 2:28,45; 7:23-28; 8:26-27; 12:9). We stellen ons vertrouwen niet op de cyberkolonel, hoe goedbedoeld en nodig ook, maar zien met reikhalzend verlangen uit naar Zijn wederkomst.

Jaap Spaans