De blijde boodschap klinkt door (1)

Martin Penning • 90 - 2014 • Uitgave: 11
Romeinen 1:18-32

De blijde boodschap klinkt door, dat lijkt in tegenstelling te staan tot de dikwijls gehoorde woorden van Gods Toorn, maar is dat zo? Als u van ‘zwaardere huize’ komt is het mogelijk dat de toorn van God een overbelicht thema wordt. Het gevolg kan zijn dat er angst is ontstaan voor God. Als u in ‘lichtere kringen’ vertoeft is het goed mogelijk dat er zeer weinig gesproken wordt over de toorn van God. Hierdoor kan er een Godsbeeld zijn ontstaan van een ‘goedige Vader’ die het allemaal wel best vindt.
Vanuit Romeinen 1:18-32 willen we nadenken over Gods toorn en zullen we ontdekken dat het ons brengt bij Zijn Vaderhart, Zijn rechtvaardig handelen en Zijn onvoorwaardelijke liefde!


Wat is de toorn van God?
Het woordje toorn heeft in dit geval de betekenis van verbolgenheid of boosheid. We hebben hier te maken met de boosheid of verbolgenheid van God over de zonde en de zondigheid van de mens. Zo schrijft Paulus in Romeinen 1:18 dat de boosheid van God geopenbaard wordt over alle goddeloosheid en ongerechtigheid.
Het is goed om ons bewust te zijn van het feit dat goddelijke toorn heel wat anders is dan menselijke boosheid. Menselijke boosheid is vaak een emotie waarin ik-gerichtheid een grote rol speelt. Onze boosheid is vermengd met hoogmoed, trots, vijandigheid en gemeenheid. Gods boosheid is absoluut vrij van deze menselijke gevoelens. Gods toorn is een volmaakte reactie op de ongerechtigheid van de mens. God is heilig verontwaardigd over de zonde en verdraagt de zonde niet.
Het tekstgedeelte begint met het woordje ‘want’ (vers 18) en verbindt dit vers met het vorige gedeelte. Paulus was in zijn brief aan de Romeinen begonnen om zijn blijdschap te tonen over het Evangelie. Het is een blijde Boodschap waar Hij zich niet voor schaamt (vers 16). De blijde Boodschap is een kracht van God. Het breekt verhardde mensenharten open en is tot verlossing en zaligheid. Het Goede Nieuws is dat God de mens rechtvaardig heeft verklaard (vers 17). De rechtvaardige Zoon van God stierf voor de onrechtvaardige mens. We leren Gods rechtvaardigheid alleen kennen door ons vertrouwen te stellen op de Here Jezus Christus. Die rechtvaardige status kunnen wij niet verdienen, maar mogen we ontvangen door Gods genade. Gods rechtvaardigheid en barmhartigheid leer je ten diepste kennen door te weten dat Hij verbolgen is over de zonde.

Nu al zichtbaar
Vers 18 geeft aan dat Gods boosheid over de zonde vandaag de dag al zichtbaar wordt. In het verloop van de brief aan de Romeinen maakt Paulus duidelijk hoe de toorn van God nu al zichtbaar wordt in deze wereld.
1. De boosheid van God over de zonde wordt zichtbaar door de dood die is ingetreden na de zondeval (Romeinen 5:15-16). De dood maakt Gods boosheid over de zonde zichtbaar. De dood is een oordeel van God over de goddeloosheid en onrechtvaardigheid van de mens die is voortgekomen uit de eerste Adam. Maar God heeft zelf in de tweede Adam, Zijn Zoon Jezus Christus, voor de oplossing gezorgd. De Here Jezus is als eersteling opgestaan uit de dood en over diegenen die in Hem geloven heeft de dood geen macht meer.
2. De algemene doelloosheid en ellende zijn een bewijs van Gods toorn. Door de zondeval is de schepping vervallen in doelloosheid. We leven niet meer in de paradijselijke situatie, maar zijn onderdeel geworden van een wereld in barensnood (Romeinen 8:18-22). Maar door de komst van de Heere Jezus is er hoop en verwachting en zien we uit naar het einddoel: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
3. Het immorele gedrag van de mens laat de toorn van God over de zonde zien. God heeft de mens overgegeven aan de eigen begeerten van zijn hart (Romeinen 1:24,26,28). Als het ware zegt de Here: “Als jullie niet naar mij willen luisteren dan geef ik je over aan jezelf.”

Wat is de reden van Gods toorn?
De reden van Gods toorn is de goddeloosheid en de ongerechtigheid (vers 18). Hierin zien we de houding van de mens. Er is afwezigheid van godsdienstige eerbied en zijn handelen is in strijd met Gods wil en Zijn Woord. Terwijl voor ieder mens kennis van God beschikbaar is door middel van de schepping en de natuurlijke ordening (vers 19-20). De Here die in Zichzelf onzichtbaar en onkenbaar is, heeft Zichzelf zowel zichtbaar als kenbaar gemaakt door wat Hij heeft geschapen. De schepping is een zichtbare onthulling van een onzichtbare God. Kortom: in ieder mens is een ingeschapen Godsbesef! Ieder mens weet van binnen uit dat God bestaat. Het is makkelijker om in een God te geloven dan bewust God te ontkennen. Uiteindelijk is niemand te verontschuldigen (vers 20).
Gods boosheid gaat over mensen die bewust dit ingeschapen Godsbesef onderdrukken (vers 18). Heel bewust drukken ze het bestaan van God weg. Het gevolg is dat ze nooit de Schepper zullen ontmoeten en daardoor ook Zijn getoonde liefde in de Zoon niet leren kennen.
De schepping wil ons laten zien dat God eeuwig is, dat Hij creatief is, dat Hij majestueus is. Door de schepping mogen we leren dat we geschapen zijn tot glorie van God. Het leven van een mens behoort geheel gericht te zijn op zijn Schepper. Uit dankbaarheid mogen we tot Zijn eer leven.

Glorie van de Schepper
Maar God is niet alleen de Schepper, maar ook de Redder. Het ingeschapen Godsbesef moet ons brengen bij het Evangelie van Jezus Christus (vers 16). Wat moet het ons als christenen een verdriet doen als we zien dat ons land en volk steeds verder de waarheid onderdrukken. Het ingeschapen Godsbesef is verruild voor de leugen van de evolutietheorie. Het gaat niet meer om de glorie van de Schepper, maar om de glorie van de mens.
Maar de blijde Boodschap van bekering en eeuwig behoud mag nog steeds klinken. Van onszelf zijn we onrechtvaardig. Maar in onze onrechtvaardigheid is Gods rechtvaardigheid tot ons gekomen in Zijn Zoon. De losprijs voor ons leven is betaald op Golgotha. De toorn van God en Zijn veroordeling is door het volbrachte werk van de Here Jezus van ons afgewend. De Schepper van hemel en aarde is nu onze Vader in de hemel. De blijde boodschap klinkt door.

Martin Penning