De Bijbel is helemaal niet zo duidelijk over de hel

Wim Embtregts • 89 - 2013 • Uitgave: 2
(Kop van een artikel van Rik Bokelman in CIP.nl, 16/10/2012)

De Amerikaanse filmmaker Kevin Miller maakte de film ‘Hellbound’ (‘Op weg naar de hel’) en laat daarin prominente theologen uitspraken doen over de hel. De film wil de christelijke wereld een ‘tot nadenken stemmend alternatief’ bieden als het gaat om de hel. Want volgens Miller is ‘de Bijbel… helemaal niet zo duidelijk over de hel als christenen vaak denken’ en is het per definitie helemaal geen probleem wanneer je een christen bent die zichzelf beschouwt als universalist en gelooft dat uiteindelijk iedereen gered zal worden.”

Het is wel heel merkwaardig om iemand te horen zeggen: “De Bijbel is helemaal niet zo duidelijk over de hel.” Dé autoriteit over de hel is Jezus. Hij zegt er zelfs het meeste over. Al direct in het begin van het Evangelie van Johannes zegt Hij ook duidelijk wat Zijn uitgangspunt is: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht”> (Johannes 3:16-21).

Liever duisternis
Jezus wil dat er niemand verloren gaat, Hij wil dat iedereen het eeuwige leven verkrijgt en dus zou je Hem een ‘Alverzoener’ kunnen noemen. Maar het punt zit daar dat de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht. Dáárdoor kon Jezus geen ‘Alverzoener’ worden. Hij zegt nadrukkelijk dat de mens zijn eigen keuze maakte. En zijn eigen gevolgtrekkingen moet maken.
Want in Genesis 1 lezen we dat God de hemel en de aarde schiep, maar we horen niets over de hel. Later lezen we pas in Matteüs 25:41 van ‘het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.’ Zij zijn ook, samen met het beest en de valse profeet, de eersten die er zullen komen. Het lijkt of de hel helemaal niet in de bedoeling van God heeft gelegen, maar dat Hij hem wel moest scheppen om een plaats te vinden voor allen die Hem de rug toekeren en hun eigen (zondige) weg gaan. Ook is het opvallend dat het juist Jezus is die in Zijn leringen nadrukkelijk plaats inruimt voor de hel.

Jezus is stellig over de hel
Als Miller zegt dat de Bijbel ‘helemaal niet zo duidelijk is over de hel’, moet hij eens naar Jezus luisteren. Opvallend is dat er drie van Zijn uitspraken over de hel staan in hetzelfde hoofdstuk als de zaligsprekingen:
1. Matteüs 5:21-22 ‘Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht. Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt: Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.’
2. Matteüs 5:29 ‘Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat een uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.’
3. Matteüs 5:30 ‘En indien uw rechterhand u tot zonde zou verleiden, houw haar af en werp haar van u; want het is beter voor u, dat een uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam ter helle vare.’
4. Matteüs 18:9 ‘En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met een oog ten leven in te gaan, dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden.’
5. Marcus 9:43 ‘En indien uw hand u tot zonde verleidt, houw haar af. Het is beter, dat gij verminkt ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee handen ter helle vaart, in het onuitblusbare vuur.’
6. Marcus 9:45 ‘En indien uw voet u tot zonde zou verleiden, houw hem af. Het is beter, dat gij kreupel ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee voeten in de hel geworpen wordt.’
7. Marcus 9:47 ‘En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met een oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt.’
8. Matteüs 10:28 ‘En weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel en lichaam, kan verderven in de hel.’
9. Lucas 12:5 ‘Ik zal u tonen, wie gij vrezen moet. Vreest Hem, die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de hel te werpen. Voorwaar, Ik zeg u, vreest Hem!’
10. Matteüs 23:15 ‘Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij trekt zee en land rond, om een bekeerling te maken, en wanneer hij het wordt, maakt gij van hem een kind der hel, tweemaal zo erg als gij het zelf zijt.’
11. Matteüs 23:33 ‘Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?’

Keuze
Jezus neemt voorbeelden uit de dagelijkse praktijk om te laten zien dat wel degelijk dit leven bepalend is voor hoe je er later aan toe zal zijn. Opvallend is dat de meeste standpunten over de hel gebaseerd zijn op het menselijke denken, of zelfs het menselijke gevoel: we wíllen die hel niet, dus redeneren we hem weg of we verzachten hem. Maar Jezus is duidelijk: Hij wíl niet dat er mensen in de hel komen, maar Hij kan het niet helpen dat de mens er zelf voor kiest door God de rug toe te keren.
Het is niet aan ons om te bepalen wie er in de hel en wie er in de hemel komt: dat is Gods zaak. Maar Jezus biedt zelf de oplossing aan in Zijn bovenstaande uitspraak in Johannes 3:16-21.

Wim Embregts