Image

De Bijbel als spoorboekje gebruiken?

Theo Niemeijer • 98 - 2022 • Uitgave: 7

Sommige mensen denken de Bijbel als een soort spoorboekje te kunnen gebruiken. Zoals het spoorboekje de exacte vertrektijden aangeeft en ons laat zien hoe de route precies verloopt, zo mogen we ook de Bijbel zien. Ze weten precies wanneer- en hoe bepaalde dingen in de wereld plaats zullen vinden. Mogen we de Bijbel zo wel lezen, is alles zo exact en voorspelbaar in de Bijbel te vinden of uit te leggen?

Er wordt heel verschillend met de Bijbel omgegaan. Sommigen nemen alles niet zo serieus en zien de Bijbel meer als soort advies voor je leven dat nuttig kan zijn. Anderen lezen de Bijbel letterlijk, ze leven naar de ‘regel’ van Gods Woord en leggen haar ook zo uit aan anderen. Het lijkt me goed om te ontdekken, wat de Bijbel ons hierover zelf leert.  

Uiterst belangrijk
Moet je de Bijbel echt letterlijk nemen of gaat het meer om de boodschap? In Mattheüs 5 leert de Heere Jezus ons: ‘Want voorwaar Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan één dezer kleinste geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen’ (vers 18).
Een ‘jota’ of in het Hebreeuws de letter ‘Jot’ was in de tijd waarin de Heere Jezus op aarde leefde de kleinste schrijfletter van het Hebreeuwse alfabet. Daarnaast was een ‘tittel’ in de Hebreeuwse tekst een heel klein schrijfteken. Zowel de ‘Jot’ als de ‘tittel’ waren voor de Heere Jezus belangrijk en mochten in de tekst niet ontbreken. Zo nauwgezet ging de Heere Jezus om met de Bijbel, Gods Woord. Ook de apostelen gingen op dezelfde wijze om met de Schrift. In Galaten 3:16 legt Paulus bijvoorbeeld de nadruk op een enkelvoudsvorm (‘Zaad’) in plaats van een meervoudsvorm (‘zaden’). Voor ons lijken het vaak futiliteiten in de tekst, maar voor de Heere God is het uiterst belangrijk.  

Voor Daniël een spoorboekje
Zo leren we van Daniël, die de tijdsopgave in de profetie van Jeremia heel nauwkeurig en letterlijk nam. Jeremia had aangekondigd, dat de Joden de koning van Babel 70 jaar dienstbaar zouden zijn en dat Jeruzalem 70 jaar verwoest zou blijven omdat het volk 490 jaar lang het sabbatsjaar (elk zevende jaar) niet gehouden had en nu deze 70 sabbatsjaren vergoed moesten worden (Jeremia 25:11; 29:10 en 2 Kronieken 36:21). Daniël lette op deze 70 jaar en richtte hierover zijn gebed tot de Heere God (Daniël 9:2), met als resultaat: de terugkeer van de Joden naar hun eigen land, het herstel van Jeruzalem en de tempel. Voor Daniël was Gods Woord wel degelijk een soort spoorboekje!  

Daniël 9:24-27 leert ons dat Gods plan met Israël naar aanleiding van de 70 ‘vergoede’ sabbatsjaren nu ook voor de toekomst uit 70 ‘jaarweken’ bestaat. Het gaat dus om een periode van 70 x 7 = 490 jaar. Deze tijd begint bij de opdracht van Kores die de Joden in 445 v.Chr. toestemming gaf om Jeruzalem te herstellen (vers 24). Deze herstelperiode zou zeven jaarweken (49 jaar) duren. Daarna zien we een periode van 62 jaarweken (434 jaar) waarin Jeruzalem hersteld is, maar wel ‘in de druk der tijden’ (vers 25). Aan het einde van deze periode zal ‘een Gezalfde uitgeroeid worden, terwijl er niets tegen Hem is’ (vers 26). We weten dat het hier om de dood van de Messias gaat. Daarmee eindigt het tweede deel van deze 70 jaarweken. Er zijn dan inmiddels 7 + 62 jaarweken (49 + 434 = 483 jaar) voorbij. 483 jaar na de opdracht van Kores (445 v.Chr.) om Jeruzalem te herstellen brengen ons in het jaar 38 na Chr. Met de gebruikelijk correctie van onze jaartelling met die van de Bijbel komen we dan precies uit op de datum van het Pascha 33 na Chr. waarop de Heere Jezus aan het kruis stierf!  

Zo exact is de Bijbel
Inderdaad, zo exact is de Bijbel! De stad en de tempel werden hierna door de Romeinen en Titus verwoest (vers 26), maar er moet nog één jaarweek (zeven jaar) in vervulling gaan om de 70 jaarweken (490 jaar) vol te maken. Na vers 26 wordt een ‘pauze’ ingelast en wordt de klok voor Israël zo’n 2000 jaar stilgezet In deze ‘tussentijd’ begint de Heere God met de gemeente uit de heidenen. Wanneer echter de periode van de gemeente voorbij is en zij opgenomen zal worden, gaat de klok voor Israël weer lopen en zal alsnog de laatste jaarweek, we kennen deze als de ‘grote verdrukking’, in vervulling gaan, waarna Gods plan met Israël tot zijn einddoel zal komen. Het lijkt erop dat Daniël de Bijbel wél als een soort spoorboekje las.  

Hetzelfde zien we ook bij de aankondiging van de Heere God bij Abraham over de slavernij van Israël in Egypte. De Heere kondigt hier 400 jaar slavernij aan (Genesis 15:13), waarna zij met ‘grote have’ uit zullen trekken. We lezen in Exodus 12 dat Gods volk met ‘grote have’ uittrok (vers 35-36) en dat ze precies na 430 jaar, op de dag af (vers 41) uit Egypte vertrokken. Waarschijnlijk heeft het volk nog 30 jaar zonder slavernij in Egypte geleefd, maar daarna, 400 jaar, onder erbarmelijke omstandigheden.  

Zonsverduistering
Zo weten we uit Genesis 5:25-27 dat Methusalem 369 jaar was toen zijn kleinzoon Noach geboren werd. In het zeshonderdste levensjaar van Noach kwam echter de zondvloed, dat betekent dat Methusalem op dat moment 969 jaar was, precies het sterfjaar van Methusalem. Wonderlijk dat waarschijnlijk zijn naam onder andere ‘De man met de speer’ ook ‘Na mij het oordeel’ betekent!  

In Mattheüs 16:4 belooft de Heere Jezus nog één teken aan het Joodse volk: ‘Het teken van Jona’. Naast het feit, dat de Heere Jezus, net als Jona, drie dagen en drie nachten in het dodenrijk zou verblijven, heeft dit ‘teken van Jona’ ook nog een andere betekenis. Nadat Ninevé in 765 v.Chr. door verschrikkelijke plagen, zoals de pest en een vreselijke burgeroorlog getroffen werd kwam daar bovenop de Bur-Sagale zonsverduistering op 15 juni 763 v.Chr. (onderzocht en bevestigd door NASA en vele bekende astronomen). Precies in dat jaar kwam Jona met zijn boodschap van bekering in Ninevé. Kennelijk was het hart van de bevolking van Ninevé al zo voorbereid op de boodschap van Jona, dat ze zich massaal bekeerden. Deze zonsverduistering vond plaats rond 14.00 uur en was boven Ninevé volledig en viel samen met de prediking van Jona in deze stad. Dit ‘teken van Jona’ vond op dezelfde wijze plaats tijdens het middaguur toen de Heere Jezus aan het kruis hing. Zo ging het ‘teken van Jona’ aan het kruis in vervulling!  

Salomo erkent dat het spoorboekje van de Heere God nooit verouderd en herzien hoeft te worden: ‘Alles heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd…want er is voor elke zaak en voor elk werk een bestemde tijd…want elk ding heeft zijn eigen tijd en wijze’ (Prediker 3:11,17; 8:6).

In Mattheüs 24:33 roept de Heere Jezus ons op om naar de ontwikkelingen in Israël en de wereld om ons heen te kijken, zodat we weten in welke tijd we leven. Zo leert de Bijbel ons dat we in de eindtijd leven en dat de komst van de Heere Jezus heel dichtbij is!  

Theo Niemeijer