De bazuin klinkt: Kom, Here Jezus!

Joh. de Heer / Frits Boekhoff • 93 - 2017 • Uitgave: 16
‘Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan’ (1 Tessalonicenzen 4:16).

God is bezig de laatste hand aan de Gemeente te leggen, het orgaan dat in deze bedeling het instrument is van Zijn genade. Hij laat binnenkort het bazuingeluid over de wereld gaan: Zie, de Bruidegom komt! Hij roept de maagden op om hun vaten tijdig met olie te vullen, zodat zij de Bruidegom bij Zijn komst met licht tegemoet kunnen gaan. Hij spreekt nog een laatste woord tot de Gemeente, die in haar zichtbare openbaring tot het niveau van Laodicea is weggezonken. (Openbaring 3:18). Hij laat de Maranatha-roep nog een keer door de wereld gaan om haar te herinneren dat er alleen verzoening is door het bloed van het Lam; dat een heilig leven alleen mogelijk is door de vervulling met de Heilige Geest en dat echte vrede en herstel van de schepping alleen te verwachten is bij de persoonlijke wederkomst van Christus.
Zijn bazuin is gericht tegen de dienaren over Zijn huis, die hij aangesteld heeft om op tijd voedsel te geven en om hun er aan te herinneren dat zij alleen zouden horen wat de Geest tegen de Gemeenten zegt. Deze Geest zegt dan ook: Kom! En zij die het horen zeggen ook: Kom! De Geest en de Bruid allebei, en iedereen die het hoort verenigd zich in de uitroep: Kom Here Jezus! (Openbaring 22:17,20).

Johannes de Heer
Bewerkt door Frits Boekhoff