De ANTICHRIST (II)

J.W. Embregts • 82 - 2006/07 • Uitgave: 16
Waaraan herken ik de antichrist?

Terwijl ik de vraag “waaraan herken ik de antichrist” opschrijf, komt meteen de gedachte bij mij op: waarom wil ik dat weten, als ik toch word opgenomen vóór de antichrist komt en mét hem de periode van de Grote Verdrukking aanbreken zal? Het is inderdaad mijn standpunt dat de gemeente van Jezus Christus, waartoe ik gelukkig mag behoren, er niet meer zal zijn als de Grote Verdrukking aanbreekt. Niettemin zou het kunnen dat de antichrist al in beeld komt voor het zover is en anders heeft het zin om degenen die de periode wellicht wél zullen meemaken, omdat ze geen kinderen van God zijn, maar die ín die periode komen te leven en dan wél tot geloof komen, te wijzen op de manier waarop je hem kunt identificeren.

We worden namelijk in het boek Openbaring uitgenodigd om het herkenningsteken uit te zoeken: “Wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesenzestig” (Op. 13:18). Het blijkt dus een getal te zijn, 666, dat het herkenningsteken is en er staat bij dat het om het getal van zijn naam gaat. Maar wat weet ik daarmee?

Nu kunnen we op alle mogelijke manieren, verstandelijk en mystiek, met getallen omgaan, maar ik denk, dat we het niet te ver moeten zoeken. Wat was namelijk de situatie in de tijd dat het Nieuwe Testament werd geschreven? De voertaal in het internationale verkeer was het Grieks, zoals in deze tijd het Engels. En in het Grieks kende men geen aparte tekens voor cijfers. Dat was trouwens ook zo in het Hebreeuws, de taal van het Oude Testament. Geen tekens voor cijfers? Maar hoe rekenden ze toen dan? Want Openbaring 13:18 nodigt ons uit om te rekenen.

Nu, ze gebruikten letters voor cijfers. We zouden dat in het Nederlands ook kunnen doen door ons alfabet doorlopend te nummeren: a=1, b=2, c=3, d=4, e=5. Als je dan bijvoorbeeld de naam Abe hebt en de letters vervangt door de cijfers, dan komt er 125 te staan. Alleen heb je dan niets gerekend. Het wordt anders als je de cijfers bij elkaar gaat optellen. Dan wordt Abe: 1 + 2 + 5 = 8. Abe heeft dan de getalswaarde 8. Nu zou je dus een willekeurige naam kunnen nemen, de letters vervangen door cijfers, en die bij elkaar optellen, in de hoop dat het getal 666 er uit komt en je dan de antichrist te pakken zou kunnen hebben.

In de plaats van 666 staat er in de grondtekst: zeshonderd zestig zes, dus voluit geschreven. Als je het schrijft als cijfers komt er te staan 600, 60, 6. Als je deze getalswaarden zou vervangen door de Griekse letters dan zou er staan: chi, ksi, sigma. De middelste, de ksi, heeft de vorm van een rechtopstaande slang. Dat is op zichzelf al merkwaardig, want de ch van chi en de s van sigma zijn precies de eerste en de laatste letters van het woord christus en als je de chi, de ksi en de s naast elkaar ziet staan is het net of de slang zich tussen de andere letters wringt, als het ware Christus wil wegdrukken.
Kijk, zo ziet dat er uit:
Dat is inderdaad wat de antichrist op zijn politieke agenda heeft staan: Christus wegdrukken.

Terug naar het getal 666 dat zo is ontstaan. We zouden waarschijnlijk wel aan het rekenen willen slaan vanuit de Griekse letterwaarde, maar dat ligt niet zo eenvoudig als in het Nederlandse alfabet: je kunt de letters niet in hun volgorde nummeren, want alle letters hébben al een waarde en sommigen staan voor enkelvoudige getallen, anderen voor tientallen en nog anderen voor honderdtallen. Bovendien kent het Grieks andere lettertekens dan ons alfabet. Ik noemde al de ksi, maar we hebben ook de psi, de phi, de gewone o en de grote o (omega), die allemaal hun eigen getalswaarde hebben.
Nu geef ik hieronder dat rijtje Griekse letters, maar, omdat de meeste van onze lezers het Griekse schrift niet zullen herkennen, op z’n Nederlands geschreven en zet ik er de getalswaarde achter:

a = 1 k = 20 s = 200 (tussen s)
b = 2 l = 30 t = 300
g = 3 m = 40 u = 400
d = 4 n = 50 f = 500
e = 5 x = 60 ch = 600
s = 6 (eind s) o = 70 ps = 700
z = 7 p = 80 oo = 800
è = 8 r = 100
th = 9
i = 10

Tegenwoordig zijn er computerprogramma’s die je erbij kunt halen en die rekenen het dan voor je uit: typ maar een naam in en de getalswaarde komt er uit rollen. Maar vroeger hadden ze dat niet en dat werd dus een kwestie van rekenen. Ze namen gewoon bestaande namen en gingen de letters door cijfers vervangen en bij elkaar optellen. Ik geef een voorbeeld. Onze eigen Nederlandse Hugo de Groot nam een bijnaam van de Romeinse keizer Trajanus, Oulpios en ja, het klopte: 666.1 Kijk maar:
0 = 70
u = 400
l = 30
p = 80
i = 10
o = 70
s = 6
666 = Oulpios

Nu moeten we wel oppassen voor deze methode en wel om twee redenen: we kunnen hier lelijke fouten maken door de verkeerde aan te wijzen; of de persoon om wie het uiteindelijk gaat is nog niet op het toneel verschenen en dus kúnnen we zijn naam helemaal nog niet berekenen. In het laatste geval is alles wat je zegt of berekent, fantasie of speculatie.

Over het aanwijzen van de verkeerde. We weten van de Zevendedagsadventisten, dat zij de paus aanwezen als degene op wie het getal 666 betrekking had. Dat bewezen zij met één van zijn titels: Vicarius Filii Dei (Plaatsbekleder van de Zoon van God). In plaats van de Griekse getalswaarde namen ze echter de Romeinse cijfers, die wij allemaal kennen, b.v. L = 50 en D = 500. De letters die geen cijfers vertegenwoordigden rekenden ze gewoon niet mee. Het leek te kloppen: de paus was de antichrist.2 Maar toen paste iemand de zelfde methode toe op de naam van Ellen Gould White, de stichtster van de Zevendedagsadventisten en toen bleek het ook te kloppen: dan was zij zelf de antichrist!3 Maar dat was de bedoeling natuurlijk niet.

De lijst met namen die via deze of vele ander methoden in de loop der jaren in aanmerking leken te komen is enorm lang en loopt van keizer Nero, via Hitler en Kissinger naar Bush en Bill Gates. Zelf ben ik van mening dat niemand op dit moment in staat is het getal van de naam van de antichrist te berekenen. Mensen die enige kennis van de Bijbel hebben en die leven in de tijd van de antichrist zullen dán en ook pas dán, een middel in handen hebben om er volkomen zeker van te zijn: deze is de antichrist.

Door J.W. Embregts

1 Hugo de Groot: “Uytlegginge van eenige plaatsen des Nieuwen Testaments, handelende van den ANTI-CHRIST” (1649), p. 68
2 R.J. van der Meulen: “De antichrist”, p.67-68
3 Johannes de Heer en J.A. Monsma: “De komende koning”, 1e druk, p. 127