De impact van Auschwitz
Op 22 april jl. hebben wij een bezoek gebracht aan het moordcomplex Auschwitz in Polen. In dit complex, met een omvang van 250 hectare, zijn op een geïndustrialiseerde manier meer dan één miljoen mensen, voornamelijk Joden, als vee afgeslacht. Zij werden bij aankomst uit de veewagons gejaagd met kreten “Rasch rasch, schnell schnell!” Afgerichte honden hielpen zo nodig de SS-lieden. Het merendeel verdween direct naar de gaskamers. In dit kamp waren 7000 SS’ers werkzaam.
Om de impact van Auschwitz zoveel mogelijk op ons te kunnen laten inwerken, hebben wij ons voorafgaand intensief verdiept in wat er gebeurd was.
Het is met geen pen te beschrijven wat er door je heen gaat op deze onheilsplek, deze hel. Met tranen in de ogen hebben we daar rondgelopen. Verbijsterd, kapotgeslagen, veel te veel om te verwerken. En dat terwijl wij er maar één dag waren. Het huilde in onze harten. Grote vitrinekasten met afgeschoren vrouwenharen, schoenen, koffers, gebedsmantels en andere voorwerpen. Stille getuigen van gruwelijk onrecht. Een grote cementplaat met vele gaten boven een stenen bak waarop Joden tweemaal per dag hun behoeften mochten doen, en plein public, met een kampbeul die naast hen stond te tellen tot 10. Deze bak moest daarna met blote handen door een ander gevangene, die in de bak moest gaan staan, snel leeggemaakt worden. Daarna moesten ze eraf om zich tot de avond te laten afbeulen met werk, dat slechts één doel had: Shoah = vernietiging.
Terugkerend naar de wereld buiten het kamp ervaar je een enorm contrast, waarmee je geen raad weet!
Geen les geleerd
Hoe is het mogelijk dat deze horrorgeschiedenis zich lijkt te herhalen? Een toenemende Jodenhaat maakt zich meester van vele mensen, die geen les uit de geschiedenis geleerd hebben. Veel Joden voelen zich opnieuw onveilig in onze ‘beschaafde’ wereld en vrezen een nieuwe Holocaust. Zeer schokkend zijn de woorden van opperrabbijn B. Jacobs bij het herdenkingsmonument in Apeldoorn op 21 januari van dit jaar, waarin hij vertelt van de afschuwelijke deportatie van gehandicapte Joodse kinderen uit de psychiatrische instellingen Beileroord en het Apeldoornsche Bos. Deze kinderen werden met verpleegkundigen en artsen kermend en gillend op elkaar gestapeld in de treinen die rechtstreeks doorgingen naar Auschwitz. Hun ‘voorkeursbehandeling’: ze kregen niet een iets mildere dood in de gaskamers, maar werden direct levend op de brandstapels gesmeten ‘want ze waren krankzinnig EN ook nog Joods’.
Bij het plaatsen van Stolpersteine (herdenkingsstenen) op 24 april jl. voor acht vroegere bewoners van Beileroord sprak Jacobs de volgende woorden uit: “Het antisemitisme wordt weer pijnlijk zichtbaar. Het is bijna geaccepteerd dat Joden in onze Nederlandse straten worden nagescholden, louter en alleen omdat ze Joden zijn en in het voetbalstadion klinkt het enthousiast en zonder gêne: Mijn vader was bij de commando’s, mijn moeder bij de SS, zij wilden Joden verbranden, want Joden branden het best…”
De valkuil van herhaling
Wat heeft dit ons als gemeente te zeggen? Zegenen wij Israël nog? Zijn we ons bewust van de zeer negatieve opstelling van grote organisaties als de VN en landen als de VS en Europa? Laten we ons meeslepen door negatieve propaganda en berichtgevingen, dé methode van vóór 1940? In de slotverklaring van de Wereldraad van Kerken staat verwoord dat het bestaan van de staat Israël een zonde is… Enige gezaghebbende kerken in Amerika bidden om het verdwijnen van de staat Israël. Het antisemitisme is 18 eeuwen lang bedreven in de kerken! Wij als christenen hebben ‘Bloed aan onze handen’ (het gelijknamige boek van Michael Brown; zie ook het werk ‘Christelijke theologie na Auschwitz’ van prof. Hans Jansen).
In de Tweede Wereldoorlog hebben ook veel christenen de andere kant opgekeken. Laten wij alstublieft niet in de valkuil van herhaling vallen. De God van Abraham, Isaäk en Jakob roept ons op Zijn volk Israël te zegenen met barmhartigheid, liefde en gebed. Alleen dán kan Hij ons zegenen (Genesis 12:3). Met andere woorden: de zegen van de God van Israël is hier in het geding (ook voor onze kerken/gemeenten)!
Ad Gaakeer en Ruud van der Ven
Om de impact van Auschwitz zoveel mogelijk op ons te kunnen laten inwerken, hebben wij ons voorafgaand intensief verdiept in wat er gebeurd was.
Het is met geen pen te beschrijven wat er door je heen gaat op deze onheilsplek, deze hel. Met tranen in de ogen hebben we daar rondgelopen. Verbijsterd, kapotgeslagen, veel te veel om te verwerken. En dat terwijl wij er maar één dag waren. Het huilde in onze harten. Grote vitrinekasten met afgeschoren vrouwenharen, schoenen, koffers, gebedsmantels en andere voorwerpen. Stille getuigen van gruwelijk onrecht. Een grote cementplaat met vele gaten boven een stenen bak waarop Joden tweemaal per dag hun behoeften mochten doen, en plein public, met een kampbeul die naast hen stond te tellen tot 10. Deze bak moest daarna met blote handen door een ander gevangene, die in de bak moest gaan staan, snel leeggemaakt worden. Daarna moesten ze eraf om zich tot de avond te laten afbeulen met werk, dat slechts één doel had: Shoah = vernietiging.
Terugkerend naar de wereld buiten het kamp ervaar je een enorm contrast, waarmee je geen raad weet!
Geen les geleerd
Hoe is het mogelijk dat deze horrorgeschiedenis zich lijkt te herhalen? Een toenemende Jodenhaat maakt zich meester van vele mensen, die geen les uit de geschiedenis geleerd hebben. Veel Joden voelen zich opnieuw onveilig in onze ‘beschaafde’ wereld en vrezen een nieuwe Holocaust. Zeer schokkend zijn de woorden van opperrabbijn B. Jacobs bij het herdenkingsmonument in Apeldoorn op 21 januari van dit jaar, waarin hij vertelt van de afschuwelijke deportatie van gehandicapte Joodse kinderen uit de psychiatrische instellingen Beileroord en het Apeldoornsche Bos. Deze kinderen werden met verpleegkundigen en artsen kermend en gillend op elkaar gestapeld in de treinen die rechtstreeks doorgingen naar Auschwitz. Hun ‘voorkeursbehandeling’: ze kregen niet een iets mildere dood in de gaskamers, maar werden direct levend op de brandstapels gesmeten ‘want ze waren krankzinnig EN ook nog Joods’.
Bij het plaatsen van Stolpersteine (herdenkingsstenen) op 24 april jl. voor acht vroegere bewoners van Beileroord sprak Jacobs de volgende woorden uit: “Het antisemitisme wordt weer pijnlijk zichtbaar. Het is bijna geaccepteerd dat Joden in onze Nederlandse straten worden nagescholden, louter en alleen omdat ze Joden zijn en in het voetbalstadion klinkt het enthousiast en zonder gêne: Mijn vader was bij de commando’s, mijn moeder bij de SS, zij wilden Joden verbranden, want Joden branden het best…”
De valkuil van herhaling
Wat heeft dit ons als gemeente te zeggen? Zegenen wij Israël nog? Zijn we ons bewust van de zeer negatieve opstelling van grote organisaties als de VN en landen als de VS en Europa? Laten we ons meeslepen door negatieve propaganda en berichtgevingen, dé methode van vóór 1940? In de slotverklaring van de Wereldraad van Kerken staat verwoord dat het bestaan van de staat Israël een zonde is… Enige gezaghebbende kerken in Amerika bidden om het verdwijnen van de staat Israël. Het antisemitisme is 18 eeuwen lang bedreven in de kerken! Wij als christenen hebben ‘Bloed aan onze handen’ (het gelijknamige boek van Michael Brown; zie ook het werk ‘Christelijke theologie na Auschwitz’ van prof. Hans Jansen).
In de Tweede Wereldoorlog hebben ook veel christenen de andere kant opgekeken. Laten wij alstublieft niet in de valkuil van herhaling vallen. De God van Abraham, Isaäk en Jakob roept ons op Zijn volk Israël te zegenen met barmhartigheid, liefde en gebed. Alleen dán kan Hij ons zegenen (Genesis 12:3). Met andere woorden: de zegen van de God van Israël is hier in het geding (ook voor onze kerken/gemeenten)!
Ad Gaakeer en Ruud van der Ven