Darwin of Jezus?
De vorige keer spraken we al kort over de betekenis van de zondeval en over de visie van de normalisten en die van de abnormalisten. Welke levensvisie biedt hoop? De eersten zien de wereld om ons heen als een min of meer normale werkelijkheid, ontstaan in een lang (eventueel door God geleid) evolutionair proces. De tweede zien de huidige wereld primair als een abnormale werkelijkheid, een door de zondemacht zwaar geschonden en zieke wereld.
Vaak wordt door de normalisten gepoogd aannemelijk te maken dat Paulus het kosmische drama waarover hij spreekt in Romeinen 8, het zuchten van de schepping, aan de goede schepping van God toeschrijft. Ook Berkhof (in zijn ‘Christelijk Geloof') legt het hoofdstuk in deze zin uit, maar hij merkt wel eerlijkheidshalve op dat veel exegeten zijn visie niet ondersteunen. En dat is zacht uitgedrukt. Mij is geen zichzelf respecterende exegeet in onze tijd bekend, die denkt dat Paulus hier de vruchteloosheid en nutteloosheid (mataiotes, vers 20), waaraan de schepping onderworpen is, aan de goede schepping van God toeschrijft. Paulus zou deze scheppingsdaad van God dan met dezelfde woorden beschrijven als het denken van de heidenen, van wie de overleggingen op niets zijn uitgelopen (Rom. 1:21; Ef. 4:17 ‘loze denkbeelden’, NBV; waanwijsheid, WV95; dwaze ideeën, GNB) of het spreken van de dwaalleraars! (2Petr. 2:18; loos gebral, NBV; holle grootspraak, WV95; dwaze taal, GNB). James Dunn in zijn tweedelige commentaar op de brief aan de Romeinen omschrijft mataiotes hier als de zinloosheid van een object dat niet functioneert waarvoor het gemaakt was.
Evolutie en ethiek
Als we de scheppingsmiddelaar vergelijken met Darwin, dan zien we dat de evolutie de niet aangepaste, zwakke en zieke organismen via selectie elimineert, maar dat Christus de armen en zwakken zalig spreekt. Christus is zelfs op aarde vertegenwoordigd in de arme, de vreemdeling, de naakte, de zieke! (Matt. 25:35-36) De natuurwetten beheersen en bepalen een algeheel stervensproces, maar de opstanding van Christus heeft de dood overwonnen. Zo worden armen, onaangepasten, zieken en behoeftigen niet geëlimineerd, maar ontvangen zij genade van de Schepper en mogen door de opstanding deel krijgen aan een hogere levensvorm.
Als de feiten aangeven dat er een evolutie met een selectieproces bestaat, waarbij het minder aangepaste het moet afleggen tegen de beter geoutilleerde organismen, dan is dat proces gestart nadat de zonde haar intrede heeft gedaan, maar het is niet bij de schepping ingesteld. Het mag dan een werkelijkheid zijn, maar het is God zij dank niet de hele werkelijkheid. In het evolutieproces verdwijnen miljarden levende organismen in de prullenbak. Evolutie betekent niet alleen constructieve ontwikkeling, maar ook een gruwelijk slachtofferen.
Deze moraal staat niet alleen haaks op elke christelijke ethiek, maar ook op de humanistische en de in de westerse wereld algemeen geaccepteerde ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’.
De Utrechtse theoloog en ethicus Dr. Th.A. Boer (PThU) zegt te huiveren bij het stellen van de volgende vraag: ‘Nu evolutiedenken binnen de kerken een steeds voornamere plaats inneemt en ook christenen zichzelf steeds meer zien als resultaten van een proces van ontwikkeling dat eerder wreed is te noemen dan barmhartig, wordt de vraag prangender met welk recht we enkele van de centrale mechanismen uit de evolutie eigenlijk niet zouden overnemen in plaats van ze te verwerpen’ (ND, 05-06-09).
Als de mensenwereld deze mechanismen zou overnemen, zou dit heel snel leiden tot een toejuichen van ‘euthanasie’ en het doden van allerlei ongeschikt en onaangepast ‘niet waardevol’ leven. Dit blijkt bijvoorbeeld in uitlatingen van de bekende theïstisch evolutionist Teilhard de Chardin, wanneer hij spreekt over de positieve kant van oorlog, als een nobele bijdrage aan de natuurlijke evolutie. En bij de atoombom op Hiroshima in 1945 was Teilhard vol bewondering over de wetenschappelijke en technologische vooruitgang die de mensheid door het teamwerk van een wetenschappelijk superbrein had bereikt. Met geen woord wordt gerept over de honderdduizenden doden!!
Hoe anders spreekt de Schrift! Paulus spreekt in de brief aan de Kolossenzen (Kol. 1:15-20) over de verzoening van de kosmos. Op het kruis van Golgota volgde de opstanding. Christus heeft de dood overwonnen. Hij verlost ons van het genadeloze evolutieproces. Er is geen betekenisvolle hoop voor de toekomst van de wereld, tenzij de tranen van de slachtoffers worden gewist, tenzij de doden worden opgewekt, tenzij de slachtoffers van de evolutie gerechtvaardigd worden in de wedergeboorte van de wereld (Matt. 19:28).
De gehele schepping verlost
De Bijbel leert overduidelijk dat niet alleen de mens verlossing behoeft, maar dat ook de natuur en de dieren in het komende Koninkrijk bevrijd zullen worden van slavernij aan zonde en vergankelijkheid. Jezus sprak een woord en de storm ging liggen (Matt. 8:26). We zien in deze wonderlijke beheersing van de natuur een eerste vervulling van de beloften van de komst van het Koninkrijk, waar de natuur van de dingen grondig veranderd wordt (Jes. 11:6ev.; Op. 22:1-5). Toen de Here Jezus veertig dagen werd verzocht in de woestijn, wordt gezegd, dat hij ‘bij de wilde dieren was’ (Marc. 1:13). In de Jordaanstreek en in de woestijn van Judea en omgeving leefden onder andere hyena’s, jakhalzen, panters en leeuwen. Als de Heer van de schepping is Jezus hun Meester; het wijst op de situatie zoals die was in het paradijs (zie Gen. 1:28; 2:19ev.) en zoals die weer zijn zal in het komende Vrederijk (zie Jes. 11:6-9; 65:25, vgl. ook Job 5:22v.). Met de eerste komst van Jezus is dit Koninkrijk in beginsel aangebroken (Marc. 1:14-15). Ook de volgelingen van Jezus kunnen nu al (zeer onvolkomen en ten dele) door het geloof, dat wil zeggen het vertrouwen in de kracht van God, deel krijgen aan deze gave. ‘Slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen’ (Marc. 16:18).
Het evolutionisme minimaliseert de ernst van het kwaad en daarmee ook het nut van de verlossing. Die verlossing wordt door evolutionisten vaak als enkel geestelijk gezien. Deze leer werd in de tweede eeuw door de kerk als dwaalleer (gnostiek) afgewezen. Evolutionisme is een filosofie die past bij rijke westerse christenen, die de gruwelijke kant van pijn en lijden niet echt kennen en dit daarom bagatelliseren als groeipijnen van de schepping.
De 21e eeuw vraagt om een inhaalslag voor wat betreft een christelijke visie op de natuur. De klimaatverandering zet in ieder geval ook voor christenen dit thema op de agenda.
Tekenen van hoop
Wat betekent dit alles voor ons als christen hier en nu? Wij zijn in dienst van God als werktuigen van de gerechtigheid en niet van de zonde! (Rom. 8:19). De gerechtigheid die Jezus bij Zijn komst in heerlijkheid op aarde zal brengen, mogen wij hier en nu al als ambassadeurs vertegenwoordigen. Dit moet ook blijken in onze omgang met de natuur, in een eerlijke verdeling van energiebronnen, een goede zorg voor de dieren, eerlijke handel.
Op veel zaken hebben wij nauwelijks invloed. Het gaat ook niet zozeer hierom dat wij nu al willen realiseren wat alleen Jezus Christus kan volbrengen. Het gaat erom dat wij goede getuigen zijn van Hem en tekenen van hoop oprichten als voorproef van het Koninkrijk dat Hij straks zal brengen wanneer er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt. Jezus zei dat wij het zout van de aarde en het licht van de wereld zijn.
drs. Gijs van den Brink
Auteur is verbonden aan het Centrum voor Bijbelonderzoek www.studiebijbel.nl.
Vaak wordt door de normalisten gepoogd aannemelijk te maken dat Paulus het kosmische drama waarover hij spreekt in Romeinen 8, het zuchten van de schepping, aan de goede schepping van God toeschrijft. Ook Berkhof (in zijn ‘Christelijk Geloof') legt het hoofdstuk in deze zin uit, maar hij merkt wel eerlijkheidshalve op dat veel exegeten zijn visie niet ondersteunen. En dat is zacht uitgedrukt. Mij is geen zichzelf respecterende exegeet in onze tijd bekend, die denkt dat Paulus hier de vruchteloosheid en nutteloosheid (mataiotes, vers 20), waaraan de schepping onderworpen is, aan de goede schepping van God toeschrijft. Paulus zou deze scheppingsdaad van God dan met dezelfde woorden beschrijven als het denken van de heidenen, van wie de overleggingen op niets zijn uitgelopen (Rom. 1:21; Ef. 4:17 ‘loze denkbeelden’, NBV; waanwijsheid, WV95; dwaze ideeën, GNB) of het spreken van de dwaalleraars! (2Petr. 2:18; loos gebral, NBV; holle grootspraak, WV95; dwaze taal, GNB). James Dunn in zijn tweedelige commentaar op de brief aan de Romeinen omschrijft mataiotes hier als de zinloosheid van een object dat niet functioneert waarvoor het gemaakt was.
Evolutie en ethiek
Als we de scheppingsmiddelaar vergelijken met Darwin, dan zien we dat de evolutie de niet aangepaste, zwakke en zieke organismen via selectie elimineert, maar dat Christus de armen en zwakken zalig spreekt. Christus is zelfs op aarde vertegenwoordigd in de arme, de vreemdeling, de naakte, de zieke! (Matt. 25:35-36) De natuurwetten beheersen en bepalen een algeheel stervensproces, maar de opstanding van Christus heeft de dood overwonnen. Zo worden armen, onaangepasten, zieken en behoeftigen niet geëlimineerd, maar ontvangen zij genade van de Schepper en mogen door de opstanding deel krijgen aan een hogere levensvorm.
Als de feiten aangeven dat er een evolutie met een selectieproces bestaat, waarbij het minder aangepaste het moet afleggen tegen de beter geoutilleerde organismen, dan is dat proces gestart nadat de zonde haar intrede heeft gedaan, maar het is niet bij de schepping ingesteld. Het mag dan een werkelijkheid zijn, maar het is God zij dank niet de hele werkelijkheid. In het evolutieproces verdwijnen miljarden levende organismen in de prullenbak. Evolutie betekent niet alleen constructieve ontwikkeling, maar ook een gruwelijk slachtofferen.
Deze moraal staat niet alleen haaks op elke christelijke ethiek, maar ook op de humanistische en de in de westerse wereld algemeen geaccepteerde ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’.
De Utrechtse theoloog en ethicus Dr. Th.A. Boer (PThU) zegt te huiveren bij het stellen van de volgende vraag: ‘Nu evolutiedenken binnen de kerken een steeds voornamere plaats inneemt en ook christenen zichzelf steeds meer zien als resultaten van een proces van ontwikkeling dat eerder wreed is te noemen dan barmhartig, wordt de vraag prangender met welk recht we enkele van de centrale mechanismen uit de evolutie eigenlijk niet zouden overnemen in plaats van ze te verwerpen’ (ND, 05-06-09).
Als de mensenwereld deze mechanismen zou overnemen, zou dit heel snel leiden tot een toejuichen van ‘euthanasie’ en het doden van allerlei ongeschikt en onaangepast ‘niet waardevol’ leven. Dit blijkt bijvoorbeeld in uitlatingen van de bekende theïstisch evolutionist Teilhard de Chardin, wanneer hij spreekt over de positieve kant van oorlog, als een nobele bijdrage aan de natuurlijke evolutie. En bij de atoombom op Hiroshima in 1945 was Teilhard vol bewondering over de wetenschappelijke en technologische vooruitgang die de mensheid door het teamwerk van een wetenschappelijk superbrein had bereikt. Met geen woord wordt gerept over de honderdduizenden doden!!
Hoe anders spreekt de Schrift! Paulus spreekt in de brief aan de Kolossenzen (Kol. 1:15-20) over de verzoening van de kosmos. Op het kruis van Golgota volgde de opstanding. Christus heeft de dood overwonnen. Hij verlost ons van het genadeloze evolutieproces. Er is geen betekenisvolle hoop voor de toekomst van de wereld, tenzij de tranen van de slachtoffers worden gewist, tenzij de doden worden opgewekt, tenzij de slachtoffers van de evolutie gerechtvaardigd worden in de wedergeboorte van de wereld (Matt. 19:28).
De gehele schepping verlost
De Bijbel leert overduidelijk dat niet alleen de mens verlossing behoeft, maar dat ook de natuur en de dieren in het komende Koninkrijk bevrijd zullen worden van slavernij aan zonde en vergankelijkheid. Jezus sprak een woord en de storm ging liggen (Matt. 8:26). We zien in deze wonderlijke beheersing van de natuur een eerste vervulling van de beloften van de komst van het Koninkrijk, waar de natuur van de dingen grondig veranderd wordt (Jes. 11:6ev.; Op. 22:1-5). Toen de Here Jezus veertig dagen werd verzocht in de woestijn, wordt gezegd, dat hij ‘bij de wilde dieren was’ (Marc. 1:13). In de Jordaanstreek en in de woestijn van Judea en omgeving leefden onder andere hyena’s, jakhalzen, panters en leeuwen. Als de Heer van de schepping is Jezus hun Meester; het wijst op de situatie zoals die was in het paradijs (zie Gen. 1:28; 2:19ev.) en zoals die weer zijn zal in het komende Vrederijk (zie Jes. 11:6-9; 65:25, vgl. ook Job 5:22v.). Met de eerste komst van Jezus is dit Koninkrijk in beginsel aangebroken (Marc. 1:14-15). Ook de volgelingen van Jezus kunnen nu al (zeer onvolkomen en ten dele) door het geloof, dat wil zeggen het vertrouwen in de kracht van God, deel krijgen aan deze gave. ‘Slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen’ (Marc. 16:18).
Het evolutionisme minimaliseert de ernst van het kwaad en daarmee ook het nut van de verlossing. Die verlossing wordt door evolutionisten vaak als enkel geestelijk gezien. Deze leer werd in de tweede eeuw door de kerk als dwaalleer (gnostiek) afgewezen. Evolutionisme is een filosofie die past bij rijke westerse christenen, die de gruwelijke kant van pijn en lijden niet echt kennen en dit daarom bagatelliseren als groeipijnen van de schepping.
De 21e eeuw vraagt om een inhaalslag voor wat betreft een christelijke visie op de natuur. De klimaatverandering zet in ieder geval ook voor christenen dit thema op de agenda.
Tekenen van hoop
Wat betekent dit alles voor ons als christen hier en nu? Wij zijn in dienst van God als werktuigen van de gerechtigheid en niet van de zonde! (Rom. 8:19). De gerechtigheid die Jezus bij Zijn komst in heerlijkheid op aarde zal brengen, mogen wij hier en nu al als ambassadeurs vertegenwoordigen. Dit moet ook blijken in onze omgang met de natuur, in een eerlijke verdeling van energiebronnen, een goede zorg voor de dieren, eerlijke handel.
Op veel zaken hebben wij nauwelijks invloed. Het gaat ook niet zozeer hierom dat wij nu al willen realiseren wat alleen Jezus Christus kan volbrengen. Het gaat erom dat wij goede getuigen zijn van Hem en tekenen van hoop oprichten als voorproef van het Koninkrijk dat Hij straks zal brengen wanneer er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt. Jezus zei dat wij het zout van de aarde en het licht van de wereld zijn.
drs. Gijs van den Brink
Auteur is verbonden aan het Centrum voor Bijbelonderzoek www.studiebijbel.nl.