‘Dank je wel’

Corine Daane • 97 - 2021 • Uitgave: 2
Terwijl het ukkie met groot ongeduld het cadeaupapier wegscheurt, komt de schát die zij kreeg tevoorschijn. “En, wat zeg je dan?” helpt haar mama haar herinneren… “Dank u wel!” En weg is ze, om met haar nieuwe pop te spelen.

Zo’n tafereeltje als hierboven kennen we allemaal. Elke ouder leert zijn kinderen dat zij ‘dank u wel’ zeggen als ze iets krijgen. Sommigen zijn helemaal dapper: die leren hun kinderen om ‘dank u wel’ te zeggen op het moment dat ze het cadeau krijgen – en nog niet eens uitgepakt hebben! Hiermee willen ze leren dat het feit dát er wat gegeven wordt, al iets is om ‘dank u wel’ voor te zeggen, zelfs als je nog niet weet wat het dan eigenlijk is.

Uitblinken
Kinderen. We zijn er vertederd door en moeten er ook wel om lachen. Maar dan wij. Wij, die kinderen leren om ‘dank u wel’ te zeggen, moeten hier toch in uitblinken? En daar blijkt de praktijk van alledag toch wat weerbarstiger dan dat we zouden denken.

Laten we een paar vragen bekijken, en probeer zo concreet mogelijk ze te beantwoorden.
• Hoe vaak zei je ‘dank je wel’ en uitte je een blijk van waardering in de afgelopen week? En hoe vaak uitte je kritiek, zag je een tekortkoming, klaagde je vanbinnen?
• Als je dierbaren gevraagd zou worden wat ze het meest van je horen, een op- of aanmerking of een dankjewel, wat zouden zij antwoorden?

De Bijbel zegt in Kolossenzen 3 vers 15: ’En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.’

Een aantal punten die ik je mee wil geven uit deze tekst zijn:

1. Dankbaarheid vloeit voort uit het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis. Het besef gered te zijn van de eeuwige dood die je verdiende, maakt dat je Hem dankt voor je redding. Je erkent dat je niet kreeg wat je had verdiend (de eeuwige dood) en wél krijgt wat je niet verdiende: eeuwig leven.

2. Laat de vrede van God, de Vredevorst, toe om in je hart alles bepalend, regerend te zijn. Laat niet toe dat het dagelijkse leven met al zijn vreugdes en zorgen, emoties en gedachten, jouw relatie met God ondersneeuwt. Dit vraagt een alerte levensstijl, het stellen van prioriteiten. Het is een verticale gerichtheid: de relatie tussen jou en de Heere God is bepalend, vóór al het andere.

3. Als christen ben je onderdeel van het Lichaam van Christus. Je bent geen eenling. Dat betekent dat het leven dat je leidt, als gehuwde of als alleengaande, altijd teamwork is. Teamwork sluit eenzelvigheid uit. Je beseft dat niet alles op jouw manier en naar jouw inzicht hoeft te gebeuren. Diversiteit is inherent aan teamwork en is een uiting van de veelkleurigheid van Christus.

4. Wees dankbaar. Dit gaat verder dan een beleefdheidsvorm ‘dank u wel’. Je wordt hier aangesproken op je houding. Je houding, je uitstraling, hoe je in het leven staat, vloeit voort uit je hartsgesteldheid. Als je punt 1-3 leeft, is punt 4 een logisch gevolg.

Allesbepalend
Deze punten vormen samen één geheel. Beseffend dat je onverdiend gered bent door het bloed van Christus, word je gunnend naar anderen, moedig je hen aan in het doen van het goede en zie je in liefde een fout over het hoofd. Je beseft dat je als christen een onderdeel bent van een veelkleurig gezelschap en begint te genieten van de diversiteit in beleving, uiting en inzet, omdat je daarin de veelkleurigheid van God Zelf terugziet. Je kritische houding blijkt al die tijd gebaseerd te zijn geweest op een gevoel van recht-hebben-op, wat in het licht van de Bijbel volkomen ongepast en onwaar is. Doordat de Vredevorst in je hart allesbepalend wordt, zie je steeds meer in dat alles genade is. Je kritische houding wordt veranderd door een houding van waardering, een dankbare houding.

Corine Daane