Daniël 6 - De prijs van Rechtvaardigheid
Schatgraven in de Bijbel
De Profeet Daniël (6)
De prijs van Rechtvaardigheid
Met de verovering van Babel door de Meden en Perzen was het machtige Babylonië ondergegaan. Koning Cyrus (ook wel Kores genoemd) stelde een overgangsbewind in over het veroverde gebied en maakte Darius onderkoning over Babylonië. Hij begon met een grote reorganisatie van het ambtenarenapparaat en stelde 120 bestuurders aan. Daaruit koos hij drie capabele mannen, die tot Satraap werden bevorderd. Zij werden de hoogste ambtenaren van Babylon en rapporteerden rechtstreeks aan de koning. Eén daarvan was Daniël, die zon bijzondere rol gespeeld had bij de val van de stad Babel. Daniël is dan al oud, rond de 80 jaar. Ondanks zijn hoge leeftijd blijkt hij een opvallend goed bestuurder. Dat brengt de koning tot de beslissing hem over het gehele koninkrijk aan te stellen (vers 4).
In het oude Oosten bood een hoge functie ruime mogelijkheden tot zelfverrijking. Onder Daniël, als hoogste gezaghebber, zou corruptie zeker bestreden worden, want hij was onkreukbaar. Veel bestuurders dreigden daarom ernstige financiële schade te lijden als Daniël hun chef zou worden. Om de dreigende ramp af te weren, wordt een samenzwering opgezet. Eensgezind besluit men dat Daniël moet verdwijnen.
Allereerst richt men zich op zijn functioneren (vers 5). Er zou ongetwijfeld wel iets te vinden zijn, waar Daniël op aan te klagen is. Maar, er wordt geen enkele smet op zijn blazoen gevonden. Dan besluiten de samenzweerders hem aan te pakken op zijn enige zwakke punt: zijn liefde tot de allerhoogste God (vers 6). Er wordt een sluw plan uitgedacht. Zonder medeweten van Daniël (vers 7) gaan de samenzweerders naar de koning en stellen hem een nieuwe wet voor (vers 8b). Met het vooruitzicht dat hij, Darius, dankzij die wet, groot prestige zou verwerven, zwicht de koning. Door ijdelheid gedreven geeft hij bevel het decreet op schrift te stellen (vers 9-10). Daarmee is de val voor Daniël in werking gesteld.
Als Daniël van de nieuwe wet hoort, weet hij wat hem te wachten staat. Hij gaat direct naar huis om de Allerhoogste zijn nood voor te leggen (vers 11). Het was algemeen bekend dat Daniël driemaal per dag tot zijn God bad. Dat was door koning Darius bij wet voor dertig dagen verboden. Daniël is echter bereid de prijs voor zijn liefde tot God te betalen.
Als Daniël naar huis gaat wordt hij gevolgd. Zijn belagers dringen heimelijk zijn huis binnen. En als hij tot God bidt, betrappen ze hem op heterdaad (vers 12). Nu het bewijs voor de overtreding geleverd is, dienen de samenzweerders een aanklacht in tegen Daniël. Op uiterst geraffineerde wijze herinneren zij koning Darius aan de wet die hij zelf heeft uitgevaardigd (vers 13). Dan klinkt de beschuldiging (vers 14) en die komt als donderslag bij heldere hemel (vers 15). Dit had de koning niet gewild! Niet alleen Daniël, ook hij is in de val gelopen. Darius is verplicht om zijn onmisbare adviseur te laten executeren.
Uit de reactie van de koning blijkt dat de profeet Daniël niet alleen zijn eerste raadgever is, maar ook zijn vriend. Die wil hij niet missen, dus probeert hij een weg te vinden hem te redden. Maar het lukt hem niet.
De wet schreef voor dat het vonnis voor zonsondergang zou worden voltrokken. Daniëls vijanden zitten er bovenop, dat de koning het ook uitvoert (vers 16). De manier waarop Darius wordt toegesproken bevat een nauwelijks verholen dreigement aan zijn adres. Overtreding van een wet van Meden en Perzen was, ook voor een onderkoning, een gevaarlijk vergrijp. De wet dwingt Darius tot het uitvoeren van de executie van zijn vriend en raadgever. Ontroerend zijn de afscheidswoorden tot Daniël (vers 17).
Zo wordt Daniël in de leeuwenkuil geworpen. Dat was een grot, waarin de veroordeelde, via een smalle opening in het plafond, naar beneden gegooid werd. De kuil wordt verzegeld door zowel de koning, als door zijn belangrijkste edelen (vers 18). Op zich lijkt dat een overbodige maatregel. Wie zou een maatregel van de koning durven doorkruisen? Wel , de koning zelf natuurlijk, vandaar dat de steen extra verzegeld wordt. De positie van onderkoning Darius is nu ernstig aangetast. Hij is het initiatief compleet kwijt en wordt bevolen door zijn hoogste ambtenaren.
Het moet een hard gelag geweest zijn voor koning Darius toen hij zich realiseerde, hoe hij gemanipuleerd was. Zijn ijdelheid was daartoe de sleutel geweest en dat doet pijn. En behalve de ondergane vernedering, raakte hij nu ook nog zijn onmisbare topadviseur kwijt; zijn vriend Daniël. De bittere publieke nederlaag, het verlies van zijn vriend en zijn zeer verzwakte politieke positie beroven de koning van zn eetlust (vers 19). Zonder te eten zondert hij zich af in zn slaapvertrekken. Hij kan echter niet slapen. Toch weigert hij elke vorm van afleiding die zijn dienaren hem gewoontegetrouw aanbieden.
Na een doorwaakte nacht, vroeg in de ochtend, spoedt de koning zich naar de leeuwenkuil (vers 20): Het is Darius angstig te moede, als hij de kuil nadert. Met een van emotie verstikte stem roept hij om zijn vriend en raadgever Daniël (vers 21). Tot zijn stomme verbazing klinkt een antwoord (vers 22), Daniël leeft! Een engel heeft de leeuwenmuilen toegesloten (vers 23). Weg is de neerslachtige stemming. Een gevoel van uitzinnige vreugde overweldigt koning Darius (vers 24). Aan de wet van Meden en Perzen is voldaan. Daniël wordt uit de kuil opgetrokken en hij blijkt ongedeerd.
De kansen zijn gekeerd en koning Darius reageert onmiddellijk. Zijn politieke vijanden worden opgepakt en geëxecuteerd, samen met hun gezinnen. Zo heeft hij niet alleen zijn topadviseur terug, maar zich tevens ontdaan van zn tegenstanders en aldus zn positie als koning van Babylon versterkt (vers 25).
De engel die Daniël beschermde is nu verdwenen. De leeuwen hebben al een etmaal niets gegeten en zijn uitgehongerd. Voordat de veroordeelden de bodem raken, maken de roofdieren zich meester van hun slachtoffers.
Koning Darius buit de nieuwe politieke situatie maximaal uit. Vers 26: Hij schrijft een proclamatie aan zijn volk, waarin zijn overwinning ongetwijfeld breed zal zijn uitgemeten.
De God van Daniël wordt niet door Darius vergeten. Hij bewijst Hem eer en met een royaal gebaar wordt de nieuwe god toegevoegd aan de galerij der goden die men al kende (vers 27). De gebruikte bewoordingen zijn geen geloofsbelijdenis van Darius, maar een typisch oosterse wijze van uitdrukken. Toch spreekt koning Darius de juiste woorden en roemt de enige God. En, in zijn roemen, spreekt hij profetisch: Hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Koning Darius respecteert de God van Daniël. Toch is dat, vanuit zijn visie, een vreemde god.
Koning Darius regeerde volgens Joodse bronnen bijna één jaar. Daarna viel Babylonië rechtstreeks onder de regering van koning Cyrus. Volgens Daniël 1:21 eindigde Daniëls actieve loopbaan in het eerste jaar van koning Cyrus. Dat was waarschijnlijk enkele maanden na de dood van Darius de Meder. Op een leeftijd van ergens tussen de 80-85 jaar ging Daniël eindelijk met pensioen.
Daniël was rechtvaardig in al zijn doen en laten. Dat botste met de maatschappij waarin hij leefde. Maar hij was bereid daarvoor de prijs te betalen, toen hij jong was (Daniël 1:8) en in zijn ouderdom. Zijn liefde tot God ging boven alles. Zo is hij een lichtend voorbeeld voor ontelbare martelaren in de eeuwen daarna, tot op de huidige dag.
Gert A. van de Weerd
Wilt u dit boeiende verhaal bestuderen? Bestel dan De Profeet Daniël, deel 1 en 2, van dezelfde schrijver.
De Profeet Daniël (6)
De prijs van Rechtvaardigheid
Met de verovering van Babel door de Meden en Perzen was het machtige Babylonië ondergegaan. Koning Cyrus (ook wel Kores genoemd) stelde een overgangsbewind in over het veroverde gebied en maakte Darius onderkoning over Babylonië. Hij begon met een grote reorganisatie van het ambtenarenapparaat en stelde 120 bestuurders aan. Daaruit koos hij drie capabele mannen, die tot Satraap werden bevorderd. Zij werden de hoogste ambtenaren van Babylon en rapporteerden rechtstreeks aan de koning. Eén daarvan was Daniël, die zon bijzondere rol gespeeld had bij de val van de stad Babel. Daniël is dan al oud, rond de 80 jaar. Ondanks zijn hoge leeftijd blijkt hij een opvallend goed bestuurder. Dat brengt de koning tot de beslissing hem over het gehele koninkrijk aan te stellen (vers 4).
In het oude Oosten bood een hoge functie ruime mogelijkheden tot zelfverrijking. Onder Daniël, als hoogste gezaghebber, zou corruptie zeker bestreden worden, want hij was onkreukbaar. Veel bestuurders dreigden daarom ernstige financiële schade te lijden als Daniël hun chef zou worden. Om de dreigende ramp af te weren, wordt een samenzwering opgezet. Eensgezind besluit men dat Daniël moet verdwijnen.
Allereerst richt men zich op zijn functioneren (vers 5). Er zou ongetwijfeld wel iets te vinden zijn, waar Daniël op aan te klagen is. Maar, er wordt geen enkele smet op zijn blazoen gevonden. Dan besluiten de samenzweerders hem aan te pakken op zijn enige zwakke punt: zijn liefde tot de allerhoogste God (vers 6). Er wordt een sluw plan uitgedacht. Zonder medeweten van Daniël (vers 7) gaan de samenzweerders naar de koning en stellen hem een nieuwe wet voor (vers 8b). Met het vooruitzicht dat hij, Darius, dankzij die wet, groot prestige zou verwerven, zwicht de koning. Door ijdelheid gedreven geeft hij bevel het decreet op schrift te stellen (vers 9-10). Daarmee is de val voor Daniël in werking gesteld.
Als Daniël van de nieuwe wet hoort, weet hij wat hem te wachten staat. Hij gaat direct naar huis om de Allerhoogste zijn nood voor te leggen (vers 11). Het was algemeen bekend dat Daniël driemaal per dag tot zijn God bad. Dat was door koning Darius bij wet voor dertig dagen verboden. Daniël is echter bereid de prijs voor zijn liefde tot God te betalen.
Als Daniël naar huis gaat wordt hij gevolgd. Zijn belagers dringen heimelijk zijn huis binnen. En als hij tot God bidt, betrappen ze hem op heterdaad (vers 12). Nu het bewijs voor de overtreding geleverd is, dienen de samenzweerders een aanklacht in tegen Daniël. Op uiterst geraffineerde wijze herinneren zij koning Darius aan de wet die hij zelf heeft uitgevaardigd (vers 13). Dan klinkt de beschuldiging (vers 14) en die komt als donderslag bij heldere hemel (vers 15). Dit had de koning niet gewild! Niet alleen Daniël, ook hij is in de val gelopen. Darius is verplicht om zijn onmisbare adviseur te laten executeren.
Uit de reactie van de koning blijkt dat de profeet Daniël niet alleen zijn eerste raadgever is, maar ook zijn vriend. Die wil hij niet missen, dus probeert hij een weg te vinden hem te redden. Maar het lukt hem niet.
De wet schreef voor dat het vonnis voor zonsondergang zou worden voltrokken. Daniëls vijanden zitten er bovenop, dat de koning het ook uitvoert (vers 16). De manier waarop Darius wordt toegesproken bevat een nauwelijks verholen dreigement aan zijn adres. Overtreding van een wet van Meden en Perzen was, ook voor een onderkoning, een gevaarlijk vergrijp. De wet dwingt Darius tot het uitvoeren van de executie van zijn vriend en raadgever. Ontroerend zijn de afscheidswoorden tot Daniël (vers 17).
Zo wordt Daniël in de leeuwenkuil geworpen. Dat was een grot, waarin de veroordeelde, via een smalle opening in het plafond, naar beneden gegooid werd. De kuil wordt verzegeld door zowel de koning, als door zijn belangrijkste edelen (vers 18). Op zich lijkt dat een overbodige maatregel. Wie zou een maatregel van de koning durven doorkruisen? Wel , de koning zelf natuurlijk, vandaar dat de steen extra verzegeld wordt. De positie van onderkoning Darius is nu ernstig aangetast. Hij is het initiatief compleet kwijt en wordt bevolen door zijn hoogste ambtenaren.
Het moet een hard gelag geweest zijn voor koning Darius toen hij zich realiseerde, hoe hij gemanipuleerd was. Zijn ijdelheid was daartoe de sleutel geweest en dat doet pijn. En behalve de ondergane vernedering, raakte hij nu ook nog zijn onmisbare topadviseur kwijt; zijn vriend Daniël. De bittere publieke nederlaag, het verlies van zijn vriend en zijn zeer verzwakte politieke positie beroven de koning van zn eetlust (vers 19). Zonder te eten zondert hij zich af in zn slaapvertrekken. Hij kan echter niet slapen. Toch weigert hij elke vorm van afleiding die zijn dienaren hem gewoontegetrouw aanbieden.
Na een doorwaakte nacht, vroeg in de ochtend, spoedt de koning zich naar de leeuwenkuil (vers 20): Het is Darius angstig te moede, als hij de kuil nadert. Met een van emotie verstikte stem roept hij om zijn vriend en raadgever Daniël (vers 21). Tot zijn stomme verbazing klinkt een antwoord (vers 22), Daniël leeft! Een engel heeft de leeuwenmuilen toegesloten (vers 23). Weg is de neerslachtige stemming. Een gevoel van uitzinnige vreugde overweldigt koning Darius (vers 24). Aan de wet van Meden en Perzen is voldaan. Daniël wordt uit de kuil opgetrokken en hij blijkt ongedeerd.
De kansen zijn gekeerd en koning Darius reageert onmiddellijk. Zijn politieke vijanden worden opgepakt en geëxecuteerd, samen met hun gezinnen. Zo heeft hij niet alleen zijn topadviseur terug, maar zich tevens ontdaan van zn tegenstanders en aldus zn positie als koning van Babylon versterkt (vers 25).
De engel die Daniël beschermde is nu verdwenen. De leeuwen hebben al een etmaal niets gegeten en zijn uitgehongerd. Voordat de veroordeelden de bodem raken, maken de roofdieren zich meester van hun slachtoffers.
Koning Darius buit de nieuwe politieke situatie maximaal uit. Vers 26: Hij schrijft een proclamatie aan zijn volk, waarin zijn overwinning ongetwijfeld breed zal zijn uitgemeten.
De God van Daniël wordt niet door Darius vergeten. Hij bewijst Hem eer en met een royaal gebaar wordt de nieuwe god toegevoegd aan de galerij der goden die men al kende (vers 27). De gebruikte bewoordingen zijn geen geloofsbelijdenis van Darius, maar een typisch oosterse wijze van uitdrukken. Toch spreekt koning Darius de juiste woorden en roemt de enige God. En, in zijn roemen, spreekt hij profetisch: Hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Koning Darius respecteert de God van Daniël. Toch is dat, vanuit zijn visie, een vreemde god.
Koning Darius regeerde volgens Joodse bronnen bijna één jaar. Daarna viel Babylonië rechtstreeks onder de regering van koning Cyrus. Volgens Daniël 1:21 eindigde Daniëls actieve loopbaan in het eerste jaar van koning Cyrus. Dat was waarschijnlijk enkele maanden na de dood van Darius de Meder. Op een leeftijd van ergens tussen de 80-85 jaar ging Daniël eindelijk met pensioen.
Daniël was rechtvaardig in al zijn doen en laten. Dat botste met de maatschappij waarin hij leefde. Maar hij was bereid daarvoor de prijs te betalen, toen hij jong was (Daniël 1:8) en in zijn ouderdom. Zijn liefde tot God ging boven alles. Zo is hij een lichtend voorbeeld voor ontelbare martelaren in de eeuwen daarna, tot op de huidige dag.
Gert A. van de Weerd
Wilt u dit boeiende verhaal bestuderen? Bestel dan De Profeet Daniël, deel 1 en 2, van dezelfde schrijver.