Correspondentie met het kantoor

Henk Schouten • 77 - 2001/02 • Uitgave: 24
In Zoeklicht nr. 22 heb ik gevraagd naar de tekst van een kinderliedje. De reacties waren onvoorstelbaar. Dagelijks bracht en brengt de postbode vele enveloppen met dit lied. Heel verschillend. Mensen hebben familieleden gebeld, samen gezongen en zo kregen ze de tekst weer boven. Anderen wisten in welk liederen-boek het te vinden was. Er werden leuke en bemoedigende persoonlijke zaken bij geschreven, ook heel warme. Een paar reacties wil ik u niet onthouden.

G.J. H. te L schrijft:
Ik heb nog twee bundels met kinderliederen kunnen vinden die ik als kleine jongen op de zondagsschool en later toen ikzelf 'meester' was tesamen met de kinderen heb gezongen. Nu heb ik ze samen met mijn vrouw maar weer eens gezongen, met tranen in de ogen kan ik wel zeggen. Want de oude zondagsschool is er nog nauwelijks meer.

G.J.J. te E schrijft:
Vanmorgen onderweg naar het Leger des Heils speelde het versje steeds door mijn hoofd. Toen ik gisteravond Het Zoeklicht aan het lezen was moest er wel even gespit worden om de goede tekst boven te krijgen. Een vriendin in A. wist het begin, mijn ouders hier te E. kenden het laatste couplet.....Ik heb het versje denk ik geleerd op de lagere school, dat is 51 jaar geleden!

Mw. A.P. te H. schrijft ons het volgende:
Ik ben een oude vrouw geboren in 1920. Toen ik 14 was las ik Het Zoeklicht bij mijn grootmoeder. Het boeide mij, vooral de verhalen van Johannes de Heer en de brieven van tante Wilhelmina en vooral het kwartiertje op de NCRV op donderdag morgen...... Nu lees ik sinds een jaar weer Het Zoeklicht, dat is nog dezelfde boodschap als 65 jaar geleden. Het Zoeklicht is niet veranderd, de tekenen van de tijd zijn duidelijker dan in mijn meisjestijd, er is hoop.

Z.S. te S schrijft:
Laat nou, terwijl wij aan het peinzen waren 'hoe het ook weer was' onze dochter uit Nieuw Zeeland opbellen. Samen zijn we eruit gekomen en zo zongen we tegelijk aan beide kanten van de aardbol dit mooie lied in onze jeugd geleerd. Is dat niet geweldig?

B.B. te ? schrijft ons:
Enige jaren geleden heb ik van mijn vader, die helaas is overleden, een geschenkabonnement op 'Het Zoeklicht' gekregen. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor. Uw blad zet mij telkens aan het denken en heeft mij de ogen geopend. Het is geweldig dat ik in deze donkere tijden mag leven met de verwachting dat de Here Jezus spoedig terug zal komen en dat het zeker geen hopeloze toestand is. Ik wil u bedanken voor de waardevolle artikelen en ik hoop 'Het Zoeklicht' nog vele jaren te kunnen lezen.

Voor ons op kantoor en voor de redactie is het bemoedigend zulke brieven of, zoals in dit geval, emails te ontvangen. We krijgen ook wel eens andere berichten die ontmoedigend van karakter zijn, maar brieven als hier geschreven beuren je weer op. Er is een geestelijke strijd gaande, die zeker niet aan ons werk voorbij gaat. Gelovigen moeten elkaar bemoedigen en mogen voor elkaar bidden. Zo bidden velen ook voor ons en het werk van de vereniging 'Het Zoeklicht'.

Mw. T. v.G. te H. schrijft ons dat Het Zoeklicht haar zo voedt in deze tijd die zo vol spanning is. Helaas vind ik het moeilijk als het weer zondag wordt om naar de kerk te gaan. Daar worden wij niet gevoed en de profetieën horen wij niet. Ik heb al verschillende gesprekken met de predikant gehad. Maar wat een bedekking ligt er op deze man. En ik word moe van het bidden en geef het soms op. God zegene u en het mooie werk van Het Zoeklicht.

We zijn blij met de hier geschreven waardering van Het Zoeklicht. Maar wat een verdriet spreekt uit deze brief. Helaas staat dat niet op zichzelf. Ik ben bang dat er heel wat 'herders' de preekstoelen beklimmen die niet geroepen zijn, waarvan de Here God zegt: "Ik heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd". Deze zuster schrijft netjes van een bedekking op deze man. Ons gebed is in deze dagen meer nodig dan ooit. We mogen bidden voor voorgangers en oudsten, dat God ons mannen geeft die Zijn Woord aanreiken tot bemoediging. Laten ook daarom, zij die niet door Hem gezonden zijn, hun mond houden. Door zulke mensen worden we niet bemoedigd, daarom ook, denk ik, verlaten velen de kerken.

ds. Henk Schouten