Christus of de antichrist (3)
Bijbelstudieserie over de eerste brief van Johannes
1 Johannes 3
Johannes is in zijn brief nogal zwart-wit: iemand leeft in het licht en is een gelovige óf in de duisternis en is een ongelovige. Sommige gelovigen schrikken hiervan, want zij ervaren hun leven niet altijd zo vol licht. Dat klopt, want Johannes schrijft niet over onze tekortkomingen, maar over het eeuwige leven. Dat bezit elk kind van God en is altijd zichtbaar, ook al is het nog zo weinig.
Oud en nieuw gebod (1 Johannes 2:3-11)
De brief is bedoeld om valse leer (vooral over Christus) te ontmaskeren, maar ook om gelovigen te helpen die door verkeerde invloed aan zichzelf kunnen gaan twijfelen. Johannes biedt hen een paar simpele testen om (opnieuw) te beseffen dat ze echt een kind van God zijn. Dit spreekt ons wel aan in een tijd waarin het testen op corona belangrijk is.
Later in de brief volgen nog enkele testen, maar hij begint met gehoorzaamheid en liefde. Die horen altijd bij elkaar.
Ook vandaag zijn er veel mensen die zeggen God te kennen. Maar de simpele test is: zijn zij gehoorzaam aan Gods Woord? Als ze dat niet zijn, kunnen ze nog zo mooi spreken over allerlei inzichten maar het zijn leugenaars.
Maar dezelfde test is voor gelovigen een heerlijke steun, want zij doen niets liever dan buigen voor Gods Woord en wandelen in het licht, ook al kan het altijd beter. Dat is een kenmerk van het eeuwige leven, onze nieuwe natuur!
Johannes geeft geen nieuw gebod. Dat had de Heer Jezus al gedaan (Johannes 13:34), hoewel ook dát liefdegebod in principe al bekend was (Markus 12:30-31). Wat is het nieuwe? De Heer Jezus draagt hen op elkaar lief te hebben, zoals Hij hen liefheeft. Zijn liefde is de nieuwe norm en dat kan elk kind van God (Romeinen 5:5)!
Het nieuwe van Johannes is: ‘het is waar in Hem en in ons, omdat het waarachtige licht al schijnt’. Waar een gelovige komt schijnt het licht, en dat is te zien in de liefde naar de broeder/zuster door samen te buigen voor Gods Woord. Dat verlangt elke gelovige.
Geestelijke groei (1 Johannes 2:12-27)
Evenals in het gewone leven is er ook groei als kind van God. Bij de wedergeboorte wordt iemand een kind (baby), groeit door tot jongeling en wordt uiteindelijk vader. Let op: niet volwassene, maar vader, dus iemand die in staat is om een volgende generatie te verzorgen.
Toch schrijft Johannes allereerst tot kinderen in het algemeen, van jong tot oud ‘omdat u de zonden zijn vergeven ter wille van Zijn naam’. De Persoon van Christus blijft altijd de basis!
Daarna worden de drie groepen apart aangesproken, allereerst met hun specifieke kenmerken, vervolgens met enkele details.
- vaders
Het is opvallend dat van vaders alleen wordt verteld dat zij Hem kennen ‘die van het begin af is’, dat is de Heer Jezus, de eeuwige Zoon Die Mens werd. Is er van volwassen gelovigen niets méér te vertellen? Ongetwijfeld, maar voor hen valt alles samen in die ene Persoon Die hun leven vult. Hij is hun leven.
- jongelingen
Hun kenmerk is dat zij de boze overwonnen hebben. Dat betekent niet dat satan in hun leven geen invloed meer zal hebben, maar uit de details blijkt dat zij in hun eerste confrontaties met hem standhielden door vast te houden aan Gods Woord (vers 14).
Zo’n confrontatie gaat over de aantrekkingskracht van de wereld, en die kent 3 facetten: 1) de begeerte van het vlees, 2) de begeerte van de ogen, 3) de hoogmoed van het leven.
Het zijn dezelfde facetten waardoor de eerste mens viel: de boom was goed om van te eten, een lust voor het oog en begeerlijk om verstandig (als God) te worden (Genesis 3:5-6). Het zijn ook dezelfde facetten waarin de tweede Mens stand hield door steeds te zeggen: ‘er staat geschreven’ (Lukas 4:1-13).
De liefde van de Vader betekent voor hen méér dan de liefde tot de wereld.
- kinderen (baby’s)
Aan hen geeft Johannes de meeste aandacht, niet omdat zij nog zoveel moeten leren (dat is wel waar natuurlijk), maar om hen te laten zien dat zij in hun wedergeboorte al ontzettend veel gekregen hebben: zij kennen de Vader! Wat een vertrouwen! Dat mag hen nooit onzeker maken.
Zij weten dat de antichrist komt en dat er nu al veel antichristen zijn. De antichrist is de grote verleider, die zich zal voordoen als de Messias, maar een nep-christus is (Johannes 5:43). Nú zijn er al veel verleiders die in dezelfde geest mensen proberen te leiden tot nep-christendom, en niet tot de Christus-der-Schriften (1 Korinthe 15:3-4). Tóen was men vatbaar voor de mystiek, nú voor vele andere varianten zoals het welvaartsevangelie. Allemaal leugens.
Is dat voor zulke jonge gelovigen eenvoudig te onderscheiden? Jazeker! Zij hebben ‘de zalving van de Heilige en weten alles’.
De Heilige is de Heer Jezus (Johannes 17:19), Die de andere Trooster (de Heilige Geest) heeft beloofd. Daarmee is iedere gelovige gezalfd vanaf het moment dat hij tot geloof kwam (2 Korinthe 1:21).
Weten zij vanaf dat moment dan alles? Zij weten nog niet waar alles in de Bijbel staat, en kennen nog lang niet de diepten van God (1 Korinthe 2:10), maar zij hebben wél het onderscheidingsvermogen om te bepalen wat van de Heer komt en wat niet. Zij verstaan Zijn stem (Johannes 10:5). En dat is precies wat Johannes hen voorhoudt. Zij hoeven zich dus door niemand iets wijs te laten maken.
Dit vers wordt op twee manier nogal misbruikt. Men zegt soms:
1) “Ik hoef geen Bijbelstudie te doen, want de Heilige Geest laat het mij wel zien”. Dat laatste klopt alleen als ik wijsheid nodig heb. Maar Bijbelstudie is onontbeerlijk (2 Timotheüs 3:16), uiteraard levend gemaakt door Gods Geest. Hoe zou een baby anders ooit een jongeling worden als hij niet kan zeggen: ‘er staat geschreven’?
2) “Het voelt niet goed, dus kan het niet van de Heer zijn”. Soms klopt dat, maar vaak wijst men een Bijbeluitleg af omdat die niet past in de eigen traditie.
Misleiders beloven van alles, maar de enige, ware belofte voor ons is het eeuwige leven. Daardoor horen we tot de familie van de Vader en de Zoon, en dat geldt al voor elke baby in het geloof! Die gemeenschap is van levensbelang: de Heilige Geest blijft in ons en wij blijven in Hem. Dát is ons leven.
Een nep-christus is de doodsteek voor het christendom. Later meer over de antichrist.
Wim Zwitser
1 Johannes 3
Johannes is in zijn brief nogal zwart-wit: iemand leeft in het licht en is een gelovige óf in de duisternis en is een ongelovige. Sommige gelovigen schrikken hiervan, want zij ervaren hun leven niet altijd zo vol licht. Dat klopt, want Johannes schrijft niet over onze tekortkomingen, maar over het eeuwige leven. Dat bezit elk kind van God en is altijd zichtbaar, ook al is het nog zo weinig.
Oud en nieuw gebod (1 Johannes 2:3-11)
De brief is bedoeld om valse leer (vooral over Christus) te ontmaskeren, maar ook om gelovigen te helpen die door verkeerde invloed aan zichzelf kunnen gaan twijfelen. Johannes biedt hen een paar simpele testen om (opnieuw) te beseffen dat ze echt een kind van God zijn. Dit spreekt ons wel aan in een tijd waarin het testen op corona belangrijk is.
Later in de brief volgen nog enkele testen, maar hij begint met gehoorzaamheid en liefde. Die horen altijd bij elkaar.
Ook vandaag zijn er veel mensen die zeggen God te kennen. Maar de simpele test is: zijn zij gehoorzaam aan Gods Woord? Als ze dat niet zijn, kunnen ze nog zo mooi spreken over allerlei inzichten maar het zijn leugenaars.
Maar dezelfde test is voor gelovigen een heerlijke steun, want zij doen niets liever dan buigen voor Gods Woord en wandelen in het licht, ook al kan het altijd beter. Dat is een kenmerk van het eeuwige leven, onze nieuwe natuur!
Johannes geeft geen nieuw gebod. Dat had de Heer Jezus al gedaan (Johannes 13:34), hoewel ook dát liefdegebod in principe al bekend was (Markus 12:30-31). Wat is het nieuwe? De Heer Jezus draagt hen op elkaar lief te hebben, zoals Hij hen liefheeft. Zijn liefde is de nieuwe norm en dat kan elk kind van God (Romeinen 5:5)!
Het nieuwe van Johannes is: ‘het is waar in Hem en in ons, omdat het waarachtige licht al schijnt’. Waar een gelovige komt schijnt het licht, en dat is te zien in de liefde naar de broeder/zuster door samen te buigen voor Gods Woord. Dat verlangt elke gelovige.
Geestelijke groei (1 Johannes 2:12-27)
Evenals in het gewone leven is er ook groei als kind van God. Bij de wedergeboorte wordt iemand een kind (baby), groeit door tot jongeling en wordt uiteindelijk vader. Let op: niet volwassene, maar vader, dus iemand die in staat is om een volgende generatie te verzorgen.
Toch schrijft Johannes allereerst tot kinderen in het algemeen, van jong tot oud ‘omdat u de zonden zijn vergeven ter wille van Zijn naam’. De Persoon van Christus blijft altijd de basis!
Daarna worden de drie groepen apart aangesproken, allereerst met hun specifieke kenmerken, vervolgens met enkele details.
- vaders
Het is opvallend dat van vaders alleen wordt verteld dat zij Hem kennen ‘die van het begin af is’, dat is de Heer Jezus, de eeuwige Zoon Die Mens werd. Is er van volwassen gelovigen niets méér te vertellen? Ongetwijfeld, maar voor hen valt alles samen in die ene Persoon Die hun leven vult. Hij is hun leven.
- jongelingen
Hun kenmerk is dat zij de boze overwonnen hebben. Dat betekent niet dat satan in hun leven geen invloed meer zal hebben, maar uit de details blijkt dat zij in hun eerste confrontaties met hem standhielden door vast te houden aan Gods Woord (vers 14).
Zo’n confrontatie gaat over de aantrekkingskracht van de wereld, en die kent 3 facetten: 1) de begeerte van het vlees, 2) de begeerte van de ogen, 3) de hoogmoed van het leven.
Het zijn dezelfde facetten waardoor de eerste mens viel: de boom was goed om van te eten, een lust voor het oog en begeerlijk om verstandig (als God) te worden (Genesis 3:5-6). Het zijn ook dezelfde facetten waarin de tweede Mens stand hield door steeds te zeggen: ‘er staat geschreven’ (Lukas 4:1-13).
De liefde van de Vader betekent voor hen méér dan de liefde tot de wereld.
- kinderen (baby’s)
Aan hen geeft Johannes de meeste aandacht, niet omdat zij nog zoveel moeten leren (dat is wel waar natuurlijk), maar om hen te laten zien dat zij in hun wedergeboorte al ontzettend veel gekregen hebben: zij kennen de Vader! Wat een vertrouwen! Dat mag hen nooit onzeker maken.
Zij weten dat de antichrist komt en dat er nu al veel antichristen zijn. De antichrist is de grote verleider, die zich zal voordoen als de Messias, maar een nep-christus is (Johannes 5:43). Nú zijn er al veel verleiders die in dezelfde geest mensen proberen te leiden tot nep-christendom, en niet tot de Christus-der-Schriften (1 Korinthe 15:3-4). Tóen was men vatbaar voor de mystiek, nú voor vele andere varianten zoals het welvaartsevangelie. Allemaal leugens.
Is dat voor zulke jonge gelovigen eenvoudig te onderscheiden? Jazeker! Zij hebben ‘de zalving van de Heilige en weten alles’.
De Heilige is de Heer Jezus (Johannes 17:19), Die de andere Trooster (de Heilige Geest) heeft beloofd. Daarmee is iedere gelovige gezalfd vanaf het moment dat hij tot geloof kwam (2 Korinthe 1:21).
Weten zij vanaf dat moment dan alles? Zij weten nog niet waar alles in de Bijbel staat, en kennen nog lang niet de diepten van God (1 Korinthe 2:10), maar zij hebben wél het onderscheidingsvermogen om te bepalen wat van de Heer komt en wat niet. Zij verstaan Zijn stem (Johannes 10:5). En dat is precies wat Johannes hen voorhoudt. Zij hoeven zich dus door niemand iets wijs te laten maken.
Dit vers wordt op twee manier nogal misbruikt. Men zegt soms:
1) “Ik hoef geen Bijbelstudie te doen, want de Heilige Geest laat het mij wel zien”. Dat laatste klopt alleen als ik wijsheid nodig heb. Maar Bijbelstudie is onontbeerlijk (2 Timotheüs 3:16), uiteraard levend gemaakt door Gods Geest. Hoe zou een baby anders ooit een jongeling worden als hij niet kan zeggen: ‘er staat geschreven’?
2) “Het voelt niet goed, dus kan het niet van de Heer zijn”. Soms klopt dat, maar vaak wijst men een Bijbeluitleg af omdat die niet past in de eigen traditie.
Misleiders beloven van alles, maar de enige, ware belofte voor ons is het eeuwige leven. Daardoor horen we tot de familie van de Vader en de Zoon, en dat geldt al voor elke baby in het geloof! Die gemeenschap is van levensbelang: de Heilige Geest blijft in ons en wij blijven in Hem. Dát is ons leven.
Een nep-christus is de doodsteek voor het christendom. Later meer over de antichrist.
Wim Zwitser