Christus in de Tabernakel 6

Jacques Brunt • 96 - 2020 • Uitgave: 2
Ik kom in Uw heiligdom binnen!

De meeste van ons kennen lied 192 uit de Opwekkingsbundel waarschijnlijk uit hun hoofd; ‘Ik kom in Uw heiligdom binnen’. Een prachtig lied. Maar het lied krijgt nog meer diepte en inhoud als het ingaan in het hemels heiligdom - als priesters onder het Nieuwe Verbond - voor ons de dagelijkse praktijk is. Laat dit artikel daartoe een extra aansporing zijn.

We ‘stappen’ het heilige binnen en treffen daar drie attributen aan, te weten; de Menorah, de tafel met de toonbroden en het reukofferaltaar. Je kunt hierover lezen in onder andere Exodus 25 en 30. Elk attribuut vertelt ons iets bijzonders over de Heere Jezus. Het heilige - oftewel de tweede ruimte in het tabernakelcomplex - spreekt over ‘geestelijke groei’ (2 Petrus 3:18). We passeren eerst een aantal pilaren. Het woord ‘pilaar’ betekent in het Hebreeuws zoveel als ‘blijven staan’, ´volharden´ of ´volhouden’. We kennen allemaal de pilaren bij de ingang van de tempel van Salomo (1 Koningen 7:15-22) genaamd Jachin (stabiliteit) en Boaz (sterkte). Deze verschillende betekenissen zien we terug in de persoon en het werk van de Heere Jezus. Ook het Woord van God staat vast, is onveranderlijk en blijft voor eeuwig. Het is Paulus die aan zijn geestelijke zoon Timotheüs schrijft dat de gemeente is als een zuil (pilaar) en fundament (vastigheid) van de Waarheid (1 Timotheüs 3:15). Dit is van groot belang met het oog op de roeping en het doel van de gemeente, juist in de eindtijd. Pilaren hebben een belangrijke betekenis en functie: toen en vandaag!

Oudste symbolen
Het eerste attribuut waar ons oog in het heilige op valt is de Menorah (Exodus 25 en Leviticus 24). Ook wel genoemd de zevenarmige kandelaar. Het is het oude symbool voor het Hebreeuwse volk en één van de oudste symbolen voor het Jodendom in het algemeen. Het getal zeven (lichten) spreekt van de Goddelijke volheid. De kandelaar was gemaakt van zuiver goud en uit één klomp vervaardigd. Goud is een beeld van Gods heerlijkheid en majesteit. De lampen moesten voortdurend branden en waren gevuld met olie wat in veel gevallen een beeld is van de Heilige Geest. De Menora zelf is een beeld van:

1. De Eeuwige die Zichzelf heeft geopenbaard door Jezus Zijn Zoon (1 Johannes 1:5 en Johannes 8:12)
2. Het volk Israël dat door de Heere apart is gezet om licht te zijn voor de heidenvolken (Jesaja 42:6)
3. De gelovigen individueel en de gemeente collectief (Efeze 5:8)
4. De Bijbel welke functioneert als een lamp voor onze voet en een licht op ons (levens)pad (Psalm 119:105)

Als we deze beelden van de Menorah op ons in laten werken, dan is het heel bijzonder dat wij als gelovigen uit de heidenen hét Licht via het Joodse volk hebben ontvangen (Romeinen 9:5). Vervolgens zijn wij als gemeente geroepen tot gemeenschap met de Zoon van God, te wandelen in het Licht en zo de volkomen blijdschap in en met de Heer te beleven (1 Korinthe 1:9 en 1 Johannes 1:3-4 en 7).

Overvloedig
Vervolgens zien we de tafel der toonbroden (Exodus 25 en Leviticus 24). Deze van acaciahout vervaardigde tafel was overtrokken met goud. Op deze tafel lagen twaalf broden/ koeken waardoor elke stam van Israël was vertegenwoordigd in de tabernakel. In Leviticus 24:5-9 lezen we dat de broden waren gemaakt van het manna dat dagelijks overvloedig uit de hemel neerdaalde. Tevens diende het ook als voedsel voor het priestervolk. We denken in het bijzonder aan de Heere Jezus die als het levende Brood uit de hemel is neergedaald om aan de wereld het leven te geven (Johannes 6). Als priesters onder het Nieuwe Verbond mogen wij Hem - het vleesgeworden Woord - tot ons nemen als het hemelse manna. Zo krijgen wij deel aan Hem en wordt Hij deel van ons leven. De Heere Jezus bekrachtigt ons en vormt ons zodanig dat we toonbaar zijn voor zowel onze Hemelse Vader als voor de wereld om ons heen.

Een heerlijke geur
Het derde en laatste attribuut in het heilige is het reukofferaltaar (Exodus 30). Dit altaar was eveneens gemaakt van acaciahout en met goud overtrokken. Het stond voor het voorhangsel, dat naar het heilige der heiligen voerde. Iedere avond en iedere morgen werd er reukwerk op geofferd. Dit gebeurde door het verbranden van wierook of andere kruiden. Brandende wierook verspreidde een heerlijke geur. Deze heerlijke geur van het reukwerk symboliseert de verzoenende voorbede van Christus, de grote Hogepriester. Hij symboliseert ook de gebeden en de voorbeden van de gelovigen / de heiligen (Psalm 141:2 en Openbaring 5:8 en 8:3-4). We mogen hier ook een lijn doortrekken naar onze dienst van aanbidding (aanbieden) als koninklijke priesters. We vertellen de Vader wie de Zoon voor ons is. Wat Hij voor ons betekent. We bieden de Vader steeds weer de Heere Jezus aan. Dank U voor de onuitsprekelijke gave van Uw Zoon!

Het verblijf van de priesters in het heilige zorgde ervoor dat de geur van de wierook hun priesterkleding doortrok. Zij droegen de geur van aanbidding met zich mee. Wat een prachtig beeld. Ruiken de mensen om ons heen dat wij intimiteit met de Heere Jezus praktiseren? Verspreiden wij vanuit de intimiteit met Hem ook een heerlijke en aangename geur waardoor mensen tot jaloersheid worden gewekt (2 Korinthe 2:15)?

Ik kom in uw heiligdom binnen, 't voorhangsel ga ik voorbij.
Ik breng U mijn offer, een zoete geur,
vrucht van wat U deed in mij.
Mijn mond brengt een offer van lof, Heer.
't Gaat nu alleen om uw eer.
't Reukwerk van mijn lofgezang
stijgt op in Uw woning.

Vragen:
• Beschrijf van elk afzonderlijk attribuut in het heilige (menorah, tafel der toonbroden & reukofferaltaar) wat de betekenis is voor jouw (geestelijk) leven?
• Ervan uitgaande dat het heilige spreekt van geestelijke groei; wat zijn in jouw leven terreinen waar je geestelijk kan groeien zodat je nog meer de geur van Christus mag verspreiden?

Bid-/dankpunten:
• Dank U Heere Jezus dat er leven is achter het kruis waardoor ik word veranderd en vernieuwd naar Uw beeld en gelijkenis (Romeinen 8:29). Dank U voor Uw trouw en geduld in dit vormingsproces.
• Help mij Heer om in mijn leven keuzes te maken die mijn geestelijke groei bevorderen. Maak me tegelijk alert op datgene waardoor mijn geestelijke groei wordt belemmerd of wordt tegengehouden.

Jacques Brunt