Christus in de Tabernakel 5

Jacques Brunt • 96 - 2020 • Uitgave: 1
De gemeente als woonplaats van God!

Ondanks dat we vandaag veel geestelijk verval in ons land zien, worden er toch nog steeds nieuwe kerken gebouwd. De realisatie hiervan loopt vaak in de miljoenen euro’s. De apostel Paulus daarentegen leert dat de Heere vandaag niet allereerst investeert in stenen, maar in mensen waar Zijn vrees in woont. De gelovigen zijn, individueel en collectief, Gods heiligdom (Efeze 2:22).

Nadat we in het vorige artikel werden bepaald bij de dekkleden (het dak) van de Tabernakel, worden we in dit artikel meegenomen naar de wanden van het ‘eigenlijke’ heiligdom (Exodus 26:15-30). Deze panelen waren gemaakt van acaciahout (of sittimhout). In de Sinaï-woestijn was de acaciaboom een bekend verschijnsel. Acaciahout is een lichte, maar tegelijk harde houtsoort. Het kenmerkt zich door de vele knoesten waardoor het hout moeilijk te bewerken is. Daarnaast heeft de acaciaboom een wollige kruin en een uitgebreid wortelgestel en kan deze wel uitgroeien tot een hoogte van 5 tot 8 meter.

Een enorme klus
Je voelt wel aan; het was een enorm karwei voor de Israëlieten om van deze boomsoort mooie, bruikbare panelen te maken ten behoeve van Gods aardse huis. En toch was dát de opdracht van de Heere.
Wat hebben deze houten panelen ons vandaag te zeggen? Wat is de betekenis hiervan voor ons die leven onder het Nieuwe Verbond? Allereerst is hout een beeld van de mens; aards en vergankelijk (Jesaja 53:2). Tegelijk mogen we getuigen dat we getrokken zijn uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. We zijn vrijgekocht en losgemaakt van deze wereld (wortels) en hebben ontvangen verlichte ogen van ons verstand. De Heere vernieuwt ons denken (kruin), schaaft ons en vormt ons (Romeinen 8:29). Een enorme klus waarin Hij de getrouwe is en volhardend te werk gaat. De panelen werden vervolgens overtrokken met goud. Dat is in de Bijbel een beeld van Gods heerlijkheid en majesteit. Voor ons geldt dat we zijn aangenomen tot Gods kinderen en als zodanig bekleed en overtrokken met goud. We hebben deel gekregen aan het leven uit God door het geloof. Wat een positie en heerlijkheid zijn ons geschonken. Genade, zo oneindig groot!

Een betaalmiddel
Ten slotte werden de panelen geplaatst op een zilveren voet bestaande uit twee delen. Zilver is in de Bijbel een betaalmiddel. Denk aan Jozef (verkocht voor 30 zilverstukken) en aan de Heere Jezus (verkocht voor 30 zilverlingen). In Exodus 30 wordt gesproken over losgeld (Sikkels) wat wordt genoemd ‘geld ter verzoening’. De Heere Jezus kocht en betaalde ons met Zijn eigen bloed. Zilver is dus ook een beeld van verzoening. Deze verzoening (ons fundament) bestaat volgens de apostel Paulus uit twee delen:

• Romeinen 5:2: ‘het is de genade waarin wij staan’
• 2 Korinthe 1:24: ‘want u staat vast in het geloof

We staan vast door geloof op het fundament van verzoening door voldoening (Hebreeën 9:22). Overtrokken met Gods heerlijkheid zijn we toonbaar in deze wereld. En zoals de houten panelen samen de wanden vormden van Gods aardse huis (Tabernakel), zo geldt voor de gelovigen onder het Nieuwe Verbond wat Petrus schrijft: ’dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis’ (1 Petrus 2:5a).

Geloof en wedergeboorte
In het volgende artikel zullen we het ‘Heilige’ betreden. Voor wie was deze ruimte toegankelijk? Alleen de hogepriester (type van de Heere Jezus) en de priesters (beeld van Nieuwtestamentische gelovigen) mochten dit gedeelte binnengaan. In Exodus 28:1 & 39-43 lezen we over de roeping (dienstbaarheid) en de kleding (toerusting) van de priesters (de zonen van Aäron). Een priester was geboren binnen de stam van Levi en was een nakomeling van Aäron. Het priesterschap had dus alles te maken met geboorte. Geloof en wedergeboorte geven ons onder het Nieuwe Verbond deel aan het (algemeen) priesterschap (1 Petrus 2:5 en 9 & Openbaring 1:5b-6). Na de roeping en inwijding is er ook sprake van toerusting tot het priesterschap. De kleding van de priester is daar een prachtig beeld van. We lezen in Exodus 28:41b over de priesterkleding ’zodat zij Mij als priester kunnen dienen’. De uitrusting van een priester bestond uit verschillende onderdelen:

1. Linnen onderkleding/ ondergoed om de schaamte te bedekken.
2. Rokken van fijn, wit linnen als beeld van eenvoud, reinheid en gerechtigheid.
3. Een gordel als beeld van de waarheid.
4. Een tulband/ muts waardoor de priester was bekleed met waardigheid, schoonheid en heerlijkheid.

De Heere Jezus ‘aandoen’
Het woord mantel in het Hebreeuws heeft alles te maken met omhuld worden, aangekleed worden met eer en glorie. Voor ons als priesters onder het Nieuwe Verbond geldt dat we zijn bekleed met de mantel van de gerechtigheid (Jesaja 61:10). Dat wil zeggen dat we omhuld zijn met Christus zelf (Galaten 3:26-28). Vervolgens is het de apostel Paulus die oproept om dagelijks de Heere Jezus Christus aan te doen (Romeinen 13:14a). Met andere woorden: nu we een nieuwe positie in Christus hebben ontvangen, wandel en dien dan ook dagelijks in overeenstemming met die positie. Lied 134 uit de bundel van Johannes de Heer drukt het priesterschap onder het Nieuwe Verbond uit op treffende wijze:

Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan Uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot Uw lof en dienst bereid.

Neem mijn zilver en mijn goud,
dat ik niets daarvan behoud’.
Maak mijn kracht en mijn verstand
tot een werktuig in Uw hand.

Neem mijn handen, maak ze sterk,
door Uw liefde tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van Uw wet (Woord).

Vragen
• Als gelovigen zijn we Gods heiligdom waar Hij door Zijn Geest in woont. Daarmee zijn we bevoorrecht, maar tegelijk dragen we ook een grote verantwoordelijkheid. Waarom is die verantwoordelijkheid zo groot?
• We hebben gezien dat we deel hebben gekregen aan het priesterschap onder het Nieuwe Verbond. Hoe praktiseer jij het priesterschap in het leven van alle dag?

Bid-/dankpunten
• Dank de Heere God dat Hij ervoor heeft gekozen om van jouw lichaam Zijn tempel te maken. Maar ook dat Hij geduldig in jou investeert om je steeds meer te vormen naar het beeld van Zijn Zoon, zodat je verschil mag maken in deze laatste dagen.
• Als kinderen van God zijn we rijk gezegende mensen. Bid de Heere voortdurend dat je zult wandelen waardig de roeping waarmee je bent geroepen (Efeze 4:1).

Jacques Brunt