Christenen, pas op voor je geloofwaardigheid!
Bij rampen ligt de waarheid snel onder het puin. Grote woorden, superlatieven zijn nodig omdat de werkelijkheid te weinig meer spreekt. Ook christenen kennen deze techniek, het zijn net mensen. Toch hebben ze een boodschap die al tweeduizend jaar niet is veranderd. Wat doet dit met de geloofwaardigheid?
Recent stond er in de Volkskrant een artikel over de gevolgen van de orkaan Irma op Sint Maarten. Het artikel begint: ‘93 procent van de huizen was verwoest en de wederopbouw zal 20 tot 30 jaar duren.’
Het is deze correspondent opgevallen dat veel hulporganisaties al heel snel na een ramp (en dat is het natuurlijk wel) snel in superlatieven vervallen. In dit geval was het een citaat van het Rode Kruis, dat overigens na een paar dagen weer van hun site werd verwijderd. De kop boven zijn artikel is dan ook: bij rampen ligt de waarheid snel onder het puin. De reden voor het gebruik van deze superlatieven is eenvoudig: fondswerving. Er gebeurt zoveel verschrikkelijks op deze wereld, dat de gewone burger niet meer snel onder de indruk is van een ramp. Een betrekkelijk kleine ramp haalt het nieuws niet en fondswerving wordt daarmee heel moeilijk. Superlatieven, grote woorden zijn nodig omdat de werkelijkheid onvoldoende marktwerking heeft.
Toneelstukjes
Helaas gaat door al deze superlatieven de geloofwaardigheid van de werkelijkheid verloren en zijn superlatieven aan slijtage onderhevig. De correspondent van de Volkskrant constateerde dat verslaggevers alleen de gedeelten die in puin lagen in beeld brachten, wat nog overeind stond kwam niet in beeld. Joris Luyendijk schreef er een heel boek over: Het zijn net mensen. Daarin staat: “Na afloop van een radio-uitzending vroeg een vriend aan Joris hoe hij tijdens die kruisgesprekken ieder uur en zonder aarzelen alle antwoorden had geweten op alle vragen. Op mijn antwoord dat die vragen net als bij het Journaal op tv van te voren worden afgesproken, kreeg ik een mail vol verwensingen terug, want die vriend besefte wat ik zelf eerder onder ogen had gezien. Hij keek en luisterde op het Journaal al decennia naar toneelstukjes.”
Deze en andere voorbeelden hebben ertoe geleid dat de media aan geloofwaardigheid hebben ingeboet.
Overdreven tegenvaller
Op andere terreinen van het leven zien we het gebruik van superlatieven ook toenemen. Ook bij boekbesprekingen, zangwedstrijden en vakantiebestemmingen op televisie horen we aanbevelingen in de overtreffende trap: super, gaaf, ongekend, de strijd van de eeuw, nog niet eerder gezien. Een boek is niet een mooi boek, maar een geweldig boek. Ongekend. Je moet het gelezen hebben. Laatst hoorde ik een zangeres met een ‘ongekend’ mooie stem. De juryleden pinkten een traan weg van ontroering.
Superlatieven gebruiken leidt in veel gevallen tot overdrijving en leidt bij de consument na enige tijd tot slijtage. Immers, zodra je het aangeprezen product gaat consumeren, valt het bijna onvermijdelijk tegen.
Sterke titels
Christenen zijn ook net mensen en kunnen er ook wat van. Er verschijnen zoveel preken, publicaties en boeken, dat je wel een hele sterke titel moet gebruiken wil je de christen nog naar jouw boek toe trekken. De ellende is dat als je daar als gelovige consument op ingaat en het ‘nog nooit eerder geschreven’ boek leest, maar tijdens het lezen toch denkt: ‘Maar dat heb ik toch al eens gelezen.’ De volgende keer bedenk je je nog wel even. De uitgever weet dat en verzint een nog sterkere titel voor het volgende boek. Wat dacht u van de (verzonnen) titel van: Zou Hitler toch behouden kunnen zijn? Dan haal je de christelijke nieuwspagina’s wel.
Misschien een beetje vervelend, maar de boodschap van de kerk is al 2000 jaar onveranderd. De wereld om ons heen is anders dan 2000 jaar geleden, het evangelie is hetzelfde. Aangezien de Bijbelse boodschap niet verandert, moeten we het doen met de marketing.1
Marketing en klantenbinding
Marketing komt van het woord Market Getting, althans dat leerde ik vroeger bij de NIMA. Heel kort: Een bedrijf wil producten of diensten leveren. Marketing houdt zich bezig met het in kaart brengen van de markt, de behoeften van mensen en het definiëren van doelgroepen. Alles met als doel het werven van (nieuwe) klanten en het vasthouden van bestaande klanten (klantenbinding).
Veel bedrijven kunnen hun product of diensten aanpassen aan nieuwe vraag vanuit de markt. Tv-producenten doen dat steeds weer opnieuw. De televisieprogramma’s van nu zijn echt heel anders van inhoud en snelheid dan 50 jaar geleden. Voor hulpinstanties is het minder makkelijk om hun product of diensten aan te passen. De gevolgen van een verwoestende orkaan zijn nu net zo erg voor de getroffenen als 50 jaar geleden. De bijbehorende tv-beelden lijken sterk op elkaar en maken daardoor steeds minder indruk.
Het gevaar voor elk bedrijf is dat marketing, de PR, de reclame, niet meer aansluit bij het product (of dienst) dat wordt verkocht. De klant laat zich niet steeds weer bedotten. De leverancier moeten leveren wat hij belooft. Wordt dit uit het oog verloren, dan keert de markt zich af en gaat het bedrijf uiteindelijk failliet.
Teleurgesteld
De kerk kan zijn product of dienst ook niet aanpassen. Ons product, of beter gezegd onze dienst (met alle eerbied!) is het Evangelie. Deze Bijbelse boodschap is al 2000 jaar dezelfde. Waar ik nu niet op inga, is het feit dat er kerken zijn die er in slagen het evangelie wel aan te passen naar deze tijd.
Laat het volgende duidelijk zijn. Het is goed en zelfs noodzakelijk om ons rekenschap te geven van de wereld om ons heen. Deze is nu eenmaal in vele opzichten anders dan 2000 jaar geleden. De Here Jezus gebruikte in Zijn vele toespraken voorbeelden die de mensen van toen goed konden plaatsen. Wij mogen, ja moeten, vandaag de mensen bereiken in de taal die ze vandaag de dag kunnen verstaan. Met christelijke marketing is op zich niets mis.
De daarbij behorende creativiteit leidt echter tot het roepen van allerlei superlatieven die de lading niet meer dekken. De Gemeente haalt de klant binnen en voor je het weet lopen mensen na een tijdje weg, omdat aanbeveling en praktijk teveel uit elkaar lopen. Ook voor de Gemeente geldt dat door het gebruik van superlatieven de geloofwaardigheid van de werkelijkheid verloren gaat. Ook bij de Gemeente zijn superlatieven aan slijtage onderhevig.
Hoeveel mensen stellen we teleur?
Laatst las ik (alweer!) een artikel met als thema ‘waarom christenen de evangelische beweging verlaten’. Het artikel kwam hier op neer: de evangelische beweging doet beloften die ze niet waar kan maken. Ga naar een Gemeente en je hoort: “Geloven is altijd fijn en Jezus staat altijd voor je klaar.” Ondanks dat hier een kern van waarheid in zit, is de harde praktijk vaak anders. Het is al gezegd: “Christenen zijn net mensen.” Hoeveel mensen stellen we niet teleur?
De kerk moet de wereld niet achterna lopen in het gebruik van superlatieven als deze de lading niet dekken. Als de afstand tussen de superlatieven en de werkelijkheid te groot is, dan mag je zelfs spreken van liegen en daar zal zeker geen zegen op rusten.
Maar als Jezus Christus werkelijk in de gemeente aanwezig is dan is dat merkbaar op een manier die met geen pen is te beschrijven. Dan schieten superlatieven zelfs nog te kort!
Frits Boekhoff
1 Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen de marketing van een gewoon bedrijf en de kerk. Alleen al omdat Christus Heer is van Zijn kerk/gemeente en dat een kerk geen winstoogmerk heeft.
Recent stond er in de Volkskrant een artikel over de gevolgen van de orkaan Irma op Sint Maarten. Het artikel begint: ‘93 procent van de huizen was verwoest en de wederopbouw zal 20 tot 30 jaar duren.’
Het is deze correspondent opgevallen dat veel hulporganisaties al heel snel na een ramp (en dat is het natuurlijk wel) snel in superlatieven vervallen. In dit geval was het een citaat van het Rode Kruis, dat overigens na een paar dagen weer van hun site werd verwijderd. De kop boven zijn artikel is dan ook: bij rampen ligt de waarheid snel onder het puin. De reden voor het gebruik van deze superlatieven is eenvoudig: fondswerving. Er gebeurt zoveel verschrikkelijks op deze wereld, dat de gewone burger niet meer snel onder de indruk is van een ramp. Een betrekkelijk kleine ramp haalt het nieuws niet en fondswerving wordt daarmee heel moeilijk. Superlatieven, grote woorden zijn nodig omdat de werkelijkheid onvoldoende marktwerking heeft.
Toneelstukjes
Helaas gaat door al deze superlatieven de geloofwaardigheid van de werkelijkheid verloren en zijn superlatieven aan slijtage onderhevig. De correspondent van de Volkskrant constateerde dat verslaggevers alleen de gedeelten die in puin lagen in beeld brachten, wat nog overeind stond kwam niet in beeld. Joris Luyendijk schreef er een heel boek over: Het zijn net mensen. Daarin staat: “Na afloop van een radio-uitzending vroeg een vriend aan Joris hoe hij tijdens die kruisgesprekken ieder uur en zonder aarzelen alle antwoorden had geweten op alle vragen. Op mijn antwoord dat die vragen net als bij het Journaal op tv van te voren worden afgesproken, kreeg ik een mail vol verwensingen terug, want die vriend besefte wat ik zelf eerder onder ogen had gezien. Hij keek en luisterde op het Journaal al decennia naar toneelstukjes.”
Deze en andere voorbeelden hebben ertoe geleid dat de media aan geloofwaardigheid hebben ingeboet.
Overdreven tegenvaller
Op andere terreinen van het leven zien we het gebruik van superlatieven ook toenemen. Ook bij boekbesprekingen, zangwedstrijden en vakantiebestemmingen op televisie horen we aanbevelingen in de overtreffende trap: super, gaaf, ongekend, de strijd van de eeuw, nog niet eerder gezien. Een boek is niet een mooi boek, maar een geweldig boek. Ongekend. Je moet het gelezen hebben. Laatst hoorde ik een zangeres met een ‘ongekend’ mooie stem. De juryleden pinkten een traan weg van ontroering.
Superlatieven gebruiken leidt in veel gevallen tot overdrijving en leidt bij de consument na enige tijd tot slijtage. Immers, zodra je het aangeprezen product gaat consumeren, valt het bijna onvermijdelijk tegen.
Sterke titels
Christenen zijn ook net mensen en kunnen er ook wat van. Er verschijnen zoveel preken, publicaties en boeken, dat je wel een hele sterke titel moet gebruiken wil je de christen nog naar jouw boek toe trekken. De ellende is dat als je daar als gelovige consument op ingaat en het ‘nog nooit eerder geschreven’ boek leest, maar tijdens het lezen toch denkt: ‘Maar dat heb ik toch al eens gelezen.’ De volgende keer bedenk je je nog wel even. De uitgever weet dat en verzint een nog sterkere titel voor het volgende boek. Wat dacht u van de (verzonnen) titel van: Zou Hitler toch behouden kunnen zijn? Dan haal je de christelijke nieuwspagina’s wel.
Misschien een beetje vervelend, maar de boodschap van de kerk is al 2000 jaar onveranderd. De wereld om ons heen is anders dan 2000 jaar geleden, het evangelie is hetzelfde. Aangezien de Bijbelse boodschap niet verandert, moeten we het doen met de marketing.1
Marketing en klantenbinding
Marketing komt van het woord Market Getting, althans dat leerde ik vroeger bij de NIMA. Heel kort: Een bedrijf wil producten of diensten leveren. Marketing houdt zich bezig met het in kaart brengen van de markt, de behoeften van mensen en het definiëren van doelgroepen. Alles met als doel het werven van (nieuwe) klanten en het vasthouden van bestaande klanten (klantenbinding).
Veel bedrijven kunnen hun product of diensten aanpassen aan nieuwe vraag vanuit de markt. Tv-producenten doen dat steeds weer opnieuw. De televisieprogramma’s van nu zijn echt heel anders van inhoud en snelheid dan 50 jaar geleden. Voor hulpinstanties is het minder makkelijk om hun product of diensten aan te passen. De gevolgen van een verwoestende orkaan zijn nu net zo erg voor de getroffenen als 50 jaar geleden. De bijbehorende tv-beelden lijken sterk op elkaar en maken daardoor steeds minder indruk.
Het gevaar voor elk bedrijf is dat marketing, de PR, de reclame, niet meer aansluit bij het product (of dienst) dat wordt verkocht. De klant laat zich niet steeds weer bedotten. De leverancier moeten leveren wat hij belooft. Wordt dit uit het oog verloren, dan keert de markt zich af en gaat het bedrijf uiteindelijk failliet.
Teleurgesteld
De kerk kan zijn product of dienst ook niet aanpassen. Ons product, of beter gezegd onze dienst (met alle eerbied!) is het Evangelie. Deze Bijbelse boodschap is al 2000 jaar dezelfde. Waar ik nu niet op inga, is het feit dat er kerken zijn die er in slagen het evangelie wel aan te passen naar deze tijd.
Laat het volgende duidelijk zijn. Het is goed en zelfs noodzakelijk om ons rekenschap te geven van de wereld om ons heen. Deze is nu eenmaal in vele opzichten anders dan 2000 jaar geleden. De Here Jezus gebruikte in Zijn vele toespraken voorbeelden die de mensen van toen goed konden plaatsen. Wij mogen, ja moeten, vandaag de mensen bereiken in de taal die ze vandaag de dag kunnen verstaan. Met christelijke marketing is op zich niets mis.
De daarbij behorende creativiteit leidt echter tot het roepen van allerlei superlatieven die de lading niet meer dekken. De Gemeente haalt de klant binnen en voor je het weet lopen mensen na een tijdje weg, omdat aanbeveling en praktijk teveel uit elkaar lopen. Ook voor de Gemeente geldt dat door het gebruik van superlatieven de geloofwaardigheid van de werkelijkheid verloren gaat. Ook bij de Gemeente zijn superlatieven aan slijtage onderhevig.
Hoeveel mensen stellen we teleur?
Laatst las ik (alweer!) een artikel met als thema ‘waarom christenen de evangelische beweging verlaten’. Het artikel kwam hier op neer: de evangelische beweging doet beloften die ze niet waar kan maken. Ga naar een Gemeente en je hoort: “Geloven is altijd fijn en Jezus staat altijd voor je klaar.” Ondanks dat hier een kern van waarheid in zit, is de harde praktijk vaak anders. Het is al gezegd: “Christenen zijn net mensen.” Hoeveel mensen stellen we niet teleur?
De kerk moet de wereld niet achterna lopen in het gebruik van superlatieven als deze de lading niet dekken. Als de afstand tussen de superlatieven en de werkelijkheid te groot is, dan mag je zelfs spreken van liegen en daar zal zeker geen zegen op rusten.
Maar als Jezus Christus werkelijk in de gemeente aanwezig is dan is dat merkbaar op een manier die met geen pen is te beschrijven. Dan schieten superlatieven zelfs nog te kort!
Frits Boekhoff
1 Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen de marketing van een gewoon bedrijf en de kerk. Alleen al omdat Christus Heer is van Zijn kerk/gemeente en dat een kerk geen winstoogmerk heeft.