Christen-zijn als docent

Joël Oosterhagen • 93 - 2017 • Uitgave: 11
‘Wees een leesbare brief voor de leerlingen’

Al bijna dertig jaar is hij gymdocent op dezelfde middelbare school. Christus wil hij centraal stellen in zijn leven, maar ook tijdens de lessen. Hoe uit Hans van Duijn (55) zijn geloof en wat drijft hem om met jongeren bewogen te zijn?

Niet wetende dat dit zijn roeping zou worden, ging Hans na zijn middelbare school studeren aan de sportacademie. Een goede combinatie tussen twee passies: lesgeven en sport. Maar na het afronden van zijn studie moest hij eerst nog in militaire dienst. Direct daarna begon de moeizame zoektocht naar een baan als gymdocent, want veel werk was er niet te vinden. Op een wonderlijke manier wordt hij nota bene door zijn oma op het spoor gebracht van een advertentie in de krant. “Ik had een lieve, gelovige oma die altijd voor haar kleinkinderen bad en meedacht,” vertelt Hans. “Misschien is dit wel iets voor jou,” waren haar woorden.

Vertrouwenspersoon
Zo ruilt hij zijn vertrouwde omgeving van Alblasserwaard in voor de Zeeuwse stad Goes om daar les te geven als docent lichamelijke opvoeding op het Calvijn College, destijds de Voetius Scholengemeenschap. “Na bijna dertig jaar woon ik hier nog steeds en mag ik mij misschien wel een klein beetje Zeeuw noemen,” laat Hans gekscherend weten. “Mijn werkzaamheden bestaan naast het lesgeven als gymdocent uit het verzorgen van toerusting en vorming, themadagen organiseren en workshops geven. Daarnaast ben ik ook schoolopleider van een academische opleiding en was ik tot een aantal jaren geleden vertrouwenspersoon.”
Omdat Hans al veel met jongeren sprak over lastige situaties waar zij mee te maken hadden, was het een logische stap om te solliciteren op de vrijgekomen vacature als vertrouwenspersoon. “Mijn taak was om leerlingen te zien, naar hen te luisteren om vervolgens met hen mee te lopen. En daar waar ik kon coachte ik hen en hielp ik verder. Vooral luisteren en bewogen zijn vind ik belangrijk. Ik voelde dat ik benaderbaar was, want leerlingen durfden ook met pittige onderwerpen naar mij toe te komen. Ik vond het fijn dat zij dat durfden.”

Drijfveer
Hans heeft een hart voor jongeren, want zij zijn op zoek naar zichzelf, maar ook op zoek naar God. “Die combinatie is voor mij zo machtig. Ik herken mij daarin, omdat ik ook zo ben geweest. Jongeren hebben mensen nodig die hen willen steunen en verder willen helpen om te komen tot Christus. Mijn drijfveer om in het onderwijs te gaan is om jongeren op weg te helpen zichzelf te kennen en mijn diepste wens is dat zij zichzelf leren kennen in Christus. Dat ze weten dat ze in Hem geborgen zijn. Dat is wat hun identiteit daadwerkelijk bepaalt.”
“Ik ga altijd uit van de uniciteit van ieder kind. Iedereen met zijn of haar meegekregen talenten. Daar houd ik rekening mee. Ik probeer te leren hoe je om kunt gaan met winst en verlies in de sport, maar ook hoe ver je moet gaan in je fanatisme. Spanningen tijdens de les gebeuren altijd, maar aan mij is het de taak om hierover in gesprek te gaan met de leerlingen.” Door het te relativeren en het in het licht te zetten hoe je met je naasten omgaat, vindt Hans dat hij iets kan betekenen voor de jongeren binnen zijn vakgebied.

Bewuste keuze
Maar waarom juist lesgeven op een christelijke school? “Het was aan de ene kant een bewuste keuze, maar aan de andere kant was het meer vanuit de macht der gewoonte. Ik was veel met het geloof bezig, maar stond op dat moment nog niet heel sterk in mijn geloof. Dat zal ik eerlijk zeggen. Ik was er in opgegroeid, maar het leefde nog te weinig. Dat kwam later. Toen ging ik ook nadenken samen met mijn vrouw Paula of dit wel de plek was waar God ons wilde hebben.”
Na ongeveer tien jaar in Zeeland gewerkt te hebben, dacht het gezin na om naar Canada of Zwitserland te verhuizen. In Zwitserland was een vacature vrij als docent op een school in Trimmis. Daar wilde Hans graag naartoe. “Het land had mijn hart gewonnen omdat ik daar min of meer tot geloof was gekomen. Ik heb daarom gesolliciteerd, maar op een of andere manier is die brief nooit aangekomen. Die deur ging niet open en wij bleven gewoon in Goes. Met tevredenheid weten wij dat Goes de plek is waar God ons wil hebben.”

Beste leraar
Mede dankzij zijn functie als vertrouwenspersoon op school werd Hans in 2010 verkozen tot beste leraar van Zeeland. De leerlingen hadden hem voorgedragen als kandidaat en hadden massaal op hem gestemd. Wat de leerlingen vooral waarderen aan hun docent is dat hij hen altijd probeert te complimenteren en dat hij iedereen als een uniek persoon ziet. “Ik heb altijd gezegd dat er veel betere docenten zijn dan meneer Van Duijn. Maar toch vond ik het een stukje waardering van mijn werk.” In een interview met de regionale krant PZC, die deze verkiezing jaarlijks houdt, getuigt de leraar van zijn geloof. “Ik kon tijdens het interview zeggen wat de drive van mijn werk is en hoe ik in het leven sta. Alle eer aan God! Dat mag iedereen weten en dat ga ik niet verzwijgen.”
Een christendocent moet volgens Hans transparant zijn. Daar waar het nodig is Christus vertegenwoordigen en dat ook in zijn eigen leven uitdragen. Dat begint volgens hem echt aan het begin van iedere dag in zijn persoonlijke stille tijd met de Heere. “Leerlingen moeten aan mij kunnen zien dat ik bij de Heere geweest ben. Ik kan alleen maar iets doorgeven op de plaatsen en mogelijkheden die Hij geeft als ik zelf iets ontvangen heb. En dat is elke dag anders. De ene keer krijg je een grote kans om Hem te vertegenwoordigen en de andere keer is het misschien alleen maar de groet die je doet naar iemand.”

Praktijk
Christus centraal stellen in de lessen is in de afgelopen jaren een ‘hot item’ geweest op zijn school en is er hier door docenten veel over gesproken en nagedacht. “We proberen situaties te creëren dat je lijnen kunt leggen van God en Zijn Almacht naar de praktijk van de lessen. Vanuit de praktijk een venster op de hemel. We kunnen dat een klein beetje sturen maar het is het werk van de Heilige Geest. En die kun je zelf niet sturen.”
Als advies aan zijn collega’s geeft Hans mee dat zij als docent een leesbare brief moeten zijn voor de leerlingen. “Je bent een identificatiefiguur, of je het wilt of niet. Dat kun je zijn door je te laten beschrijven door Christus en het Woord van God. Anders hebben de jongeren niks te lezen. Wij moeten een zoutend zout zijn en dat kan alleen als je in Christus bent.” Het evangelie en de liefde van God probeert Hans uit te dragen en aan te reiken aan zijn leerlingen. “Maar het is God die het werk in de harten van deze mensen doet. Eén Persoon wil ik danken en dat is de Heere God. Hij heeft mij deze talenten gegeven om er voor deze leerlingen te zijn. Ere wie ere toekomt!”

Joël Oosterhagen