‘Christelijke feestdagen zijn discriminerend’

Theo Niemeijer • 97 - 2021 • Uitgave: 4
In Ezechiël 16 vers 53 staat: ‘Als Ik een omkeer zal brengen – in de gevangenschap van Sodom en haar dochters’ en vers 55 ‘Wanneer uw zuster, Sodom en haar dochters, zullen terugkeren naar hun vorige staat’ (v.v.).
Mijn vraag: Is er een toekomst weggelegd voor Sodom? Ik heb er geen bevredigende verklaring voor kunnen vinden. (M. P. te A.)

Antwoord:

In dit hoofdstuk van Ezechiël gaat het om de vreselijke zonden van Jeruzalem. De inwoners van Jeruzalem, de Judeeërs, voelden zich altijd veel beter dan de bewoners van Samaria om maar niet te spreken van de heidenen. Dit wordt in Lukas 18:9-14 geïllustreerd met de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar. De Farizeeër prees zich gelukkig over het feit dat hij niet zo zondig was als de tollenaar, die zich van verre op de borst sloeg en als zondaar om genade smeekte. In tegenstelling tot deze Farizeeër, ging de zondaar gerechtvaardigd naar huis! Zo leerde de Heere Jezus ook dat het op de dag des oordeels voor Sodom dragelijker zal zijn dan voor de steden Chorazin, Betsaïda en Kapernaüm (Mattheüs 11:20-24)!
Jeruzalem wordt in Openbaring 11:8 zelfs ‘Sodom’ genoemd, een situatie waarvoor Jesaja in 1:9-10 gewaarschuwd heeft! Ook Mozes schrijft hierover in zijn lied, waarin hij aan het einde over de zonde en goddeloosheid van Israël schrijft en deze vergelijkt met de vruchten van Sodom en Gomorra (Deuteronomium 32:32-33).

In de geschiedenis zien we dat eerst Sodom verwoest werd, daarna het noordelijke tien-stammenrijk ‘Israël’ dat in Samaria woonde en door de Assyriërs weggevoerd werd en tenslotte dat ook Juda onder Gods oordeel terechtkwam en in gevangenschap naar Babel weggevoerd werd.
In dit gedeelte van Ezechiël laat de Heere zien, dat de zonden van Sodom en Samaria, vergeleken met de zonden van Juda, in het niet vallen. Maar ook hierin toont de Heere Zijn genade. Hij zal Zijn genade tonen aan Samaria, de tien stammen die onder Gods oordeel uit hun land verdreven zijn, zullen weer terugkeren en in hun relatie met de Heere God hersteld worden. Ze ontvangen vergeving en worden volkomen gerechtvaardigd. De laatste tijd zien we steeds meer stammen van Israël terugkeren naar hun eigen land en daarmee zien we dat niet alleen deze stammen terugkeren, maar dat de Heere God Zich ook weer keert naar Zijn eigen volk.
Sodom, die uit haar gevangenschap terugkeert tot haar vorige staat, heeft meer te maken met de heidenwereld, waarvan Sodom een beeld is. We weten dat, met uitzondering van Lot en zijn beide dochters, niemand het oordeel over Sodom overleefd heeft. Een omkeer in de ‘gevangenschap van Sodom en haar dochters’ heeft, zover ik begrijp, te maken met het feit, dat ook aan de heidenen het Evangelie verkondigd zal worden en uiteindelijk de heidenvolken de Heere zullen dienen. Het gaat dus niet om het letterlijke Sodom, want dat werd volledig verwoest, maar om de heidenen aan wie het Evangelie verkondigd wordt.

In Het Zoeklicht werd onlangs een uitspraak uit de Volkskrant van dhr. Ludo Grégoire aangehaald, waarin hij zegt dat ‘de huidige 8 christelijke feestdagen discriminerend zijn en niet meer passen binnen de diversiteit van de huidige Nederlandse bevolking’. Als gelovige zou het me pijn doen wanneer onze christelijke feestdagen als het ware in de uitverkoop worden gedaan. Hoe kijkt Het Zoeklicht hier tegenaan? (J. H. te@)

Antwoord:

Deze discussie wordt al enige tijd gevoerd en de laatste tijd door de media ook steeds meer aangewakkerd. Waarom mogen de christenen 8 vrije feestdagen hebben en de Moslims geen? Het wordt hoog tijd dat het Suikerfeest ook aan onze landelijke feestdagen toegevoegd wordt, zo meent men! Wanneer we naar de etnische diversiteit van de Nederlandse bevolking kijken, kun je ook niets anders verwachten. We kunnen er op wachten dat de christenen hun feestdagen moeten inleveren voor andere etnische groepen in Nederland. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Voor een groot gedeelte hebben we het er zelf naar gemaakt. Veel Nederlanders zijn niet meer zo gehecht aan hun cultuur. De Nederlandse taal verdwijnt steeds meer op de universiteiten, heel veel Nederlandse cultuur en geschiedenis verdwijnt als sneeuw voor de zon. Zeehelden worden van hun sokkels gehaald, het handelsverleden wordt bekritiseerd en uitgewist, volksfeesten zoals Sinterklaas vallen uit de gratie, de gouden koets is op Prinsjesdag alleen nog maar in een museum te zien, het volkslied moet hoognodig aangepast worden, het prachtige Nederlandse landschap ‘verdoosd’ (grote distributiecentra) steeds meer en verandert door de windmolenparken en zonneweiden, en ga zo maar door! De Nederlanders zijn absoluut niet zuinig op hun prachtige land en hun Nederlandse identiteit! Maar het ergste is, dat Nederland zich sinds een paar jaar officieel niet meer een christelijk land noemt.

Toen de eerste arbeidsmigranten in de jaren ‘60 van de vorige eeuw gastvrij in Nederland ontvangen werden, hebben we ons niet beseft dat hiermee ook andere godsdiensten zich in Nederland vestigden. In plaats van dat wij hen het heerlijke Evangelie brachten (met uitzonderingen daargelaten, zoals ‘Gospel for guests’), stonden vele Nederlanders open voor deze nieuwe godsdiensten. Zo ook vele theologen, die deze oosterse godsdiensten een verrijking voor het christendom vonden! En zo werden ook voor deze ‘vreemde godsdiensten’ gebedshuizen in ons land gebouwd, iets dat in de landen van herkomst van deze arbeidsmigranten, voor christenen daar niet- of met veel moeite, zeer beperkt, toegestaan werd!

Hebben we hier niet te maken met een rekening die ons nu gepresenteerd wordt door onze eigen nalatigheid? Nog niet zo lang geleden werden onze christelijke feestdagen veel uitbundiger gevierd dan nu het geval is. Tijdens de twee Paasdagen kwamen vele kerken zowel op de Eerste- als op de Tweede Paasdag samen voor een feestelijke dienst, waarin de opstanding van de Heere Jezus centraal stond. Hetzelfde gebeurde op de Pinksterdagen. De Eerste Pinksterdag was een heerlijke dienst in eigen gemeente over de uitstorting van de Heilige Geest, terwijl op de Tweede Pinksterdag veelal landelijke toogdagen georganiseerd werden. Tegenwoordig is voor vele gemeenten de Eerste Pinksterdag één van de slechtst bezochte diensten omdat er een massale uittocht is naar één van de christelijke festivals of naar een heerlijk, lang weekend uit. Het kerstfeest was altijd één van de hoogtepunten in de gemeente. De zondagsschool was maanden lang aan het voorbereiden voor de kerstvieringen. Er werden zowel op Eerste- als op Tweede Kerstdag feestelijke diensten gehouden en juist deze dagen, waarin velen voor het Evangelie openstaan, werd elke kans benut om ongelovigen te bereiken met het heerlijk kerstevangelie.
Hoe beleven we zelf, als christenen nog onze eigen feestdagen? Wat zijn ze ons waard? Door vele, vaak ongegronde argumenten, wordt het kerstfeest naar één of ander Germaans feest verwezen, terwijl men over Pasen zegt, dat we elke dag mogen vieren dat de Heere Jezus opgestaan is. Zo hebben we als christenen zelf al onze feesten uit handen gegeven.
Had de Heere God aan Zijn volk Israël niet opgedragen de Joodse feesten jaarlijks te vieren? Hoeveel te meer mogen wij als christenen onze hoogtijdagen vieren!
Wanneer we onze acht christelijke feestdagen willen behouden, dan is de eerste vereiste om zelf, als christenen, opnieuw de geestelijk waarde van deze dagen te ontdekken.
Dit blad verschijnt in de week voor Pasen. Op Goede Vrijdag met daaropvolgend de beide Paasdagen mogen we opnieuw stilstaan bij de geweldige overwinning van de Heere Jezus op de zonde en de dood. Ik hoop, dat deze waarheid de komende dagen bij ons centraal zal staan en dat wij beide Paasdagen gebruiken om dit opnieuw tot ons door te laten dringen.

Theo Niemeijer