Boete '99

Jan van Barneveld • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 12
Voor het Joodse volk begint nu de zevende maand. In deze maand vallen de najaarsfeesten. Het zijn bijbelse feesten en dit is één van de twee redenen waarom we er aandacht aan geven. De tweede reden is dat de werkgroep "Boete 99" ons oproept om juist in deze periode ernstig en in een geest van verootmoediging aandacht te geven aan onze gebroken relatie met het Joodse volk. Over ruim twee weken, op de 20e september is het Yom Kippoer, de Grote Verzoendag. De instelling van deze belangrijkste dag in het Joodse geestelijk jaar staat in Lev. 16: "En dit zal voor u een altijddurende inzetting zijn, teneinde verzoening te doen over de Israëlieten om al hun zonden, eenmaal in het jaar".

Een periode van tien dagen die aan Yom Kippoer vooraf gaat is een tijd van diepe geestelijke bezinning, berouw en zelfonderzoek voor de gelovige Joden. Die tien dagen noemt men 'de verschrikkelijke dagen'. Aan het begin van deze periode staat, Rosh Hashana, het Joodse Nieuwjaar 5760, dat dus dit jaar op 11 september valt. Dit is tegelijk Yom Hashofar, de Dag van de Bazuin'. Deze bijbelse instellingen hebben uiteraard ook een diepe, Nieuw Testamentische betekenis, vooral in verband met de komst en de wederkomst van de Here Jezus. Denkt u alleen maar even aan de bazuin, die klinkt als Hij komt. Zie bijvoorbeeld 1 Thess. 4:16,17 en 1 Cor.15:52 en aan wat de Here Jezus Zelf zegt in Matt.24:3 1. Telkens is er sprake van het klinken van een bazuin!

BOETE ‘99
Het is niet voor niets dat de werkgroep Boete 99 juist in deze periode de Nederlandse christenen oproept om tot verootmoediging en ernstige schuldbelijdenis te komen voor wat in de loop van de eeuwen door de christenheid het Joodse volk is aangedaan. Zij denken niet aan die feestelijke bazuin van de wederkomst, maar eerder aan de bazuin uit Joël 2:15, die oproept tot vasten, tot berouw en om "een plechtige samenkomst" bijeen te roepen. Deze samenkomst is gepland op de dag na Yom Kippoer, de 21e september, in de Domkerk in Utrecht. Wie is die werkgroep 'Boete 99'? Waarom schuldbelijdenis en tegenover wie? De indrukwekkende liturgie voor de dienst in de Dom-kerk staat in het teken van '2000 jaar christelijk anti-semitisme'. Dat is nogal wat! Er wordt gesproken over het feit dat 'duizenden Joden in het tijdperk van het christendom op vreselijke wijze zijn vermoord - hetzij direct door toedoen van christenen, hetzij indirect onder invloed van anti-judaïstische theologie'.

Wij hebben de Joden tot vijanden van het Evangelie gemaakt en door onze hoogmoedige vervangingsleer veracht. Het gaat om een eeuwenoude schuld die de christenheid op zich heeft geladen en waardoor de zegen van de kerk van het Westen is weggenomen. De opwekking blijft uit. Ds. C. Sybrandi, één van de initiatiefnemers van Boete 99, gaat in zijn brochure "Met het verleden afgerekend?"(uitgegeven door Christenen voor Israël) diep in op deze schuld.

Een ander lid van de werkgroep Boete 99, drs. C.R. van Setten, noemt in zijn uitvoerig gedocumenteerde en indrukwekkende brochure 'Mea Culpa' (uitgegeven door de Near East Ministry) een groot aantal feiten van dat 'christelijk' antisemitisme en anti-judaïsme, dat helaas ook bij heel wat belijdende christenen is voorgekomen. De kern van 'Boete 99' bestaat uit leden van de werkgroep 'De Gemeente en Israël' van de Evangelische Alliantie. Maar omdat ook niet-leden van de E.A., zoals Christenen voor Israël, meewerken is de werkgroep zelf veel breder dan de E.A.

DE WEKKER WORDT WAKKER
Het is niet toevallig en zeer opvallend dat juist in deze tijd er een gematigd positieve serie artikelen over Israël in de Christelijk Gereformeerde 'De Wekker' verscheen. Het volgende citaat van de schrijver, ds. J.H. Velema, sluit heel duidelijk aan bij wat 'Boete 99' bedoelt: "De Christenheid heeft een zware schuld tegenover Israël. Als ten tijde van de kruistochten Joden door sommige 'christenen' gedood werden doordat ze met een kruis op hun hoofd neergeslagen werden, dan is te begrijpen dat het kruis van Christus… een weerzinwekkend symbool is geworden, waar men uiterst afkerig, ja vijandig tegenover staat. De christenheid heeft generaal genomen in het verleden Israël niet tot jaloersheid verwekt, zoals Paulus zo graag wilde". Deze zaken en nog vele andere wil Boete 99 in diepe verootmoediging allereerst voor de Here, de God van Israël, belijden, maar ook tegenover het Joodse volk. Een ander voorbeeld van een dergelijke schuldbelijdenis gebeurde onlangs in Canada: Een groep Canadese christenen heeft onder tranen vergeving gevraagd voor het feit dat vlak voor de 2e Wereldoorlog schepen met Joodse vluchtelingen zijn teruggestuurd naar Duitsland waardoor die Joodse mensen waaronder veel kinderen in de concentratiekampen zijn omgekomen. De Evangelische Mariënschwesternschaft in Duitsland is al vele jaren intensief met de boetedoening tegenover het Joodse volk bezig. Het lijkt wel alsof een grote groep christenen voelt dat men vóór het nieuwe millennium begint 'schoon schip' moet maken, omdat er anders geen toekomst is voor de kerk van het Westen.

IK HEB DE JODEN NOOIT IETS MISDAAN!
Drs. C.R. van Setten stelt in zijn brochure terecht: "Velen van ons, zeker zij die na de oorlog geboren zijn, hebben geen schuld in die zin dat zij geen directe overtredingen of misdaden (tegenover het Joodse volk) hebben begaan".
De meeste lezers van ons blad zullen zich absoluut niet schuldig voelen. Integendeel, door Gods genade mogen we zeggen dat we in een bijbelse traditie staan, die iets mag zien van Gods weg met het joodse volk en die zich verheugt en zelfs mee mag werken aan het herstel van Israël in onze dagen. Anderen zullen opmerken dat hun ouders in de oorlog Joden hebben verborgen en dat familieleden een boom hebben gekregen in de 'Laan der Rechtvaardigen' in Yad Vashem, de herinnering aan de Holocaust in Jeruzalem. De 'Raad van Kerken vroeg in een brief aan Boete 99: "Is de nadruk op zelfbeschuldiging niet veel te zwaar, met andere woorden, is elke individuele christen werkelijk helemaal verantwoordelijk voor alles wat het christendom in de loop der eeuwen heeft aangericht?" Dit zijn belangrijke vragen, waar de beide genoemde brochures diepgaand en bijbels op ingaan. Het is niet de bedoeling om hierover in ons blad een discussie te beginnen.

EEN GELOVIGE REST
Sinds de Reformatie is er een kleine stroming in de kerk geweest die visie op de plaats van het Joodse volk in Gods heilsplan kreeg. De grote hervormers, zoals Luther en Calvijn, kwamen niet verder dan de Roomse leer dat de 'kerk in de plaats van Israël is gekomen'. Maar bijvoorbeeld de 'hervormer van Straatsburg', Martin Bucer (1491-1551) en de Puriteinen in Engeland zagen, op grond van de Bijbel, nog een grote toekomst voor het Joodse volk. De grote bijbelleraar Darby (1800-1882) werkte deze gedachte verder uit. De visie van veel evangelische christenen op Israël en de Gemeente en op het komende Rijk van de Here Jezus, is in grote lijnen terug te voeren op Darby. Het waren evangelische christenen die al in de eerste helft van de 19e eeuw, dus vele jaren voor de opkomst van de zionistische beweging van Theodoor Herzl, de Joden opwekten om terug te gaan en ook zelf nederzettingen (die overigens alle mislukten) in Israël gingen opzetten. Een evangelische predikant, genaamd William Hechler, was een vriend en een grote steun voor Herzl. De Balfour Verklaring, het 'geboortebewijs' voor de moderne staat Israël, kwam tot stand onder invloed van evangelische politici in Engeland. Maar, hier moet onmiddellijk bij worden gezegd dat de 'Israël-stroming' steeds een kleine minderheidsgroep is geweest in een kerk die over het geheel genomen 'Israël niet zag zitten, ja anti-Joods of anti-Israël was en helaas nog steeds is. Meestal onbewust denkt en leert en handelt de kerk nog steeds in de geest van de vervangingsleer. Ontlast het feit dat wij door genade bij deze 'gelovige rest' horen ons dan niet van deze grote schuld die op de christenheid rust? Wat bezielt de werkgroep Boete 99 dan toch om vlak na Yom Kippoer een dienst van verootmoediging in de Domkerk te houden? Waarom die zware last van deze grote schuld tegenover de Here God en tegenover Zijn volk juist op de 'goede' partij leggen?

MOZES, DAVID, SAMUEL EN EZRA
De folder die Boete 99 heeft uitgegeven, gaat hier kort op in. (Informatie over 'Boete 99' kunt u krijgen via tel. 0342-473191). De genoemde brochures van ds. Sybrandi en van drs. van Setten behandelen deze vragen meer diepgaand. Zij wijzen op de volgende voorbeelden:

* Mozes, de 'vriend van God', wilde de zonde van het volk met het gouden kalf op zich nemen! Hij stond alleen voor de Here, de God van Israël ten behoeve van het hele volk.
* Koning David moest de zonden die koning Saul had gedaan tegenover de Gibeonieten, belijden en verzoening teweeg brengen. David had er niets mee te maken gehad, maar moest het wel goedmaken.
* Let op het 'wij' van de 'geliefde Daniël': Ach Here God, wij hebben gezondigd en overtredingen begaan. Wij hebben ons goddeloos gedragen en zijn ongehoorzaam geweest'. Ook de rechtvaardige Daniël stond daar biddend voor het volk en beleed hun zonden.
* Let op het 'wij' van de vrome priester Ezra als hij zegt: 'Wij hebben zwaar gezondigd. Ja, onze schuld is onmetelijk groot'.

Moge de Here God dit initiatief van Boete 99' gebruiken om zo, in diepe verootmoediging namens de Nederlandse christenheid voor de Here God te staan om vergeving en verzoening af te smeken voor wat het Joodse volk is aangedaan en troost te brengen aan het Joodse volk.

drs. Jan van Barneveld