Boeken in het boek Openbaring (7)

Kris Tavernier • 88 - 2012 • Uitgave: 4
De boeken bij de grote witte troon

‘En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan; en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend, namelijk dat van het leven.1 En de doden werden geoordeeld volgens wat er in de boeken geschreven was, naar hun werken’ (Openbaring 20:12).

Een eeuwig bestaan
In deze boeken bij de grote witte troon staan de namen én de werken van de mensen die de tweede dood tegemoet gaan (Openbaring 20:15). De tweede dood is niet de lichamelijke dood, ook niet het geestelijk dood zijn (vgl. Efeziërs 2:1,4), maar het eeuwig verblijf in de poel van vuur (Openbaring 20:14). Het is een ‘eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte’ (2 Tessalonicenzen 1:9). Verschrikkelijk is dat! Lezer, uw naam staat toch niet in een van deze boeken?!
Alle mensen hebben een eeuwig bestaan, zowel de gelovigen als de ongelovigen. Voor de gelovigen bestaat dat eeuwig bestaan uit het eeuwig leven. Voor de ongelovigen bestaat dat eeuwig bestaan uit de tweede dood. Het ware beter voor hen geweest als zij geen eeuwig bestaan hadden gehad. Maar elke mens is nu eenmaal een eeuwigheidswezen sedert zijn ontstaan.

Een rechterstoel
Deze boeken worden geopend bij de grote witte troon. We moeten hierbij aan een rechterstoel gaan denken. In de rechtszaal die we hier te zien krijgen is er echter geen sprake van een altaar. Vanaf deze troon worden nu enkel en alleen oordelen uitgesproken, vonnissen geveld. Er is geen altaar dat nog een uitweg zou kunnen bieden, ontkomen aan het oordeel is onmogelijk.
Voor deze oordeelstroon komen dan ook geen gelovigen te staan, maar enkel ongelovigen. En wel alle ongelovigen van alle tijden. De gelovigen die wel in de Heer gestorven zijn (vgl. Openbaring 14:13, 1 Korintiërs 15:18), zijn dan reeds opgewekt om deel te hebben aan de zegenrijke regering van Jezus Christus in Zijn duizendjarig vrederijk. Zij hebben eerder voor de rechterstoel van Christus gestaan (Romeinen 14:10, 2 Korintiërs 5:10). Daar zijn hun daden wel veroordeeld, maar zelf hebben ze het er levend vanaf gebracht. Niet op grond van hun daden, maar door genade omdat zij tot geloof zijn gekomen. Zij hebben deel aan ‘de eerste opstanding’, zij hebben niets te vrezen van de tweede dood (Openbaring 20:6). Maar we lezen ‘de overigen van de doden werden niet levend voordat de duizend jaren voleindigd zijn’ (Openbaring 20:5). Pas na de duizend jaar vinden we de ongelovige doden terug, ook zij die kort daarvoor nog mee deden aan de laatste opstand van de satan (Openbaring 20:7-10). Helaas staan ze dan voor deze grote witte troon. Er is geen plaats waar zij zich zouden kunnen verstoppen om aan deze rechtszitting te ontkomen (Openbaring 20:11,13).

Groten en kleinen
Ook de status die zij gekend hebben tijdens hun dagen op aarde helpt hen niet. Zowel de groten als de kleinen komen voor de troon te staan (vers 12). In het boek Openbaring wordt zes keer gesproken over de groten en de kleinen. Steeds worden zij daarbij op eenzelfde voet geplaatst wat betreft hun positie tegenover God. Zij blijken beide onbekeerlijk ondanks de plagen op de aarde (Openbaring 6:15). Beide nemen ze het merkteken van het beest aan (Openbaring 13:16). Beide scharen zij zich aan de kant van het beest en de valse profeet bij hun oorlog tegen God (Openbaring 19:18). En zo komen zij ook beide voor de grote witte troon te staan. Het oordeel van God is immers onpartijdig, naar waarheid (Romeinen 2:2). De groten hebben niets om zich dan te redden, geen geld of macht of wat dan ook. De kleinen hebben niets om zich te verontschuldigen.
Ook onder de gelovigen zijn er groten en kleinen. Ook zij worden wat betreft hun houding tegenover God op eenzelfde voet geplaatst. Beide wordt loon toegezegd (Openbaring 11:18, vgl. Psalm 115:13). Beide behoren tot de gemeenschap die God looft (Openbaring 19:5). Maar wellicht nog belangrijker dan dat, komen zij niet voor de grote witte troon te staan. Niet omdat zij groot of klein geweest zijn op aarde, maar omdat zij de Here vrezen.

Kris Tavernier
Van deze auteur is bij Het Zoeklicht het boek
‘Over de maatschappij die komt…’ uitgegeven.

1 Over dit boek gaat in een volgend artikel