Blijdschap en vrede omdat Jezus overwinnaar is
Het zien van de opgestane Jezus vervulde de discipelen met grote blijdschap. Hij openbaarde zich aan hen en liet hun Zijn handen en de voeten zien. Zij konden het van blijdschap nog niet geloven (Lukas 24:41). Dat is een grappige opmerking die Lukas daar maakt. Je moet het in zekere zin wel geloven om er blij van te worden. Het drong tot hen door, maar toch konden ze het nog niet helemaal geloven, omdat het zo bijzonder is.
De Heer is opgestaan uit de dood! Het was zo verblijdend dat hun hart het niet helemaal kon bijhouden. Nadat zij getuigen waren geweest van hoe Hij in heerlijkheid werd opgenomen keerden ze aanbiddend terug naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl zij God loofden en dankten (Lukas 24:53).
Slachtoffer van onrecht
De discipelen maakten een heel heftige en pijnlijke tijd mee toen Jezus zich zo aan hen openbaarde. Wat er allemaal met Jezus gebeurd was had hen beroofd van hun vrede en blijdschap. Wat kunnen mensen onrechtvaardige, egoïstische en hatelijke dingen doen. Ook zijzelf werden bedreigd en ze wisten niet meer wat ze over hun toekomst moesten denken.
Ook wij maken allemaal heftige dingen mee die ons kunnen beroven van onze vrede en blijdschap. Mensen doen nog steeds dwaze en verkeerde dingen en daarmee richten ze schade aan. Soms heel veel schade. Het ergste is als je slachtoffer wordt van onrecht. Het grootste probleem in deze wereld is het kwaad en wij worden allemaal in dit leven getroffen door het kwaad, de zonden en de tekortkomingen van anderen. Maar ook het kwaad in ons eigen hart berooft ons van vrede en blijdschap. Daarom is het zo bemoedigend om te lezen hoe het hart van de discipelen veranderde toen zij Jezus zagen. Het zien van wie Jezus is vervult ook ons hier en nu met nieuwe blijdschap. Ons hart leeft op, de storm van binnen komt tot bedaren, de rust keert terug en er gaat weer een lied klinken in ons hart wanneer wij onze aandacht richten op de opgestane Heer. Ik wil graag twee zekerheden aan u doorgeven, zaken waar wij helemaal zeker van mogen zijn door de opstanding van de Heere Jezus, die wij vinden in Lukas 24.
Hij overwon de dood
De discipelen spraken met elkaar over het bericht dat door de Emmaüsgangers tot hen was gekomen: “De Heere is werkelijk opgewekt.” Toen stond Jezus ineens in hun midden en zei tegen hen: “Vrede zij u.” Maar in plaats van dat het hun vrede gaf werden ze angstig en zeer bevreesd. Ze dachten dat ze een geest zagen. Maar toen zei Jezus tegen hen: “Waarom komen zulke overwegingen op in uw hart?” Toen liet Hij hun Zijn handen en zijn voeten zien. Hij zei: “Raak mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.” Jezus kon dus worden aangeraakt nadat Hij in een onsterfelijk lichaam uit de dood was opgestaan. Dat Hij daar voor hen stond in levenden lijve wordt ook nog eens bewezen door het feit dat Hij daarna met hen heeft gegeten. “Hebben jullie hier iets te eten?”, vroeg Hij hun. Zij gaven Hem een stuk van een gebakken vis en van een honingraat. En Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. Het opstandingslichaam van Jezus was een verheerlijkt lichaam, maar niet een onlichamelijk lichaam.
De discipelen dachten eerst dat ze een geest zagen. Wij denken soms ook te geestelijk over het opstandingslichaam van Jezus. Maar Hij is lichamelijk uit de dood opgestaan. Het graf was werkelijk leeg. Niet alleen Zijn geest is weer tot leven gekomen, maar ook Zijn lichaam. Ze konden Hem aanraken. En toch was Hij niet meer bij hen zoals voorheen, want Hij zei ook tegen hen: “Dit zijn de woorden die Ik tot U sprak toen Ik nog bij u was.” Hij was dus niet meer bij hen zoals voorheen, in Zijn sterfelijke lichaam. Maar het verdriet daarover verdween toen zij Hem in zijn verheerlijkte, onsterfelijke lichaam zagen en zelfs Hem konden aanraken en met Hem konden eten.
We zijn ook geneigd te geestelijk te denken over de wederkomst, alsof Jezus alleen maar in de hemelse gewesten zal terugkeren. Maar Hij nam hen lichamelijk mee naar de Olijfberg, richting Bethanië. In Zijn opgestane lichaam is Hij in heerlijkheid opgenomen en in Zijn opgestane lichaam zal Hij terugkomen naar de aarde. Zijn voeten zullen opnieuw staan op de Olijfberg. Dan zal ook ons lichaam opstaan uit de dood en zullen ook wij een onsterfelijk, verheerlijkt lichaam hebben.
Op de zaken vooruit lopen
Dit toekomstperspectief mag ons verblijden in al onze druk en in al ons (ook lichamelijke) leed. Jezus overwon het graf en de dood! Nu al is eeuwig leven aan het licht gekomen. De redding, de behoudenis, de verlossing die ons door het Evangelie is aangezegd betreft niet alleen onze geest en onze ziel, maar zelfs ook ons lichaam: ‘…opdat geheel uw, geest, ziel en lichaam bij de komst van onze Heere Jezus Christus zal blijken in alle delen onberispelijk bewaard te zijn’ (1 Thessalonicenzen 5:23). Sommige predikers trekken de toekomstige heerlijkheid een beetje te veel naar het hier en nu. Zij lopen op de zaken vooruit door te zeggen dat volkomen genezing en gezondheid hier en nu al de norm is voor iedere gelovige. Dat is zeker niet zo. We zijn nu nog in ons sterfelijke lichaam en de schepping zucht nog en is nog onderworpen aan de vergankelijkheid. Maar in dit alles zien wij op Jezus en verblijden wij ons, omdat wij weten dat ons leven ten diepste niet meer stuk kan! Jezus redt ons van alle zonde en zonden en uiteindelijk van alle vreselijke gevolgen van de zondeval. Jezus heeft werkelijk de dood overwonnen. Hij leeft en wij zullen leven met Hem. Daarom mogen wij de woorden van Jezus ook naar elkaar toe uitspreken: “Vrede zij u!”
Gods plannen falen niet
Jezus had meerdere keren tegen Zijn discipelen gezegd dat wat geschreven is door de profeten aan de Zoon des mensen volbracht moest worden. Hij moest overgeleverd worden, smadelijk behandeld en bespuwd. Hij zou gegeseld worden en zij zouden Hem doden. ‘Zij begrepen echter niets van deze dingen en dit woord was voor hen verborgen en zij begrepen niet wat er gezegd werd’ (Lukas 18:34). Petrus zei: “Dit verhoede God!” Dat Jezus zo verworpen zou worden en vroegtijdig aan zijn einde zou komen, dat wilden zij niet accepteren. Na Zijn opstanding uit de dood kwam Jezus erop terug: ‘Alles moest vervuld worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen… Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag’ (Lukas 24:46). Gods plan had niet gefaald met de dood van Christus. Het was ronduit verschrikkelijk geweest wat er allemaal gebeurd was, maar in dat alles was God niet de regie verloren. Het was bij Hem niet uit de hand gelopen. Het was juist precies zo gegaan als voorspeld was en als hoe het had moeten gaan.
Moeilijk kunnen accepteren
Voor degenen die in Christus zijn, die God liefhebben en volgens Zijn voornemen geroepen zijn, geldt hetzelfde. Ook al gebeuren er vreselijke dingen in ons leven, Gods plan met ons leven faalt nooit. Sommige gebeurtenissen kunnen ons enorm verwarren, net als bij de discipelen. Van bepaalde dingen die gebeuren zeggen wij “waar slaat dit op?” Waarom heeft dit moeten gebeuren? Waarom heeft God dit toegelaten? Er gebeuren ook in ons leven dingen die wij soms heel moeilijk kunnen accepteren. Maar God heeft Zijn hand op onze levens gelegd. Hij laat alles meewerken ten goede en dat goede is Zijn bestemming voor ons. Die bestemming is dat wij gelijkvormig worden aan het beeld van Zijn Zoon Jezus Christus. Dat prachtige en eeuwige plan van God met ons zal niet falen! Niemand die zijn of haar leven aan Jezus toevertrouwt, zal mislukken, zal falen, zal verloren gaan. Uiteindelijk zal alles uitmonden in ongekende glorie en heerlijkheid, net als bij Jezus. Zelfs het lijden en onze nog komende lichamelijk dood zal daaraan bijdragen. In de Schrift is ook over ons geschreven, dat onze bestemming, onze roeping, onze rechtvaardiging en onze toekomstige verheerlijking nu al volkomen zeker zijn (Romeinen 8:30).
Gezegend in Hem
Deze twee zekerheden maken ons rustig en blij. Zelfs ons lichaam en de schepping zelf zullen door de opstanding van Jezus verlost worden van de dood. Gods plan met ons leven zal niet falen. Wij zijn verzekerd van de overwinning. Onze toekomst staat vast. Wij strijden niet voor een positie van overwinning, maar vanuit een positie van overwinning. Wees blij, want wij zijn nu al met Christus geplaatst in de hemel. Wij leven nu al voortdurend onder de zegenende handen van de verheerlijkte Heer: ‘En Hij hief zijn handen op en zegende hen … En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij zich van hen verwijderde’ (Lukas 24:50). In Hem zijn wij altijd gezegend, in alle omstandigheden van ons leven.
Oscar Lohuis
De Heer is opgestaan uit de dood! Het was zo verblijdend dat hun hart het niet helemaal kon bijhouden. Nadat zij getuigen waren geweest van hoe Hij in heerlijkheid werd opgenomen keerden ze aanbiddend terug naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl zij God loofden en dankten (Lukas 24:53).
Slachtoffer van onrecht
De discipelen maakten een heel heftige en pijnlijke tijd mee toen Jezus zich zo aan hen openbaarde. Wat er allemaal met Jezus gebeurd was had hen beroofd van hun vrede en blijdschap. Wat kunnen mensen onrechtvaardige, egoïstische en hatelijke dingen doen. Ook zijzelf werden bedreigd en ze wisten niet meer wat ze over hun toekomst moesten denken.
Ook wij maken allemaal heftige dingen mee die ons kunnen beroven van onze vrede en blijdschap. Mensen doen nog steeds dwaze en verkeerde dingen en daarmee richten ze schade aan. Soms heel veel schade. Het ergste is als je slachtoffer wordt van onrecht. Het grootste probleem in deze wereld is het kwaad en wij worden allemaal in dit leven getroffen door het kwaad, de zonden en de tekortkomingen van anderen. Maar ook het kwaad in ons eigen hart berooft ons van vrede en blijdschap. Daarom is het zo bemoedigend om te lezen hoe het hart van de discipelen veranderde toen zij Jezus zagen. Het zien van wie Jezus is vervult ook ons hier en nu met nieuwe blijdschap. Ons hart leeft op, de storm van binnen komt tot bedaren, de rust keert terug en er gaat weer een lied klinken in ons hart wanneer wij onze aandacht richten op de opgestane Heer. Ik wil graag twee zekerheden aan u doorgeven, zaken waar wij helemaal zeker van mogen zijn door de opstanding van de Heere Jezus, die wij vinden in Lukas 24.
Hij overwon de dood
De discipelen spraken met elkaar over het bericht dat door de Emmaüsgangers tot hen was gekomen: “De Heere is werkelijk opgewekt.” Toen stond Jezus ineens in hun midden en zei tegen hen: “Vrede zij u.” Maar in plaats van dat het hun vrede gaf werden ze angstig en zeer bevreesd. Ze dachten dat ze een geest zagen. Maar toen zei Jezus tegen hen: “Waarom komen zulke overwegingen op in uw hart?” Toen liet Hij hun Zijn handen en zijn voeten zien. Hij zei: “Raak mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.” Jezus kon dus worden aangeraakt nadat Hij in een onsterfelijk lichaam uit de dood was opgestaan. Dat Hij daar voor hen stond in levenden lijve wordt ook nog eens bewezen door het feit dat Hij daarna met hen heeft gegeten. “Hebben jullie hier iets te eten?”, vroeg Hij hun. Zij gaven Hem een stuk van een gebakken vis en van een honingraat. En Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. Het opstandingslichaam van Jezus was een verheerlijkt lichaam, maar niet een onlichamelijk lichaam.
De discipelen dachten eerst dat ze een geest zagen. Wij denken soms ook te geestelijk over het opstandingslichaam van Jezus. Maar Hij is lichamelijk uit de dood opgestaan. Het graf was werkelijk leeg. Niet alleen Zijn geest is weer tot leven gekomen, maar ook Zijn lichaam. Ze konden Hem aanraken. En toch was Hij niet meer bij hen zoals voorheen, want Hij zei ook tegen hen: “Dit zijn de woorden die Ik tot U sprak toen Ik nog bij u was.” Hij was dus niet meer bij hen zoals voorheen, in Zijn sterfelijke lichaam. Maar het verdriet daarover verdween toen zij Hem in zijn verheerlijkte, onsterfelijke lichaam zagen en zelfs Hem konden aanraken en met Hem konden eten.
We zijn ook geneigd te geestelijk te denken over de wederkomst, alsof Jezus alleen maar in de hemelse gewesten zal terugkeren. Maar Hij nam hen lichamelijk mee naar de Olijfberg, richting Bethanië. In Zijn opgestane lichaam is Hij in heerlijkheid opgenomen en in Zijn opgestane lichaam zal Hij terugkomen naar de aarde. Zijn voeten zullen opnieuw staan op de Olijfberg. Dan zal ook ons lichaam opstaan uit de dood en zullen ook wij een onsterfelijk, verheerlijkt lichaam hebben.
Op de zaken vooruit lopen
Dit toekomstperspectief mag ons verblijden in al onze druk en in al ons (ook lichamelijke) leed. Jezus overwon het graf en de dood! Nu al is eeuwig leven aan het licht gekomen. De redding, de behoudenis, de verlossing die ons door het Evangelie is aangezegd betreft niet alleen onze geest en onze ziel, maar zelfs ook ons lichaam: ‘…opdat geheel uw, geest, ziel en lichaam bij de komst van onze Heere Jezus Christus zal blijken in alle delen onberispelijk bewaard te zijn’ (1 Thessalonicenzen 5:23). Sommige predikers trekken de toekomstige heerlijkheid een beetje te veel naar het hier en nu. Zij lopen op de zaken vooruit door te zeggen dat volkomen genezing en gezondheid hier en nu al de norm is voor iedere gelovige. Dat is zeker niet zo. We zijn nu nog in ons sterfelijke lichaam en de schepping zucht nog en is nog onderworpen aan de vergankelijkheid. Maar in dit alles zien wij op Jezus en verblijden wij ons, omdat wij weten dat ons leven ten diepste niet meer stuk kan! Jezus redt ons van alle zonde en zonden en uiteindelijk van alle vreselijke gevolgen van de zondeval. Jezus heeft werkelijk de dood overwonnen. Hij leeft en wij zullen leven met Hem. Daarom mogen wij de woorden van Jezus ook naar elkaar toe uitspreken: “Vrede zij u!”
Gods plannen falen niet
Jezus had meerdere keren tegen Zijn discipelen gezegd dat wat geschreven is door de profeten aan de Zoon des mensen volbracht moest worden. Hij moest overgeleverd worden, smadelijk behandeld en bespuwd. Hij zou gegeseld worden en zij zouden Hem doden. ‘Zij begrepen echter niets van deze dingen en dit woord was voor hen verborgen en zij begrepen niet wat er gezegd werd’ (Lukas 18:34). Petrus zei: “Dit verhoede God!” Dat Jezus zo verworpen zou worden en vroegtijdig aan zijn einde zou komen, dat wilden zij niet accepteren. Na Zijn opstanding uit de dood kwam Jezus erop terug: ‘Alles moest vervuld worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen… Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag’ (Lukas 24:46). Gods plan had niet gefaald met de dood van Christus. Het was ronduit verschrikkelijk geweest wat er allemaal gebeurd was, maar in dat alles was God niet de regie verloren. Het was bij Hem niet uit de hand gelopen. Het was juist precies zo gegaan als voorspeld was en als hoe het had moeten gaan.
Moeilijk kunnen accepteren
Voor degenen die in Christus zijn, die God liefhebben en volgens Zijn voornemen geroepen zijn, geldt hetzelfde. Ook al gebeuren er vreselijke dingen in ons leven, Gods plan met ons leven faalt nooit. Sommige gebeurtenissen kunnen ons enorm verwarren, net als bij de discipelen. Van bepaalde dingen die gebeuren zeggen wij “waar slaat dit op?” Waarom heeft dit moeten gebeuren? Waarom heeft God dit toegelaten? Er gebeuren ook in ons leven dingen die wij soms heel moeilijk kunnen accepteren. Maar God heeft Zijn hand op onze levens gelegd. Hij laat alles meewerken ten goede en dat goede is Zijn bestemming voor ons. Die bestemming is dat wij gelijkvormig worden aan het beeld van Zijn Zoon Jezus Christus. Dat prachtige en eeuwige plan van God met ons zal niet falen! Niemand die zijn of haar leven aan Jezus toevertrouwt, zal mislukken, zal falen, zal verloren gaan. Uiteindelijk zal alles uitmonden in ongekende glorie en heerlijkheid, net als bij Jezus. Zelfs het lijden en onze nog komende lichamelijk dood zal daaraan bijdragen. In de Schrift is ook over ons geschreven, dat onze bestemming, onze roeping, onze rechtvaardiging en onze toekomstige verheerlijking nu al volkomen zeker zijn (Romeinen 8:30).
Gezegend in Hem
Deze twee zekerheden maken ons rustig en blij. Zelfs ons lichaam en de schepping zelf zullen door de opstanding van Jezus verlost worden van de dood. Gods plan met ons leven zal niet falen. Wij zijn verzekerd van de overwinning. Onze toekomst staat vast. Wij strijden niet voor een positie van overwinning, maar vanuit een positie van overwinning. Wees blij, want wij zijn nu al met Christus geplaatst in de hemel. Wij leven nu al voortdurend onder de zegenende handen van de verheerlijkte Heer: ‘En Hij hief zijn handen op en zegende hen … En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij zich van hen verwijderde’ (Lukas 24:50). In Hem zijn wij altijd gezegend, in alle omstandigheden van ons leven.
Oscar Lohuis