Bijna dood?

Jef de Vriese • 93 - 2017 • Uitgave: 7
In Sardes (Openbaring 3:1-6) is er nog een beetje vlam, maar als er niet gauw wat gedaan wordt, is het afgelopen.
Christus heeft een duidelijk beeld van hoe de gemeentewerking moet zijn. Sardes beantwoordt niet meer aan dat beeld. De gemeente mist de juiste motivatie en heeft een verkeerde geestelijke gedrevenheid. Ze is uiteindelijk niet erg verschillend van de cultuur waarin ze leeft. De heidenen in Sardes waren begonnen met hun tempel voor Artemis, maar die is nooit afgewerkt. Sardes keek nostalgisch naar het verleden, waande zich onneembaar en raakte nooit af…
Het leven moet versterkt worden, of het gaat dood. Nu leven kan niet met het leven van vroeger. Nu leven moet met het leven van nu, met de Geest van God die nu beschikbaar is.
Sommige mensen leven in hun verleden en menen dat ze daardoor immuun zijn voor de dood. De geestelijke verhalen die ze nu vertellen zijn geschiedenis. Vroeger: ja vroeger, toen we pas tot geloof kwamen…; en weet je nog hoe God toen zo gewerkt heeft…; en in die periode had de gemeente visie voor evangelisatie en groeide ze ontzettend…; en wij zijn de erfgenamen van een grote opwekkingsbeweging…; onze kerk heeft geschiedenis geschreven…; enz. Verhalen over vroeger doen de leegte van vandaag vergeten.
Een geestelijk leven dat niet krachtig en constructief werkzaam is in het heden, gaat langzaam dood. Je kan niet leven van het manna van gisteren. De Heilige Geest geeft elke dag voeding voor die dag. Voor zondagschristenen, conferentiechristenen of christenen die teren op het verleden wacht de dood.

Jef De Vriese