Bijbelquiz (14) - Kerst 2012

Jan van Barneveld • 88 - 2012 • Uitgave: 26
De zevende kerstquiz

Weer bieden wij u een Bijbelquiz aan. Met als enige doel uw kennis van Gods Woord te verdiepen of bepaalde passages terug te roepen in uw geheugen. En misschien een geestelijk ontspannen avond rond de Bijbel. Dit keer met zeven, naar mijn idee, makkelijke vragen, tien ‘normale’ vragen en acht pittige vragen. Dus denk ik dat u zeker 13 van de 25 vragen goed zult hebben. Ik hoop dat u de moeite wilt nemen om de quiz serieus aan te pakken. Als u het met een groep wilt doen, dan moet u eerst voor elke deelnemer een kopie van deze bladzijden van Het Zoeklicht maken. De antwoorden (zie blz. 26) niet kopieëren. Die komen pas als u (samen) de uitkomsten gaat controleren. Nog snel even drie opmerkingen:
• Nog steeds is de NBG (1951) vertaling gebruikt.
• Vergeet u niet ook de tweede ronde te doen? De eerste ronde zonder opzoeken in de Bijbel en bij de tweede ronde gebruikt u de Bijbel wel. U zult wel merken dat ook dit een geestelijk nut heeft. U bladert en zoekt over sommige vragen weer eens in de Heilige Schriften.
• Als u de quiz met een groepje of samen doet, lijkt het me goed even een tijd af te spreken. Niet te streng zijn. Als iemand nog een paar minuten nodig heeft, geen probleem. Veel succes!


Bijbelquiz (14)

1. Welke engel werd door God naar Mirjam (Maria) in Nazaret gestuurd om de geboorte van de Here Jezus aan te kondigen?
a. Gabriël
b. Michael
c. Het was geen engel, Maria kreeg een droom
d. Een niet met name genoemde engel

2. Wie kreeg (kregen) de opdracht de Baby van Maria de naam Jezus (Yeshoea) te geven?
a. Alleen Jozef
b. Alleen Maria
c. Jozef én Maria kregen afzonderlijk deze boodschap
d. Jozef en Maria waren samen toen deze boodschap tot hen kwam

3. Welke belofte kreeg Jozef in zijn droom over Jezus?
a. Dat Hij Zijn volk zou redden van de Romeinen
b. Dat Hij Zijn volk zou redden van hun vijanden
c. Dat Hij Zijn volk zou redden van hun zonden
d. Dat Hij de troon van Zijn vader David zou ontvangen

4. Wie was de eerste van de twaalf discipelen, die openlijk beleed dat Jezus de ‘Koning van Israël’ is?
a. Petrus
b. Johannes
c. Filippus
d. Nathanaël

5. Als de Here Jezus terugkomt, waar zullen wij Hem dan ontmoeten?
a. In de hemel
b. In de lucht
c. In het nieuwe Jeruzalem
d. Op de Olijfberg

6. Wat gebeurt er het eerst als de Here Jezus neerdaalt uit de hemel?
a. Eerst zullen de (wij?!) gelovigen die dan leven, Hem tegemoet gaan
b. Jeruzalem zal bevrijd worden van de vijanden
c. Eerst zullen de overleden gelovigen opstaan
d. Het oordeel vindt plaats

7. Hoe heette de vader van Johannes de Doper?
a. Onesimus
b. Zacharias
c. Simeon
d. Dorcas

8. De vader van Johannes de Doper was priester. Toen hij in de Tempel het offer bracht werd hij stom. Waarom?
a. Omdat hij de engel Gabriël niet geloofde
b. Omdat hij erg schrok van de verschijning van de engel Gabriël
c. Omdat hij brutaal reageerde op de verschijning van de engel Gabriël
d. Omdat hij een teken van de engel Gabriël vroeg

9. Johannes de Doper mocht zeer veel mensen in Israël tot bekering brengen. Wie heeft dat voorzegd?
a. Jesaja
b. Maleachi
c. De engel Gabriël
d. De profeet Zacharia

10. Waarom had Herodes Johannes de Doper gevangen genomen en in de gevangenis opgesloten?
a. Omdat Herodes bang was dat Johannes een opstand tegen hem zou veroorzaken
b. Omdat Herodes bang was voor het getuigenis van Johannes de Doper
c. Omdat de vrouw van Herodes, Herodias, Johannes haatte
d. Omdat Johannes de Doper gezegd had: “U mag de vrouw van uw broer niet hebben.”

11. Toen de Here Jezus naar de hemel was opgestegen, stonden ineens twee engelen bij de discipelen op de Olijfberg. Wat zeiden die engelen?
a. “Wat staat gij zo verbaasd te staren?”
b. “Ga terug naar Jeruzalem en wacht daar op de belofte van de Vader.”
c. “De Heer zal u niet als wezen achterlaten.”
d. “Deze Jezus... zal op dezelfde wijze wederkomen als gij Hem ten hemel hebt zien varen.”

12. Welke profeet heeft de (weder)komst van de Heer op de Olijfberg voorzegd?
a. Johannes de Doper
b. Zacharia
c. Daniël
d. Jesaja

13. Wat gebeurt er met de Olijfberg als de voeten van de Heer bij Zijn (weder)komst daarop staan?
a. Een zware aardbeving zal de Olijfberg heftig doen schudden
b. De Olijfberg zal middendoor splijten
c. De Olijfberg stort in en wordt vlak
d. Er gebeurt niets met de Olijfberg

14. Wat zegt Paulus over wat er eerst zal gebeuren voordat de Here Jezus in heerlijkheid terugkomt?
a. Eerst moet de tegenstander (satan) zich openbaren en in de Tempel plaats nemen
b. Eerst moeten alle volken het Evangelie hebben gehoord
c. Eerst moet de laatste jaarweek van de eindtijd voor de helft voorbij zijn
d. Israël moet zich eerst bekeerd hebben

15. Wat leert Paulus over de (weder)komst van de Here in zijn brief aan de Romeinen?
a. Niets
b. Dat Hij in grote heerlijkheid zal komen
c. Dat Hij komt om levenden en doden te oordelen
d. Dat de Verlosser uit Sion zal komen

16. Wat zal er volgens Paulus in 1 Korintiërs 15 met ons gebeuren als Jezus komt? (Al de vier antwoorden zouden op zich best waar kunnen zijn, maar slechts één van de vier is van Paulus en staat in 1 Kor.15)
a. Wij zullen veranderd worden
b. Wij zullen met onze geliefden verenigd worden
c. Wij zullen verlost worden van het komende oordeel
d. Wij zullen aan de engelen gelijk worden

17. Wat leert Paulus in de brief aan de gemeenten in Galatië over de (weder)komst van de Here Jezus?
a. Dat de zonen van God bij de komst van de Heer zullen worden opgenomen
b. Dat wij met Hem het hemelse Jeruzalem zullen binnengaan
c. Niets
d. Dat de aarde dan door vuur zal vergaan

18. Wanneer, op welk tijdstip, komt de Heer?
a. Laat in de avond
b. Midden in de nacht
c. In de vroege ochtend?
d. Dat weten wij niet

19. Wie weten (weet) de dag en het uur van de komst van de Here Jezus ‘op de wolken met grote macht en heerlijkheid’?
a. Niemand
b. Alleen God de Vader én de Zoon
c. Alleen God de Vader
d. De Vader én de Zoon én enkele engelen

20. Waar, bij wie, begint volgens Petrus in de eindtijd het oordeel?
a. Bij het ‘huis van God’
b. Bij Israël, Gods volk
c. Bij de goddelozen
d. Bij de volken die tegen Jeruzalem oorlog voeren

21. Welke profeet noemt de Messias ‘Vredevorst’?
a. Jesaja
b. Daniël
c. Micha
d. Zacharia

22. Hoe ging de Here Jezus tijdens Zijn triomfantelijke intocht naar Jeruzalem?
a. Blootsvoets
b. Op een jonge ezel
c. Op een oud paard
d. In een draagkoets

23. Wat verwachtten de Joden die Jezus bij Zijn intocht in Jeruzalem volgende, van Hem?
a. Dat Hij de Tempel zou reinigen
b. Dat Hij de Romeinen uit Jeruzalem en Judea zou verjagen
c. Dat Hij weer zieken zou gaan genezen
d. Dat Hij Koning zou worden

24. Wat deed de Here Jezus direct nadat Hij bij Zijn intocht op het tempelplein kwam?
a. Hij joeg alle kopers en verkopers uit de tempel
b. Hij hield een vlammende toespraak tegen de schriftgeleerden en Farizeeën
c. Hij keek rond en vertrok daarna weer
d. Hij genas blinden en lammen, die naar hem toe kwamen

25. Welke profeet heeft voorzegd hoe de Here Jezus triomfantelijk Jeruzalem zou binnengaan?
a. Jesaja
b. Jeremia
c. Ezechiël
d. Zacharia

U bent klaar met de eerste ronde. Het begon al niet eenvoudig, want de vragen 2,3 en 4 rekende ik tot de lastige vragen. Nu de tweede ronde. Dus met de Bijbel erbij. Afhankelijk van de tijd die u eraan wilt besteden kunt u tot 80-100% goede antwoorden komen. En dan naar pagina 26 van dit nummer van ons blad: de antwoorden.



Antwoorden op de 25 vragen van Bijbelquiz nr. 14

Vraag Antwoord Tekst
1 a Lucas 1:26
2 c Matteüs 1:21 en Lucas 1:31
3 c Matteüs 1:21
4 d Johannes 1:50
5 b 1 Tessalonicenzen 4:15-17
6 c idem
7 b Lucas 1:5 ev
8 a Lucas 1:20
9 c Lucas 1:16
10 d Marcus 6:18 en Matteüs 14:3,4
11 d Handelingen 1:11
12 b Zacharia 14:4
13 b idem
14 a 2 Tessalonicenzen 2:3,4
15 d Romeinen 11:26
16 a 1 Korintiërs 15:51,52 en 1 Tessalonicenzen 4:15-17
17 c Nergens/niets
18 d Marcus 13:35,36 en Matteüs 24:36; 25:13
19 c Marcus 13:26-32 en Matteüs 24:36
20 a 1 Petrus 4:17
21 a Jesaja 9:5
22 b Johannes 12:14
23 d Johannes 12:13, Marcus 11:10 en Lucas 19:38
24 c Marcus 11:11
25 d Zacharia 9:9

Nu komt voor mij een moeilijk werk. Want wie ben ik dat ik u zou kunnen beoordelen of een cijfer geven. Toch maar een kleine indicatie:
0 - 4 goed: Moet alleen al door raden gehaald worden
5 - 8 goed: Een heel matige score. Advies: Lees uw Bijbel elke dag
9 - 12 goed: Bijna voldoende. Een dunne 6- zou de meester op school zeggen
13 -16 goed: Voldoende; een normale score voor de regelmatige lezer van de Bijbel
17 - 21 goed: Goed, prima zelfs
22 – 25 goed: Zeer goed… zou ik niet gehaald hebben.


Hartelijk dank voor het maken van deze quiz.

Jan van Barneveld

Namens alle schrijvers, medewerkers en het bestuur wensen we u en de uwen zeer goede, gezegende en rustige feestdagen toe.