Bewijzen van Gods gunst

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 21
We zitten weer middenin het seizoen van het 'koffiedikkijken'. Bankdirecteuren en topmensen van grote, internationale bedrijven, geven ons, al goochelend met miljarden, hun economische analyses. De burger krijgt gouden bergen voorgespiegeld terwijl hun plannen om ook dit jaar zoveel mogelijk van dat 'goud' in handen te krijgen, al op hun bureaus liggen. De Paus en andere geestelijke leiders murmelen vaag over vrede en over de rechten van de armen, waarna ze zich haasten naar de volgende conferentie, waar ze een 'plechtige verklaring' gaan afleggen.

Politieke topleiders houden nieuwjaarstoespraken en trekken zich er niets van aan dat ze zich alleen maar nog meer ongeloofwaardig maken. Zelfs griezelige en gevaarlijke occulte lieden worden geraadpleegd over de toekomst. Een enkeling zoals professor Pim Fortuyn, blijft heel nuchter en probeert door de kleurige welvaartsballon te prikken. Maar de vragen blijven: Wat zal 2001 ons brengen? Wat gaat er met de 'politieagent van de wereld', de VS, gebeuren nu het leiderschap door al dat gedoe rondom de presidentsverkiezingen zo verzwakt is? Zal de VS Israël in 2001 laten vallen? Wordt het Verenigde Europa het 'Babylon van de Eindtijd'? Opvallend is dat het Utrechts Nieuwsblad een analyse schreef waarin de EU 'een reus op lemen voeten' werd genoemd.

In Daniël 2:41-44 leest u een profetische beschrijving van deze 'reus', van dit wereldrijk, en ook van het einde van dat rijk. Zou 'de wereld', in dit geval het Utrechts Nieuwsblad aanvoelen wat er aan de hand is? Zal de Intifada uitlopen op een oorlog in het Midden Oosten? En wellicht op een wereldramp? Hoe dicht zitten we bij de Opname van de Gemeente en de Wederkomst van Christus? Zal er een dam opgeworpen worden om de golf van goddeloosheid in onze samenleving nog te keren? Komt er een opwekking of een oordeel over ons land? Veel vragen waarvan de antwoorden waarschijnlijk in de loop van dit jaar duidelijk(er) zullen worden Want alles gaat snel, zeer snel. Voor de Gemeente van Christus is het van belang om zich biddend bezig te houden met deze essentiële vragen. Immers, het gaat om het oordeel en het komende Rijk van de Here Jezus Christus en om Zijn volk Israël. Als we naar ons land en volk kijken moeten we zeggen dat 'het de gunstbewijzen van de HERE zijn dat wij (nog) niet zijn omgekomen' (Kl. 3:22). De wachters moeten extra waakzaam zijn in 2001.

TEKENS VAN DE TIJD
Wij doen niet aan het voorspellen van de toekomst. Dat is occult en dus verboden. Wel hebben we het profetische Woord, dat vast en zeker is en waar we op moeten letten. Door de profetie van de Bijbel kunnen we weten wat er vanuit Gods Woord gezien, aan de hand is in onze dagen. Ook hebben we de opdracht van de Here Jezus om op de tekens van de tijd te letten. Biddend en eerbiedig doen wij dat tijdens de Zoeklicht-seminars en in ons blad. De tekens van Lucas 21:11 (oorlogen, aardbevingen, epidemieën en hongersnoden) kondigen de 'eindtijd aan.

De snelle voortgang van het Evangelie in onze tijd is een ander teken. Immers de Here Jezus zegt: 'dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de hele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn' (Matt. 24:14). Dat spreekt ook vanzelf. Want onze God is een rechtvaardig God. Voordat het einde losbarst moeten de volken weten dat er een Ark is, waarin men kan ontkomen. Dat er redding is door de Here Jezus Christus. Het belangrijkste teken van onze tijd is het handelen van de God van Abraham, Izak en Jakob met en door Zijn volk Israël. Verschillende plaatsen in het profetische Woord geven aan dat deze 'tijd van het herstel van Israël' gepaard gaat met oordelen over de volken. Psalm 105:7 zegt: 'Zijn oordelen gaan over de ganse aarde'.

Wanneer is dat? Als de HEER Zijn verbond met Israël gedenkt en hen terugbrengt in het beloofde land (zie de verzen 8-11). Dat lezen we ook in Psalm 98. We lezen dat de HERE 'komt om de aarde te richten'. De HEER komt met oordelen over de volken (zie vers 9). In welke tijd? In de tijd dat de HEER denkt aan Zijn trouw aan het huis van Israël (zie vers 3); dus in onze tijd. Al die verschillende tekens van de tijd wijzen dus duidelijk in één richting: van de eindtijd en de oordelen die aan die eindtijd vooraf gaan.

ZORGELIJKE BROEDERS
Door de nood van ons volk en de nood van de tijd gedreven kwamen een kleine maand geleden zeven geestelijke leiders o.a. uit de gebedsbeweging op ons kantoor bijeen. Zij kwamen uit evangelische en uit reformatorische kringen. Allen waren overtuigd van het feit dat er Toorn van de Almachtige rust op ons land en ons volk. Er was veel gebed en voorbede. Maar eerst was er een poging om de geestelijke situatie in ons land enigszins in kaart te brengen. De volgende drie vragen werden gesteld, door elke aanwezige beantwoord en daarna besproken:

* Noem (vier) gebieden waarin je God aan het werk ziet in ons land.

* Noem enkele redenen waarom God ons land zou moeten straffen.

* Wat denk je dat God in deze tijd van ons vraagt?

Zeer belangrijke vragen die op bijbelkringen, in kerkenraden en ook op jeugdverenigingen onderwerp van gesprek, studie van het profetische Woord en van gebed zouden moeten zijn.

DE EERSTE VRAAG
Voor sommige broeders was het moeilijk iets positiefs te noemen. Zij waren geneigd als enig lichtpunt te zien het feit dat wij 'door de gunstbewijzen van de HERE (nog) niet zijn omgekomen'. Maar er is nog veel liefde en steun voor Israël! Ook komen er nog mensen tot geloof en is er vooral onder de jeugd een nieuwe belangstelling voor het Evangelie. Het inzicht dat de evangelieverkondiging een prioriteit is voor de kerk is groeiende. Een verlangen naar eenheid en meer samenwerking werd ook nog genoemd. Ook de Alphacursus werd als een positieve zaak ervaren. Op het positieve punt betreffende Israël na, toch een mager en met enige moeite bijeengeschraapt antwoord op de eerste vraag.

EEN ZWARE DRUK
De antwoorden op de tweede vraag kwamen op de volgende drie punten neer:

- De kerk van Christus in ons land is aan de gemeenten van Sardus (Openb. 3:1-5; veel werken maar dood) en Laodicea (Openb. 3:14-20; lauw en wordt uit de 'mond van de Heer gespuugd') gelijk geworden. Kernwoorden waren: ongehoorzaamheid, geen zoutend zout, wereldgelijkvormigheid, leven als Lot in Sodom.

- De afbraak van de christelijke normen en waarden waardoor ons land tot in het verste buitenland berucht is geworden vanwege de ethische zonden. Genoemd werden de euthanasiewet, het opheffen van het bordeelverbod. het homo-huwelijk en de abortus. Er kleeft bloed aan onze handen. Het erge is dat deze zonden zelfs geëxporteerd worden waardoor ons land een koploper in de goddeloosheid is geworden. De zonde wordt in ons land zelfs tot wet gemaakt.

- Een toenemende anti-Israël houding bij onze regering en bij het volk.

DE DERDE VRAAG
Opvallend was dat verschillende 'zorgelijke broeders' sterk de nadruk legden op persoonlijke bekering, studie van Gods Woord en een heilig leven. Anderen spraken over verbrokenheid en verootmoediging. Misschien wordt het oordeel van de Heer nog weerhouden doordat er nog veel gebed, bemoediging en steun is voor Israël! De profeet Joël kondigt een vreselijk oordeel aan over Israël. Maar daarna zegt hij: 'Maar ook nu nog (nadat het oordeel is aangekondigd) luidt het Woord van de HERE: Bekeert u met uw ganse hart… roept een plechtige samenkomst bijeen, vergadert het volk, heiligt de gemeente… spaar HERE uw volk.' Dat gebeurt ook nu nog in Afrika. Evangelist John Mulindo heeft een paar jaar geleden een dag van vasten en gebed voor Uganda voorbereid en georganiseerd. De Heer Zelf had het hem opgedragen. Na die dag was er vrede in dat land en gingen de Aids-cijfers drastisch naar beneden. Een ander voorbeeld is Ghana. Dat land heeft onder president Jerry Rawlings een lange periode van betrekkelijke rust gekend. Nu Rawlings aftreedt zijn de Ghanezen doodsbang voor revolutie en wordt er door de gezamenlijke kerken een dag van gebed georganiseerd. Het kan dus wel!!

GODS GUNST
Er zijn al verschillende waarschuwende profetieën over ons volk geweest. Brochures van o.a. ds. Velema (Dubbel Appèl) en van Ds. Geuze (De Redder komt als Rechter) zijn pogingen om ons wakker te schudden. Het is een groot wonder van Gods genade dat het oordeel tot nu toe is uitgesteld. Het is een wonder dat de dijken nog niet zijn doorgebroken. Maar het komt. Het kan een economische recessie zijn. Al was het alleen maar vanwege onze 'Sodom-achtige' trots op onze welvaart en onze economische verworvenheden. De Heer verlangt ernaar genadig te zijn. Hij wil niet dat de zondaar omkomt. Wie komt dan tussenbeide? Wie staan er op de bres? Waar zijn de 'tien rechtvaardigen' die Sodom zouden kunnen redden? Mozes worstelde tweemaal met de HERE in zijn voorbede voor Israël en tweemaal mocht hij het volk redden van de Toorn. Koning Zedekia had Jeruzalem kunnen redden, als hij maar naar de profeet had geluisterd. Bij de Heer is de deur nog open. Zijn genadige gunst is nog over ons. Ook in 2001. Laten we dan ernst maken met deze grote genade en het onvoorstelbare geduld dat de Heer met ons en ons volk heeft gehad.

drs. Jan van Barneveld