Bevrijd van de slavernij

Nol Esmeijer • 78 - 2002/03 • Uitgave: 3
In de veertiendaagse verschijning van dit nummer - 27 april tot 11 mei - zit de vijfde mei, onze Bevrijdingsdag. Wat een vrijheid hebben wij in 1945 gekregen! Wat een vreugde was dat: Bevrijd, VRIJ. Zó moet Israël zich eeuwen geleden ongeveer gevoeld hebben toen zij werden bevrijd uit Egypte. Zij gingen toen naar een onbekend thuisland, Kanaan. Zó ongeveer moeten Joden zich voelen, die nu naar Israël gaan. Het enige land waar zij echt thuis zijn. En vrij van de spot en hoon die al eeuwen hun deel zijn. Twee dingen: Israëls bevrijding uit Egypte en de Joden die nu terugkeren naar hun eigen land.

Verlost uit de slavernij
Slavernij is het tegenovergestelde "kernwoord" bij bevrijding, ver-lossing. Wij kunnen het begrijpen, want een slaaf is het eigendom van een ander. Verlost worden uit de slavernij is verlost worden van de ander en eigendom worden van een nieuwe eigenaar, in het geval van Israël was die nieuwe Eigenaar God-Zelf. Zie Psalm 135: 4.
Wat heeft Israël gezucht onder de slavenarbeid van de Egyptenaren. Die Egyptenaren waren de baas.
Maar .... God hoorde hen - zie Exodus 2 : 24, 25 - en Hij dacht aan Zijn verbond en Hij zag hen aan en Hij had bemoeienis met hen.

Verlost van één, die sterker is dan ik
Daarvan - van de verlossing van de duivel - is ook Israël een beeld. Er staat geschreven in Jeremia 31:
"Want de HERE maakt Jakob vrij en verlost hem uit de macht van dien, die sterker is dan hij." - vers 11. Het gaat in Jeremia 30 en 31 al om de bevrijding van de Joden uit alle landen waarheen zij verdreven zijn, maar het is ook een herinnering aan de uittocht uit Egypte. Onder de farao's van Egypte hebben zij het zeer zwaar gehad. En dat is een beeld van hem, die sterker is dan Israël, de satan. Onder hem hebben zij geleden en lijden zij nog. Maar God bevrijdt van die, die sterker is dan Israël. Gelukkig maar! Er is hoop. Zo is het ook met ons. Al Gods kinderen worden verlost van één, die sterker is dan zij. De bede uit het Onze Vader wordt vervuld: Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Er zijn nu nog vele verzoekingen en de duivel is nog sterker dan wij. Maar ....de Here Jezus heeft hem de kop vermorzeld. Hij zij geprezen. "Wie in 't geloof op Jezus ziet die vreest voor dood en helle niet."

Verlost van onreinheden en afvalligheid
De verlossing van al onze onreinheden, zonden en al onze afvalligheden is het allerbelangrijkste. Ook voor Israël is dat prioriteit één. Wij kunnen in de Bijbel lezen, in Ezechiël 36 : 29: "Ik zal u van al uw onreinheden verlossen." En 37: 23: "Niet langer zullen zij zich verontreinigen met hun afgoden, hun gruwelen en al hun overtredingen, maar Ik zal hen verlossen van alle afvalligheid waarmee zij gezondigd hebben, en hen reinigen, zodat zij Mij tot een volk zullen zijn en Ik hun tot een God zal zijn." Israël was tot afgodendienst vervallen. Vreemde goden dienden zij. Maar God wilde hen tot Zijn eer en heerlijkheid laten leven. Het was Zijn volk en het bleef Zijn volk. Daarom verloste Hij hen van alle afvalligheid.

Verlost uit verre streken
U kunt hierboven al lezen, dat Jeremia 30 en 31 - al is het daar met andere woorden gezegd - met name gaan over de toekomst van Israël. In Jeremia 30: 10 zegt de HERE over Israël: "Gij dan, vrees niet, mijn
knecht Jakob, luidt het Woord des HEREN, en wees niet verschrikt, Israël, want zie, Ik verlos u uit verre streken, uw nakroost uit het land hunner gevangenschap; Jakob zal terugkeren en rustig en veilig zijn, door niemand opgeschrikt." God zal Zijn eigen volk doen terugkeren naar hun eigen land. Alle bezwaren, die Arabieren daartegen hebben ten spijt. "God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken.

Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind." - Psalm 105: 5, ber. De HERE liegt niet als Hij zegt: Ik verlos u uit verre streken. Hij is trouw! Gelooft u dat ook voor uzelf? Hij is ook trouw aan u! Hij gaf aan u de Here Jezus en Die stierf voor u.

Ga er maar van zingen
Het staat in het boek der Psalmen geschreven in Ps. 17, 42, 43, 106 over God onze Verlosser.
In de Psalmen 42 en 43 staat driemaal hetzelfde: in Ps. 42 : 6 en 12 en in Ps. 43 : 5 : "Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God!" Het klinkt en ziet eruit als een soort refrein. Het wordt enige malen herhaald.
Hebt u dit verlossingslied al eens gezongen? Dit LEVENSLIED reeds een keer meegezongen? Nee, niet omdat u het als een versje leerde op uw school. Maar omdat u verlost bent en God u welgedaan heeft. Bent u verlost, bevrijd?

Nol Esmeijer