Bestemming: Korinthe

Raymond Hausoul • 88 - 2012 • Uitgave: 12
Paulus bezocht Korinthe tijdens zijn tweede zendingsreis. In korte tijd ontstond er een gemeente die uitgroeide tot een van de grootste in zijn tijd. Door een grote hoeveelheid handelscontacten domineerde het evangelie al snel de hele regio. Het is boeiend nader stil te staan bij deze magnifieke stad, omdat het een groot inzicht schenkt in het verstaan en begrijpen van Paulus’ brieven aan Korinthe.

Handelsstad
Korinthe was de strategisch gelegen hoofdstad van Achaje aan de Adriatische en Egeïsche Zee. Door een overhaal (diolkos) in de tien kilometer brede landengte van Korinthe waren de Golf van Korinthe en Golf van Egina met elkaar verbonden. Dit was een welkom alternatief voor boten die van Italië naar Klein-Azië reisden. Via een technische takel trok men het schip van de ene Golf in de ander. Hoewel dit enige inspanning kostte, vermeden de reizigers hiermee de gevaarlijke omweg rondom Peloponnesos, waarover de Griekse historicus Strabo schreef: ‘Als je rondom Maleae moet, vergeet je thuis’ (Geography 8.6.20). Hevige winden maakten de zesdaagse reis rondom Peloponnesos extreem gevaarlijk. Zodoende bedreven veel handelsschepen via Korinthe handel tussen het gemeenschappelijke imperium van Europa en Azië. Door zijn ligging groeide Korinthe uit tot een ware handelsstad met twee havens: Lechaeum in het noorden en Cenchreae in het oosten.
Een andere opvallend fenomeen was de 574 meter hoge rotsheuvel Akrokorinthos die zich in het zuiden van Korinthe verhief. Vanaf deze rotsheuvel liepen lange muren rondom de stad tot aan de haven Lechaeum. Op de Akrokorinthos stond verder een vesting die onneembaar was dankzij de aanwezigheid van een ondergronds waterreservoir. Meermaals beschermde dit indrukwekkend rotsplateau de stad tegen vijanden.

Romeinse cultuur
In Korinthe genoot de Romeinse cultuur uitgebreide erkenning. Archeologische opgravingen tonen dat veel ‘officiële documenten’ rondom goden, keizers, gebouwen, enzovoort, in het Latijn waren vervaardigd. In de tijd van Augustus (63 vChr.-14 nChr.) tot Nero (37-68 nChr.) staan drie Griekse vondsten tegenover drieënzeventig Latijnse vondsten.1 Dit verklaart waarom Paulus zich niet onthoudt Romeinse gebruiken te noemen, zoals het dragen van een hoed door de vrouwen in 1 Korintiërs 11:2-16.
Een ander voorbeeld is de manier waarop diners in de eetruimte (triclinium) en de centrale ruimte (atrium) van de Romeinse villa plaatsvonden. De scheiding tussen het rijk gedecoreerde triclinium en het atrium handhaafden ook de Korintiërs – waarbij ze meer schade aanrichtten dan goed deden (1 Korintiërs 11:17-34). Het nuttigen van het avondmaal en liefdesmaaltijden vond namelijk zowel in het triclinium als in het atrium plaats. Doordat beide ruimtes van elkaar onderscheiden waren, ontstond de gedachte dat degenen in het triclinium eersterangs en degenen in het atrium tweederangs christenen waren. In het triclinium genoten de gelovigen het beste voedsel en de beste wijn, terwijl men in het atrium de resten hiervan ontving – als die er al waren.

Economische en religieuze welvaart
De welvaart die Korinthe kende, was voor het grootste deel afkomstig van haar efficiënte omgang met handelaren, bezoekers, reizigers en zakenmensen die de stad bezochten of zich er wilden vestigen. De stad bood hen cultuur, religie, onderwijs en een rechterlijke macht. Luxe theaters en dure paleizen brachten de economische welvaart verder tot uiting. Korinthe was zo een toeristische attractie. Bezoekers zagen een verblijf in de stad als een vreugdevol feest. De stad stond daarnaast bekend om haar keramiek, textiel, scheepsbouw en architectuur. Ook kwam haar een grote eer toe vanwege de Isthmische Spelen die tweejaarlijks plaatsvonden bij het heiligdom van Poseidon. Deze spelen vonden ook plaats in 49 na Chr., kort voordat Paulus de stad bezocht en in 51 na Chr., toen hij er verbleef (Handelingen 18:1-18). Het is dan ook niet ongebruikelijk om in 1 Korintiërs 9:24-27 zaken te verduidelijken vanuit de atletiek.
Tegelijk was Korinthe ook verbonden met de term ‘immoraliteit’. Plato noemde een prostituee eenvoudig ‘een Korinthe-meisje’ (De staat 404d) en een uitdrukking als ‘de Korinthiër spelen’ betekende het toepassen van vrije seks. Afrodite, de liefdesgodin, had haar tempel op de Akrokorinthos in de stad. Duizenden slavinnen deden er dienst als tempelprostituee voor de mannen die de klim naar de berg doorstonden.

Arrogantie en hoogmoed
Al deze weelde zorgde ervoor dat veel Korinthiërs leden aan arrogantie en hoogmoed. Paulus’ nederige optreden was zelfs de gelovigen een doorn in het oog. Het ging regelrecht in tegen de gevestigde maatschappelijke waarden. In een stad waar zelfverwerkelijking en carrière belangrijk waren, werd Paulus’ manier van leven gezien als provocatie. Ook leden de Korinthiërs onder de waan dat publieke grootspraak en reclame in zichzelf een kunstvorm was. Retorische sprekers waren opgeleid om het volk dat te doen geloven wat zij wilden dat ze geloofden. Hierin ging het vooral om een sociaal constructivisme, competitief pragmatisme en een radicaal pluralisme dat ook tegenwoordig het postmodernisme kenmerkt. Terwijl feiten, waarheid en rationaliteit de klassieke Romeinse tijd kenmerkten, kenmerkten de pragmatisch-emotionele rationaliteit en retorica het Korinthe van die tijd. Er werd veel meer gezocht naar succes en applaus dan naar waarheid en echtheid. De Romeinse retoricus Seneca de Oudere (54 vChr.-39 nChr.) observeerde in zijn tijd al dat het volk veelmeer verlangde naar goedkeuring voor zichzelf dan naar goedkeuring voor de zaak. En ook zijn vakgenoot Marcus Fabius Quintilianus (35-100 nChr.) betreurt dat retorische sprekers erop staan met een daverend applaus te worden begroet, zoals dat gebeurt bij atleten en muzikanten. In de kijker staat de spreker met als nevenzaak de waarheid, zoals dat vandaag veelal gebeurt in onze massamedia. Vanuit deze vaststellingen is het niet moeilijk voorstelbaar dat er partijschappen in Korinthe ontstonden, waarbij de gelovigen enkel keken naar de persoon en niet naar het geheel (1 Korintiërs 1:10-12). Paulus’ opmerkingen over ware wijsheid (1 Korintiërs 1-2) en over het onduidelijke trompetgeluid (1 Korintiërs 14) spreekt boekdelen in deze context.

Bovenstaande gegevens schetsen een decor voor het verstaan van Paulus’ brieven aan Korinthe. Het helpt zaken in de Korinthebrieven beter te kunnen plaatsen, die zowel voor de apostel als voor zijn geadresseerden bekend waren. Tegelijk ervaren we dat het leven en denken in Korinthe meerdere parallellen kent met de hedendaagse postmodernistische (of post-postmodernistische) tijd. Het religieuze pluralisme, de kosmopolitische handel, de prioriteiten voor de economische sector en de populistische media in Korinthe komen vrij sterk overeen met de hedendaagse maatschappij. Wat dat betreft zijn de brieven aan de Korintiërs relevant voor het hedendaagse christelijke leven en een stimulans tot grondigere bestudering in deze tijd.

drs. Raymond R. Hausoul

1 John H. Kent, Corinth: Results of Excavations. The Inscriptions 1926-1950 (Harvard: Harvard University, 1966), 18-19.