Bent u bereid een Noach te zijn?

Theo Niemeijer • 94 - 2018 • Uitgave: 5
In Galaten 5:22 wordt de vrucht van de Geest genoemd. Mijn vraag is hoe we als christenen hiermee om dienen te gaan. In deze harde maatschappij wordt er al gauw ‘over je heen gelopen’ wanneer je dit in de praktijk wilt brengen. M. O. te @)

Antwoord:
We moeten niet denken dat iemand vol van de vrucht van de Geest een soort ‘watje’ is waar je van alles mee kunt doen! De Here Jezus was vol van de Geest, maar Hij reinigde wel de tempel met een gesel! Mozes was zeer zachtmoedig, maar je kon het maar beter niet met hem aan de stok krijgen. Paulus, die zelf over deze vrucht van de Geest schreef, was zowel in de gemeente als buiten de gemeente een man waar je wel degelijk rekening mee diende te houden.
Aan de ene kant hebben we in onze samenleving te maken met een verharding, maar aan de andere kant ook weer met een enorme ‘versofting’! Emoties spelen een steeds belangrijker rol. ‘We moeten dicht bij ons gevoel blijven’, wordt ons steeds meer geleerd, ook al wordt daarmee het nuchtere verstand uitgeschakeld. Wanneer de vaderlandse geschiedenis ‘te hard’ op ons overkomt, dan moeten we deze maar verzwijgen, waardoor straatnamen en schoolnamen gewijzigd moeten worden. Zelfs de ‘Gouden koets’ moest er bijna aan geloven, omdat daar ook de hardheid van de slavernij uitgebeeld wordt. Zwarte Piet mag niet meer, want dat doet ons ook te veel denken aan het slavernijverleden en ga zo maar door! De ene stille tocht na de andere stille tocht wordt na een dramatische gebeurtenis gehouden, we moeten immers onze emoties een plekje geven?
Aan de andere kant zien we inderdaad ook de hardheid toenemen, waarbij familieleden het geduld niet meer op kunnen brengen om iemand rustig te laten sterven en om euthanasie ‘eisen’ bij de dienstdoende arts. Artsen en vrouwen die zonder gewetenswroeging het ongeboren leven in de schoot van de moeder vermoorden. Meer dan ooit hebben we te maken met een graaicultuur, waarbij iedereen zijn best doet om zelf maar niets te kort te komen, zelfs als dit ten koste gaat van de zwakkeren in de samenleving.
Deze versofting én verharding gelijktijdig hebben beiden te maken met een onvolwassen samenleving. Kinderen kunnen tegelijkertijd zowel supergevoelig als spijkerhard zijn en dat is nu precies de samenleving waarin we vandaag terechtgekomen zijn. Dit onvolwassen gedrag kom je tegen op de weg, waarbij de een de ander geen millimeter extra ruimte gunt, je vindt het op de scholen, waar de ouder het altijd voor zijn eigen kind opneemt en het advies van de leerkracht verwerpt, maar ook in de vaderlandse politiek, waar regeren steeds meer een kunst wordt om de ander onderuit te halen en zelf punten te scoren.
Juist in deze tijd is het een uitdaging voor ons om als christenen te laten zien, hoe de Here God de mens bedoeld heeft. De vrucht van de Geest brengen we echter niet zelf voort, maar de Geest van God die in ons woont. We moeten ons dus niet inspannen om zelf zoveel mogelijk deze vrucht in ons leven zichtbaar te maken. Nee, we worden opgeroepen om te verlangen naar de vervulling van de Heilige Geest, dan wordt de vrucht van Gods Geest vanzelf in ons leven zichtbaar.
In Efeziërs 5:1 worden we opgeroepen om ‘navolgers’ Gods te worden. In het Grieks wordt hier het woord ‘mimetai’ gebruikt, waar ons woord imiteren van afgeleid is. We worden dus opgeroepen om God te imiteren, maar hoe kunnen we dat? Het antwoord staat er direct achter; ‘als geliefde kinderen’! Wanneer je uit God geboren bent, ga je ook op Hem lijken. Door de wedergeboorte worden we kinderen van God en daarmee weer beelddragers van Hem, die ons geschapen heeft.
In 2 Timoteüs 3:1-4 wordt de mens van nu beschreven. Schrik niet! Zelfzuchtig, geldgierig, pochers, vermetel (onberaden), kwaadsprekers, ongehoorzaam, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God!
Wat een vreselijke, negatieve opsomming, maar helaas al te waar! Het is de wereld vanuit Noachs tijd, de periode van Sodom en Gomorra, de periode vlak vóór Gods ingrijpen in onze samenleving. Juist in deze tijd vielen Noach en Lot op door hun andere levenswandel. Wat een uitdaging voor ons!

Onlangs verscheen een artikel in de landelijke dagbladen dat toonaangevende wetenschappers over de gehele wereld ‘Doomsday Clock’, de klok die aangeeft hoe spannend het in de wereld is, op twee minuten voor twaalf bijgesteld hebben. De wereld weet – en houdt er rekening mee – dat het einde der wereld dichtbij gekomen is. Houdt u er ook rekening mee?
Johannes schrijft in zijn eerste brief: ‘Een iedere die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is’ (3:3). De oproep uit Openbaring 22:11 is duidelijk: ‘wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht, wie vuil is worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.’ Meer dan ooit heeft onze samenleving volwassen broeders en zusters nodig die vanuit de volheid van de Geest, de vrucht van de Geest in hun dagelijks leven tonen. We leven in de dagen van Noach. Bent u bereid een Noach te zijn?


Wat zou er gebeurd zijn wanneer het Joodse volk de Here Jezus wel aanvaard zou hebben? Dan zou Hij niet voor onze zonden gestorven zijn en zouden we toch niet gered zijn? (B. v.d. K. te M.)

Antwoord:
In Romeinen 11:2 lezen we dat de Here God Zijn volk al van te voren gekend heeft. Toen Hij Abraham riep, wist Hij al lang van te voren dat het volk dat uit hem geboren zou worden 400 jaar in slavernij in Egypte zou verblijven (Genesis 15:13). Mozes profeteerde bij zijn afscheid al van de afval van het Joodse volk en dat het volk wereldwijd verstrooid zou worden (Deuteronomium 31:14 - 32:43).
De hele geschiedenis van Israël was voor de Here God al bekend vóór Hij Abraham riep. Tijdens het leven van de Here Jezus heeft Hij ook vier keer Zijn eigen lijden en sterven aangekondigd. Petrus probeerde dit te voorkomen en zelfs Pilatus probeerde Hem voor dit sterven te behoeden. Zo zei de Here Jezus tegen Pilatus: ‘Gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, indien het u niet van boven gegeven ware’ (Johannes 19:11). Het was God Zelf Die Zijn Zoon aan het kruis voor de zonde van de mensheid offerde en niemand kon Hem hierin tegenhouden. Vóór de schepping was Gods verlossingsplan al bekend (1 Petrus 1:20). Via Zijn uitverkoren volk Israël heeft Hij Zijn plan uitgevoerd.
Petrus zegt in zijn Pinkstertoespraak: ‘Deze (Jezus), naar de bepaalde raad en voorkennis van God hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood’ (Handelingen 2:23). Zo werd Gods uitverkoren volk Israël Zijn heilsvolk, waardoor Hij Zijn heilsplan voor de redding van de gehele wereld uitgewerkt heeft. Hiermee werd de ‘val’ van Israël het heil voor de heidenen, lezen we in Romeinen 11:12. Hoeveel te meer zal straks de bekering en wedergeboorte van Israël als volk tot wereldwijde zegen worden!
De vraag: ‘wat zou er gebeurd zijn wanneer...’ is eigenlijk niet relevant, want God heeft er over gewaakt dat het wél gebeurde. Zonder verwerping, sterven en opstanding van de Here Jezus zouden we inderdaad nog verloren zijn. Wat geweldig dat Hij Zijn plannen uitgewerkt heeft via Zijn geliefde volk Israël!

Theo Niemeijer