Basisonderwerpen van het christelijke leven (2)

Hans Kruisman • 92 - 2016 • Uitgave: 5
Ellende: wij kunnen het niet begrijpen

In deze reeks van artikelen zullen enkele belangrijke ‘basis’-onderwerpen van het christelijke geloof besproken worden. Onderwerpen die ook aan de orde zouden kunnen komen wanneer God u een geopende deur geeft om van Hem te getuigen. In deze reeks wordt met de invloed van de huidige postmoderne cultuur rekening gehouden. In dit artikel geeft Hans Kruisman in een kort bestek antwoord op de vraag waarom God de ellende in de wereld toelaat.

Je hoort wel eens de volgende opmerkingen: “Hoe kan ik in God geloven wanneer er zoveel lijden in de wereld is? Hoe kun je geloven in een almachtige en goede God?” Wij dienen blij te zijn wanneer ons die vragen in alle oprechtheid worden gesteld. Dan hebben wij een geopende deur om over de God der Schriften te getuigen.

Gods almacht en liefde
Mag ik u een tegenvraag stellen? Hoe kunt u na het leed dat de mensen elkaar aandoen nog steeds niet in satan geloven? Laten wij eens kijken naar enkele eigenschappen van onze God. God is de almachtige God. Niets ontgaat Hem, niets loopt Hem uit de hand, niets gaat buiten Hem om. ‘Ja, alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar zijn wil met het heer des hemels (hemelse machten) en de bewoners der aarde: en niemand is er, die zijn hand kan weerhouden’ (Daniël 4:35); ‘De HERE verbreekt de raad der volken, Hij verijdelt de gedachten der natiën; de raad (raadsbesluit) des HEREN houdt eeuwig stand, de gedachten zijns harten van geslacht tot geslacht’ (Psalm 33:10-11).
Maar God is ook liefde (1 Johannes 4:9)! Per definitie berust liefde op vrijwillige, wederzijdse instemming. Helaas heeft het eerste mensenpaar deze vrijheid misbruikt en brachten hierdoor zonde en leed in de schepping. Wij mogen God daarvan niet de schuld geven. ‘…door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood’ (Romeinen 5:12). Sinds de zondeval is satan de overste (bestuurder; heerser; vorst) van deze wereld (Johannes 12:31). Maar gelukkig blijft de Schepper van hemel en aarde de enige rechtmatige en absolute heerser (1 Timoteüs 6:14-16). God laat het toe dat satan voor een bepaalde tijd over deze aarde regeert. Dat zien wij onder andere terug in Lucas 4:5-7.

Onrecht en rechtvaardigheid
Daar komt wel een einde aan. God is ook een rechtvaardig God. ‘…omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man (Jezus Christus), die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken’ (Handelingen 17:31); ‘En de HERE zal koning worden over de gehele aarde’ (Zacharia 14:8-16).
God laat het onrecht in deze wereld niet op zijn beloop, maar zal het ‘op Zijn wijze en op Zijn tijd’ aanpakken. De werkwijze van God is niet dat Hij heel geleidelijk het onrecht stukje bij beetje verwijdert gedurende duizenden jaren. God laat het onrecht groeien, tot op het juiste tijdstip dat Hij eens en voor altijd het onrecht opruimt. Onze God zal Zijn schepping geheel vernieuwen, waar gerechtigheid zal heersen. Hij zal alle tranen van de ogen van de gelovigen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite, lezen we in Openbaring 21:1-5.

We kunnen het niet begrijpen
Ook ik heb vragen. Dat hebben wij met elkaar gemeen. ‘O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!’ (Romeinen 11:33). Tegenover de volmaakte kennis van God worden wij als kleine kinderen gezien. Een klein kind begrijpt zo weinig van de omgeving en de opvoeding lijkt vaak zo tegenstrijdig. Onze kennis is in deze tijd onvolkomen, omdat het geen directe, maar indirecte kennis is. Wij zien als door een spiegel (spiegels waren toen hooguit geslepen metaaldelen), een onvolkomen afschaduwing van de Waarheid (1 Korintiërs 13:8-12).
Leer maar van het jonge kind dat, ondanks alle vragen, in de ouders blijft geloven. Wat merkwaardig dat de moderne mens niet in God wil geloven omdat God niet begrepen kan worden. Ik zou geen God willen hebben die ik wel zou kunnen begrijpen. De mens zonder God leeft met de gedachte van een kleine God of wenst zichzelf aan God gelijk te stellen. In het eerste geval heeft deze mens geen enkel begrip wie onze God is. In het tweede geval zien wij de hoogmoed van deze mens.
We hebben vragen, maar God geeft hierop geen antwoord, omdat wij het niet begrijpen en eventueel schade zouden kunnen ondervinden indien God het ons wel zou uitleggen. ‘De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons’ (Deuteronomium 29:29). Hoe God werkt, behoort vaak tot de ‘verborgen dingen’. Wat we wel weten, is dat Hij altijd bezig is toe te werken naar Zijn doel. Onze taak is om te leven tot Zijn eer en heerlijkheid naar de ‘geopenbaarde dingen’, dat wil zeggen: naar de wil van God zoals die is geopenbaard in de Schrift.

Eigen verantwoordelijkheid
Het alternatief voor teleurstelling in God lijkt te zijn teleurstelling zonder God. Het doet God verdriet wanneer de mens zijn eigen dwaze weg wenst te bewandelen en vervolgens Hem de schuld van alle ellende geeft. ‘Des mensen eigen dwaasheid verderft zijn weg, en dan is zijn hart gramstorig op de HERE’ (Spreuken 19:3). De natuurlijke mens zit in de macht van satan, met alle gevolgen die dat met zich meebrengt (Efeziërs 2:1-5; Deuteronomium 7:25). Bij een ongeval als in Lucas 13:4-5 gaat de Here niet in op de vragen die Hem gesteld werden, maar wijst op hun verantwoordelijkheid. Wat doet u? Onze zoektocht zullen wij in het volgende artikel voortzetten.

Hans Kruisman