Barsten in het grote Babel dat wij hebben gebouwd

Hans Frinsel • 96 - 2020 • Uitgave: 4
Ineens stond het economische leven in China stil en wij voelden de gevolgen. Toen kwam het Coronavirus hierheen. Italië ving de eerste klap op en het land ging dicht. In rap tempo volgde de rest van Europa en ook Amerika.

Paniekerige hamsterende klanten, lege schappen, grenzen die dichtgingen, vliegtuigen aan de grond, de beurs die crasht. Wat gebeurt er? Het Coronavirus legt de kwetsbare plekken van ons maatschappelijke systeem bloot. Is deze uitbraak alleen maar een testcase voor onze rampenbestrijding? Of zijn er andere lessen te trekken? Zit er een ernstige geestelijke waarschuwing in?
Ongetwijfeld leren het RIVM, de GGD en de overheden veel over de manier waarop men zo’n crisis moet aanpakken. Maar als dat de enige lering is die we eruit trekken, missen we de belangrijkste lessen. Wat zegt het bijvoorbeeld over hoe wij onze samenleving en onze economie hebben ingericht, over globalisering, over onze hang naar luxe en welvaart? Waar liggen onze prioriteiten? Wil God ons iets zeggen? Zijn er lijnen te trekken naar het profetische Woord?

Heilige koe
Het Covid-19 virus begon als een ramp in een ver land, maar in de loop van februari kwam het deze kant op en werden de economische effecten voelbaar. De ongerustheid groeide, want onze welvaart liep gevaar. Onze welvaartstaat, die in schril contrast staat met de overlevingsmodus die in veel arme landen geldt, is onze heilige koe. Maar waar leeft dat dier van? We bleken afhankelijker van China dan ons lief is. Ontelbare consumptiegoederen en allerlei onderdelen worden daar gemaakt, evenals veel medicijnen. Ineens raakten de stellingen in de opslagplaatsen van veel importeurs leeg. Voorraden raakten op, verkoop stokte, assemblagebedrijven schroefden de productie terug omdat er geen onderdelen meer uit Azië kwamen.

Gevaarlijke afhankelijkheid
Onze jacht naar welvaart en luxe had ons ertoe gedreven alle fabricage naar lagelonenlanden te verplaatsen. We waren overgegaan naar een ‘kenniseconomie’. Kennis is macht. Met die kennis ontwikkelden we hoogwaardige producten, die we vervolgens in lagelonenlanden lieten fabriceren. We negeerden het risico dat we op deze manier totaal afhankelijk werden van die andere landen. We sloten onze ogen er ook voor dat andere landen een inhaalslag maakten qua kennis, zoals nu met name in China blijkt, getuige bijvoorbeeld de 5G netwerktechnologie. Wat als we die kennisvoorsprong ook nog kwijtraken?
Ons luxueuze leventje is grotendeels afhankelijk van de economische en technische reus China en van landen waar veel consumptiegoederen voor hongerloontjes door arme mensen worden geproduceerd. Globalisering is het mantra geworden, maar we hanteren die globalisering heel selectief. Zolang het ons de zegen van betaalbare luxe brengt, verwelkomen we het; zodra het ongewenste effecten heeft, gooien we de deur dicht. We willen alle voordelen van goedkope productie en het genot van exotische vakantiereizen naar verre landen. Maar het is diezelfde globalisering die een volksverhuizing van economische vluchtelingen op gang brengt via dezelfde globale infrastructuur. Dat ervaren we als een bedreiging. We willen wel de zegeningen van een open wereld, maar niet de zorgen. De westerse mentaliteit wordt ten diepste gekenmerkt door zelfzucht. Daar rust overigens geen westers patent op, al lopen we wel voorop. Het is de aard van de gevallen mens. Gods Woord waarschuwt dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen, die gekenmerkt worden door groeiend zelfzucht (2 Timotheüs 3:1).

Latente zelfzucht
Toen corona roet in het eten gooide van ons mooie bestaan, haalde dat bij sommigen direct het slechtste naar boven in de vorm van discriminatie en beledigingen richting mensen van Chinese afkomst. Zeker, het was slechts een kleine minderheid die zich zo uitte, maar wat leeft er diep van binnen bij velen van ons? Ruzie om rollen wc-papier, of bakkeleiende hamsteraars die een plek zoeken op een overvolle parkeerplaats van een supermarkt, het zijn signalen van deze latente zelfzucht. Gelukkig waren er ook velen die anders reageerden.
Er was snel kritiek op Italië. Het zou ‘niet adequaat gereageerd hebben’. En Trump verweet Europa dat het te laks was geweest met maatregelen, terwijl hijzelf kort daarvoor nog de Coronacrisis gebagatelliseerd had. Het spel van de pot en de ketel.
Toen er in Italië – een geliefde vakantieplek van velen – begin maart een tekort dreigde aan hulpmaterialen voor zieken en zorgverleners, vroeg dat land andere Europese landen om hulp, maar kreeg nul op het rekest. ‘We mochten zelf eens niet genoeg hebben.’ Zoveel voor Europese solidariteit! Net als bij de vluchtelingencrisis laten we hen in de steek. Het land dat Italië wel te hulp schoot, was notabene China!

Vergeten rampen
Er zijn nog andere negatieve effecten. Toen Corona onze welvaart bedreigde, beheerste dit direct het nieuws en onmiddellijk verdween de aandacht voor grote problemen op andere continenten. Op het moment van dit schrijven verwoest een ongekend grote sprinkhanenplaag de oogst in delen van India, Pakistan en Oost-Afrika. Er dreigt een hongersnood voor miljoenen mensen. In Ethiopië of Kenya kan een premier niet geruststellend zeggen dat hamsteren overbodig is. Er is niets te hamsteren. Daar kunnen overheden niet enkele tientallen miljarden uittrekken om de pijn van de crisis te verlichten. Daar gaat het om overleven en waarschijnlijk zal die sprinkhanenplaag resulteren in de stille dood van vele duizenden ouderen, zieken en zwakke kinderen.

Hypotheek op globalisering
Naar verhouding zal het sterftecijfer door de Coronapandemie klein zijn. Niet dat we dit moeten bagatelliseren, maar is het terecht dat we totaal geen aandacht meer hebben voor de grote rampen die ver weg gebeuren? Ineens hebben we geen boodschap meer aan globalisering. Onze welvaart is afhankelijk geworden van die globalisering, net zoals in de geschiedenis onze Gouden Eeuw afhankelijk was van de slavenhandel en later het kolonialisme. Die afhankelijkheid brengt verantwoordelijkheid met zich mee. We kunnen niet ongelimiteerd profiteren van die globale economie, om ons vervolgens van diezelfde ‘rest van de wereld’ te distantiëren als onze welvaart gevaar loopt. We hebben een hypotheek genomen op de globalisering, zou je kunnen zeggen, en we kunnen niet eenzijdig de rente en afbetaling stoppen.

Gods waarschuwingen
‘Wie is mijn naaste?’ In het verleden kon men dat misschien beperken tot mensen in de eigen omgeving. Maar ik schrijf dit artikel op een computer die geassembleerd is in China, het frame van mijn fiets van mijn vrouw is gemaakt in Vietnam, onze kleding komt waarschijnlijk uit naaiateliers in India of Bangladesh. Daar zit mijn naaste achter een naaimachine. Hoever gaan wij om onze hoogconjunctuur te handhaven? ’Zie, het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God’, (Jakobus 5:4). Zou dat alleen slaan op tuinders die illegale arbeidsimmigranten hebben uitgebuit? De rijkste 1% van de wereldbevolking bezit tweemaal zoveel rijkdom als 6,9 miljard minderbedeelden. Ergens is er iets heel erg mis.
In het Oude Testament zien we dat God het Zijn volk aanrekende wanneer zulke toestanden ontstonden. Hij waarschuwde hen eerst, maar zond ook oordelen, als zij zich niet bekeerden. Zou God onze wereld niet waarschuwen voor de huidige realiteit? Het boek Openbaring laat zien dat God ook nu rampen laat gebeuren om de mensheid te waarschuwen en op te roepen tot bekering (Openbaring 9:20-21). Natuurlijk gaat het in die teksten niet alleen over economisch onrecht, maar ook over goddeloosheid. Maar gaan die juist niet samen? Onze samenleving heeft God als overbodig aan de kant gezet, omdat we het zelf wel kunnen en alles onder controle hebben. Is dat geen vorm van afgoderij?

Kwetsbaar systeem
Het Coronavirus drukt ons met de neus op een feit dat we het liefst negeren: het leven is fragiel. Ons mooie leventje leek zo veilig en gegarandeerd, maar een microscopisch organisme kegelt die zekerheid omver. Onmiddellijk lopen we tegen grenzen aan. Een uitgeputte Italiaanse verpleegster gaf op internet uiting aan haar frustraties en pijn en vertelde van situaties waarin zij moeten kiezen welke patiënt wel of niet te helpen, vanwege een tekort aan hulpmiddelen. Dat kan een keuze betekenen tussen leven of dood. Voor de Westerse generatie van na de Tweede Wereldoorlog is dat volkomen nieuw. We zijn verwend en verwachten dat ‘het systeem’ garant staat voor onbeperkte zorg.
We merken ineens dat we kwetsbaar zijn en economisch afhankelijk van China en andere landen. We hopen dat er iemand opstaat die al deze problemen de baas kan. Maar velen beseffen niet van wie we écht afhankelijk zijn: God. Juist in deze crisis ligt de kans tot bezinning, inkeer en inzet voor kwetsbare naaste.

Kijk omhoog!
Onlangs las ik een bericht dat door het smelten van gletsjers in de Himalaya virussen onder het ijs vandaan komen. Wat gaat dat betekenen voor de wereld? Corona is niet de laatste crisis. De Bijbel voorzegt dat de wereld nog veel meer rampen kan verwachten. Is dat een pessimistisch wereldbeeld? Nee! Niet als we beseffen dat God ons wakker wil schudden. Hij voorzegt niet alleen oordelen voor een wereld die zich niet wil bekeren, maar geeft vooral beloften aan degenen die zich wel bekeren en zich tot Hem wenden. Echt pessimistisch wordt het wanneer we de oplossing alleen van mensen verwachten. We gaan een heel onzekere tijd tegemoet. Er zijn krachten in de natuur die we niet in de hand hebben. Maar te midden van angst en lijden mogen we getuigen van een God die altijd hoop geeft en naast degenen staan die wanhopen.
‘Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is’ (Lukas 21:28).

Hans Frinsel