Azar (2) - ‘Onze hulp is in de naam van de HERE…’

Gieneke van Veen-Vrolijk • 88 - 2012 • Uitgave: 6
Vorige keer bespraken we het Hebreeuwse werkwoord ‘azar’ dat betekent: (uit)helpen, steunen, bijstaan, uitredden. We zagen dat dit werkwoord vooral gebruikt wordt met betrekking tot de Here God. Dat geldt ook voor de van de stam ‘azar’/helpen afgeleide woorden ‘ezer’ en ‘ezra’ die allebei de betekenis ‘hulp’ hebben. De Here biedt de mens Zijn Goddelijke hulp, ondersteuning en bijstand in alle nood en problemen.

Goddelijke hulp in de Psalmen
In de Psalmen horen we herhaaldelijk hoe de Here behoeftigen in hun nood bijstaat. Hij troost en ‘azar’/helpt de zijnen (Psalm 86:17). De Psalmen leren ons dat we altijd mogen smeken om de hulp van Zijn hand en de bepalingen van Zijn Woord (Psalm 119:173,175). De psalmist zingt dat de stad Gods niet zal wankelen, want “God zal haar ‘azar’/helpen bij het aanbreken van de morgen” (46:5-6). Dat geldt ook nu! “Help ons, God van ons heil, omwille van de eer van uw naam…” (79:9).

Koningen leerden dat de Here helpt
Asa belijdt in zijn gebed dat de Here de Enige is die kan ‘azar’/bijstaan en smeekt dan: “…‘azar’/help ons HERE, onze God want wij steunen op U” (2 Kronieken 14:11). Zo was het ook met Uzzia die ondervond “God ‘azar’/hielp hem tegen de Filistijnen…” (2 Kronieken 26:7), vgl. Amazia’s optreden (2 Kronieken 25:8).
Wie haar/zijn hulp niet van de Here verwacht, komt bedrogen uit. Zo verging het Achaz. Met de gedachte dat de goden van Damascus hun koningen ‘hielpen’ (‘azar’), offert hij aan deze afgoden in de hoop hiervan ook hulp te ontvangen, maar zij worden hem en het volk tot ondergang (2 Kronieken 28:23). Zijn slechte voorbeeld had vreselijke gevolgen voor allen! De les van deze geschiedenis is onverminderd van kracht nu.

Eliëzer
We blikken terug naar Israëls vroege geschiedenis. Toen Mozes in Midian verbleef kreeg hij daar in dat voor hem vreemde land een zoon die hij de naam ‘Eli-ezer’ gaf. Deze naam betekent: ‘Mijn God is hulp’.1 Hiermee drukte Mozes uit dat de God van zijn vader hem tot hulp en verlossing was geweest (Exodus 18:4). Wat hij als kind thuis had geleerd over de Here God als Redder in nood (vgl. Exodus 2:1-10) mocht hij later daadwerkelijk ondervinden. Dat beleed hij in deze getuigenisnaam. Wat een bemoediging!

‘Ezer’ en ‘ezra’ in de Psalmen
Opnieuw bezien we deze troostvolle lofliederen en horen hoe de Here God in allerlei situaties uitredt en de mens Zijn onmisbare hulp en ondersteuning schenkt. Hij is met Zijn Goddelijke ‘ezer’/hulp ons altijd nabij! In onze nood mogen we altijd smeken “Geef ons ‘ezra’/hulp in verdrukking…” (Psalm 108:13). Deze hulpkreet klinkt vanuit de wetenschap dat van menselijke uitredding geen (eeuwig) heil te verwachten valt - hoewel de Here wel mensen als instrument tot hulp in Zijn hand kan gebruiken. Eeuwig heil biedt de Here, op Hem stellen we onze verwachting. “Onze ziel wacht op de HERE, onze ‘ezer’/hulp en ons schild is Hij” (Psalm 33:20). Psalm 115 leert Gods kinderen Zijn naam te eren en alle hulp alleen van Hem te verwachten, ook als de spotvraag klinkt “Waar is toch hun God…?” (vers 2). Wij mogen weten dat Hij in de hemel troont en ons uithelpt, terwijl alle afgoden - ja, juist die van onze tijd! - dood mensenwerk zijn (vers 4 t/m 8). Een bittere, ontgoochelende ontdekking voor velen die daarop bouw(d)en. Echter, wie op de Here bouwt, hoort de herhaalde, inspirerende oproep: “Israël… huis van Aäron… Wie de HERE vrezen, vertrouwt op de HERE, hun ‘ezer’/hulp en schild is Hij” (Psalm 115:9-11). Een ieder die de Here liefheeft en vreest - dat is Hem toegewijd dienen - mag weten dat deze Goddelijke oproep ‘vertrouw!’ met hulpbelofte blijvend actueel is!
In de veilige schaduw van Gods beschermende vleugels mogen we vertrouwensvol zingen: “Want U bent voor mij een ‘ezra’/hulp (geweest)” (Psalm 63:8). De werkwoordsvorm in dit vers betreft zowel het verleden als het heden en is zo voor alle tijden bedoeld. Onze God is immers onveranderlijk: Wat hij in het verleden was is Hij ook nu en voor eeuwig…! Daarom belijden wij: “Onze ‘ezer’/hulp is in de naam van de HERE” (Psalm 124:8).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Deze naam wordt gevormd door: ‘Eli’ (mijn God) en ‘ezer’ (hulp).