Ariel Sharon: Generaal en politicus

Feike ter Velde • 90 - 2014 • Uitgave: 2
Als 20-jarige jongen raakte hij gewond in de bevrijdingsoorlog van 1948. Toen al gaf hij leiding aan een bataljon infanteristen van de Hagana, waarvan hij op zijn veertiende jaar lid werd. Hagana, wat letterlijk verdediging betekent, was opgericht ten tijde van het Britse mandaat over Palestina tot 1948. Het doel was om de Joodse gemeenschappen te beschermen tegen Arabische moordaanslagen, omdat de Britten dat niet of onvoldoende deden. De jonge Ariel Sharon begreep al gauw zijn verantwoordelijkheid. Toen de oorlog over was en hij hersteld was, ging hij studeren aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Hij verdiende zijn sporen in een veelbewogen leven.

Ariel Sharon – door vrienden en bekenden Arik genoemd – is nauw verbonden met de oprichting van de staat Israël in 1948. Hij was toen twintig jaar oud. Zijn ouders emigreerden vanuit Rusland naar Palestina. Palestina werd door Groot-Brittannië als VN-mandaatgebied geregeerd. Daarvóór maakte Palestina deel uit van het Ottomaanse rijk: de Turken, die heel het Midden-Oosten vierhonderd jaar lang bezet hielden. Die Turkse bezetting werd beëindigd in 1917, tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Britse generaal Edmund Allenby, bijgenaamd Bloody Bull (Bloederige Stier) – want hij vocht ook in Boeren Oorlog van Zuid-Afrika – versloeg het Turkse leger en bevrijdde Palestina. Toen hij Jeruzalem had veroverd en de Turken verdreven stapte hij van zijn paard en ging te voet de stad binnen door de Jaffa Poort, want “Jeruzalem is de heilige stad en die rijdt men niet binnen te paard, dat doet men te voet,” had hij gezegd. In Be’er Sheva in Zuid-Israël staat een standbeeld van Allenby en een brug over de Jordaan draagt ook zijn naam. Allenby’s naam is verbonden met Israël, hoewel de Britse politiek geenszins onze bewondering noch onze waardering verdient.

Nagenoeg onbewoond
De Hagana, een gewapende Joodse strijdgroep, streed tegen de Britse overheersing met het zicht op een vrij en zelfstandig Israël. Veel Joden uit Oost-Europa waren massaal naar Palestina getrokken in de jaren ’20 van de vorige eeuw en begonnen het nagenoeg onbewoonde land te ontrukken aan zijn desolate staat. De vroegere moerassen van Galilea zijn daarvan indrukwekkende voorbeelden. Dagelijks onder vuur door de Syriërs vanaf de Golanhoogte en aangevallen door de malariamug hebben Joodse mannen en vrouwen onder grote bewondering van de jonge Ariel toen hun doelen bereikt.

Hard optreden
Ariels ouders kwamen uit Rusland en heetten Scheinermann. Hij is zelf geboren in Kfar Malal, een mosjav, een collectieve landbouwnederzetting bij Tel Aviv. Begin jaren ’50 werkte de nog jonge Ariel onder Moshe Dayan, de minister van Defensie. Zijn belangrijkste werk was bij de inlichtingendienst, ter voorkoming van terreur door Arabieren. Toen hij vijfentwintig jaar oud was richtte hij Commandogroep 101 op om uiting te geven aan zijn grote ideaal, namelijk de veiligheid van Israël. Wie terreur pleegde en moordde, kreeg met deze commandogroep te maken en dat was niet gering. Het oog-om-oogprincipe hield ook in dat er van Israëls kant fouten werden gemaakt, wat soms aan onschuldige burgers het leven kostte.
Het terugslaan door Israël na een terreuraanval werd vooral gedaan door de Commandogroep 101 onder de leiding van Ariel Sharon. Men drong niet alleen de Palestijnse gebieden in, maar soms ook Jordanië en Egypte teneinde de terroristen te pakken en te executeren. Niet zelden ging dat er wederzijds hard aan toe. In de grensgebieden met Jordanië, waar tal van overlevenden uit Europa en de holocaust woonden, werden voortdurend moorden gepleegd op Joodse burgers, inclusief vrouwen en kinderen. Sharon werd harder en harder in zijn optreden tegen dit bloedvergieten. Voor gemaakte fouten kreeg hij ook wel behoorlijke reprimandes van zijn meerderen. Desalniettemin steeg de ster van Sharon.

Bewonderd om strategische inzichten
Hij was commandant over een corps paratroepers in de Sinaï-oorlog in 1956, net drie jaar getrouwd met de Israëlisch Margalit. Negen jaar later komt zij om in een verkeersongeluk. Sharon trouwde twee jaar later met de jongste zuster van zijn overleden vrouw. Ariel Sharon was ooit de jongste topinstructeur van het Israëlische leger en bewees zijn capaciteiten op het slagveld. Zijn legerafdeling sloeg het Egyptische leger met een grote nederlaag in 1967 en dreef de Egyptenaren terug tot achter het Suezkanaal. Heel de Sinaï was in de handen van Israël gekomen. Het zwaarbewapende Egyptische leger moest snel terugtrekken met achterlating van alles. Sharon werd Stafchef van het zuidelijke commando. Hij werd overal bewonderd om zijn strategische inzichten.
In de Jom Kippoer-oorlog van 1973 steeg zijn ster nog hoger. Het Egyptische leger was Be’er Sheva genaderd in de Negev, een bijna uitzichtloze militaire situatie. Sharons troepen slaagde erin een grote militaire overwinning te behalen en opnieuw de Egyptenaren en ze terug te dringen tot achter het Suezkanaal. Politiek commentator mr. G.B.J. Hilterman verklaarde die week voor de televisie: “Het is alsof de dagen van Jozua zijn teruggekeerd.” Na enkele weken van grote spanning en een overwinningsroes in de Arabische landen was het tij gekeerd.
Deze dramatische aanval op Israëls grootste feestdag Jom Kippoer in 1973 eindigde in een eclatante overwinning. Maar zonder echte vreugde: bijna drieduizend Israëlische militairen kwamen in deze oorlog om. Israëls premier Menachim Begin en de Egyptische president Anwar Sadat kregen samen de Nobelprijs voor de Vrede, nadat er een vredesakkoord was getekend tussen de beide landen. Sadat moest dit met de dood bekopen, want hij werd door zijn moslimbroeders gezien als verrader.

Bezoek aan de Tempelberg
Ariel Sharon werd uiteindelijk minister van Defensie en leidde de oorlog tegen de Palestijnen door Libanon binnen te trekken. Yassar Arafat had zijn hoofdkwartier in Beiroet. Zijn PLO terroriseerde heel de Libanon en Sharon maakte daar korte metten mee. De PLO moest uitwijken naar Tunis. Sharon vernieuwde de contacten met tal van Afrikaanse landen, die ontwikkelingshulp van Israël ontvingen. Dat leidde uiteindelijk mede tot de uitstroom van Ethiopische Joden – de Falasha’s – naar Israël.
In het jaar 2000 stierf Sharons tweede vrouw aan kanker. Sharon, voorzitter van de Likoedpartij, besloot een bezoek te brengen aan de Tempelberg. Ook dat is Israël, vindt hij. Heel de moslimwereld was woedend. Maar op 6 februari 2001 wordt hij premier van Israël. Vier jaar later komt Sharon met het plan om Gaza te ontruimen teneinde de goede wil van Israël te tonen.

Op 4 januari 2006 werd Sharon getroffen door een ernstige hersenbloeding gevolgd door een diepe coma, wachtend op een natuurlijke dood. Op zaterdag 11 januari is hij overleden.
Ariel Sharon was een echte Sabra, zoals dat in Israël heet, naar een cactus in Israël met scherpe stekels aan de buitenkant, maar zoet en zacht van binnen. In de harde wereld van terreur op Israël en de Joden was Sharon een gevreesde havik.

Feike ter Velde