Appels met een plekje staan symbool voor de mensheid

Henk van Blijderveen • 93 - 2017 • Uitgave: 13
Wekelijks maak ik een fietstochtje langs ’s Heren wegen en weteringen van Apeldoorn naar Twello. Om appels te kopen bij mijn favoriete fruitboer die luistert naar de naam, kan het landelijker, Klomp. Meestal zit ik daar met mijn handen in de moesappelbak. Daarin liggen appels met een plekje, vergroeiing of butsje voor 40 cent de kilo heel smakelijk en aantrekkelijk te wezen.

Ik had mevrouw Klomp al eens ontboezemd, dat ik mij ernstig bezwaard voelde door mijn wekelijkse rooftocht met een fooi af te kopen. Met de eerlijke nuchterheid van een echte Klomp antwoordde ze: “Dat hoeft echt niet hoor. Zo komen we er tenminste nog vanaf.”

Maatschappelijke afwijking
Wereldwijd wordt een derde van alle voedsel weggegooid. Vaak omdat het niet volmaakt is. Zoals een pak melk met een naderende houdbaarheidsdatum, een deukje in een pakje boter, een gebroken koekje in de verpakking of een vlekje op het fruit. De decadentie van de consumptiemaatschappij ten top. Een maatschappelijke afwijking als voedingsbodem voor de voedselbanken.

Appels met een plekje
Gisteren stond ik weer eens in de koopjesbak te graaien. “Ze zijn nog prima voor de moes hè?” zei een vrouw naast mij. “Nou, bij mij thuis eten we ze lekker uit de hand.”
Door deze opmerking dacht ze blijkbaar een financieel raakvlak met me te hebben: “Ja, alles is zo duur tegenwoordig. Een euro lijkt wel steeds minder waard te worden. Van mij mag de gulden weer terugkomen.”
Ik kon nog net voorkomen dat ze haar steun voor Geert Wilders zou uitspreken en een vertrek van Nederland uit de EU zou aankaarten: “Het gaat me niet zozeer om het geld, als wel om de kwaliteit van de appel. Ze smaken prima. Eigenlijk net zo goed als die van 1,25.” Inmiddels had zij haar appelmoes bij elkaar en ik hamsterde nog even door om ook het gezin van mijn zoon te voorzien van crisisappels.
Ja, ik ben dol op die moesappel. En zij op mij. Iedere woensdag kijken ze reikhalzend uit naar de Apeldoornse prins op zijn stalen ros met hulpmotor, zweefzadel en zijspiegeltje. De prins die hen de handappelstatus teruggeeft.

Krenkelaars
Er blijkt zelfs een Oudhollands woord voor appels met een plekje te bestaan: krenkelaars. Een woord dat het werkwoord krenken herbergt. Zo bezien zouden deze appels symbool kunnen staan voor de gekrenkte mens. Sommigen zijn gebutst door het leven, anderen zijn aangepikt door iemand die hen misbruikte. Of hebben weinig kansen gehad in hun jeugd, waardoor ze onvolledig zijn bevrucht en niet zijn wie ze hadden kunnen zijn. Weer anderen zijn aan de kleine kant gehouden of hebben weinig kleur op de wangen. Bij mijn laatste bezoek lagen er een paar appels tussen die als een Siamese tweeling met elkaar waren vergroeid. Net als mensen die niet los kunnen komen van verslavingen, of meer fysiek, van de aanwezigheid van onplezierige personen.
En denk nu niet te snel dat u volmaakt bent wanneer u geen van deze problemen kent. Want niemand kan juichen omdat hij volmaakt is. Iedereen is behept met de zonde en draagt daar vroeg of laat de wrange vruchten van: ziekte, pijn, verdriet en uiteindelijk de dood.

Wat een bak!
En toch is deze wrange vrucht van de zonde voor God geen reden om ons af te wijzen. Nee, vol liefde heeft Hij Zijn Zoon Jezus naar die aardse moesappelbak gestuurd. Omdat Hij als Enige appels met een plekje kan verplaatsen naar de bak met eeuwig puntgave appels. Een bak die toebehoort aan God alleen. God, die de onvolkomenheden van de appels in die bak niet meer ziet, omdat ze volmaakt zijn geworden in de Here Jezus!

Henk van Blijderveen