Angst tegenover geloof en hoop

Jef de Vriese • 89 - 2013 • Uitgave: 23
Geloven is vertrouwen. Angst vertrouwt niets en niemand en is krampachtig op zoek naar veiligheid. Dat zie je bij de discipelen die, tijdens de storm op het meer, Jezus wakker maken en roepen: “Wij vergaan” (Lucas 8:24). De dreiging was echt. Deze geroutineerde vissers beleefden op het meer, op voor hen bekend terrein, iets wat erger was dan een nachtmerrie. De dood stond hen voor ogen. De situatie was echt gevaarlijk. En toch zegt Jezus: “Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof?” (Marcus 4:40).
Geloof ziet de kracht van God. Daarom is geloof niet bang. Het vertrouwt op Hem die de dood heeft overwonnen. Geloof laat zich niet door angst verhinderen.
Gods beloften zijn opgeschreven in Zijn Woord om je te helpen de hoop vast te houden (Romeinen 15:4). Hoop houdt volhardend vast aan wat God heeft beloofd, omdat het zich overgeeft aan de trouw van God (Hebreeën 10:23).
God is trouw en laat niet toe dat je boven vermogen in de problemen komt (1 Korintiërs 10:13). Dat wil niet zeggen dat alle problemen opgelost worden, maar wel dat je er tegen bestand wordt, dat ze niet in de weg staan om Gods plan met je leven te realiseren.
David, die zingt dat de Here zijn Herder is en dat niets hem ontbreekt, is tegelijkertijd vervolgd door Saul, vervolgd door zijn zoon, aangevallen door vele vijanden. De vijanden zijn echt. Maar de maaltijd die God voor hem bereid eveneens (Psalm 23).
Hoop kijkt uit en verwacht.

Jef De Vriese