Angst is een slechte raadgever
Psychiater Ralph Heynen zegt in zijn boek ‘De kunst om als christen te leven’ dat de grondbetekenis van het woord ‘angst’ inhoudt dat we door innerlijke conflicten in stukken worden gescheurd. Conflicten die ons een desoriënterend gevoel geven en dus verwarren. We willen wel leven, maar de vraag is dan: ‘Hoe?’ We verlangen naar zinvolle relaties, maar hoe bouw je die op? Je wilt wel tot meer besluiten komen, maar waarvoor moet je dan precies kiezen? Je wilt je wel ontspannen, maar hoe doe je dat dan?
In de Pastorale Cursus waar ik jarenlang bij betrokken ben geweest, hebben we steeds onze cursisten voorgehouden dat de Bijbel – het Woord van God – op alle terreinen van het leven een betrouwbaar kompas is in het strijdperk van dit leven. Sterker nog: op het terrein van angst en vrees worden we opgeroepen om er op toe te zien, dat we ons niet moeten laten beangstigen. In Lucas 21:9 wijst de Here Jezus ons op het feit dat er een beangstigende tijd over deze aarde gaat komen: ‘Wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u niet beangstigen. Want die dingen moeten eerst geschieden, maar dat is nog niet terstond het einde!’ Met andere woorden, het zal zelfs nog erger worden dan hetgeen we nu al veraf en dichtbij meemaken.
Uitgangspunt in een angstiger wordende wereld
Als we uitgaan van het spreekwoord: ‘Angst is een slechte raadgever’, dan geeft dat al duidelijk aan dat ‘angst’ niet iets is dat een overheersende rol in ons leven mag gaan spelen. Onze angsten zijn namelijk uit een verkeerde bron afkomstig en horen zeker niet thuis bij de nieuwe mens in Christus. Toch merk ik in het pastoraat dat er onder Gods kinderen velen zijn die moeite hebben om de angst(en) in hun leven te overwinnen. Tegen de bij tijd en wijle vreesachtige Timoteüs schrijft Paulus heel liefdevol: ‘Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid!’ (2 Timoteüs 1:7).
Op God vertrouwen
Om dagelijks als gelovige te leven vanuit Gods kracht, liefde en bezonnenheid, doen we er goed aan om bijvoorbeeld de volgende teksten eens biddend te overdenken:
‘Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand!’ (Jesaja 41:10).
Deze woorden zeggen ons overduidelijk, dat Gods kinderen in deze tijd en in deze wereld niet angstig hoeven rond te zien. Ze vertellen ons juist dat wij boven de angst mogen leven door de Heilige Geest! Jesaja geeft ook heel duidelijk aan om welke redenen we niet hoeven te vrezen en waarom God altijd een zon en een schild wil zijn in ons leven. Lees maar:
• Ik ben met u.
• Ik ben uw God.
• Ik sterk u.
• Ik help ik u.
• Ik ondersteun u.
• Met mijn heilrijke rechterhand.
Met andere woorden: als we op die God vertrouwen, dan weten we met zekerheid tot diep in ons hart dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien, omdat God ons kracht geeft voor vandaag en blijde hoop voor de toekomst. Deze prachtige tekst bevat maar liefs zes geweldige beloftes, waar wij God dagelijks voor dienen te danken. Toch is dat bij veel christenen helaas niet het geval. Ze zien vaak te veel op datgene wat voor ogen is. Hierbij is met name vrees voor mensen een grote onruststoker.
‘Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar!’ (Spreuken 29:25).
Als we deze en de vorige tekst met elkaar vergelijken, dan merken we op dat een kind van God niet angstig behoeft rond te zien in deze door en door zondige wereld. Zijn God sterkt, helpt en ondersteunt het namelijk met Zijn heilrijke rechterhand, wanneer het in geloof op Hem ziet. Sterker nog: dan word het onaantastbaar. Vanuit die optiek dienen we te bezien, hoe de angstige mens niet in een strik hoeft te geraken, die vrees voor mensen spant. Ook onder Gods kinderen zijn velen verstrikt geraakt in één of meerdere angsten en voelt men zich verre van onaantastbaar.
Toekomst als bron van angst?
Wanneer we daarbij ook bedenken, dat velen op grond van Lucas 21 geloven dat we in een tijd leven waarin de weeën die onze Here Jezus noemt in de rede over de laatste dingen zich beginnen te openbaren, dan is voor hen de toekomst een voortdurende bron van angst. Angst die hen belemmert in het zien van de verlossing, die genaakt, omdat ze niet meer de kracht hebben om zich op te richten en hun hoofden omhoog te heffen.
Een journalist schreef om die reden eens, dat onze tijdgeest angst heeft en dat terwijl wij nog wel zoveel moeite doen om een sterke toren van zelfbescherming en veiligheid rondom onze levens te bouwen. Billy Graham zegt hierover in zijn zeer praktische handboek voor christenwerkers: ‘De mens heeft zich altijd al zorgen gemaakt en de druk van het moderne leven heeft dit probleem verergerd. Velen onder u zitten vol met duizend angsten en zorgen. Breng ze in geloof bij Jezus Christus. Ik leer van dag tot dag in mijn eigen leven mijn gedachten gericht te houden op Christus. De zorgen en angsten van de wereld gaan voorbij en niets dan volkomen vrede blijft er in het menselijk hart.’
Vrede is ver te zoeken
De vorige eeuw heeft ons leven in menig opzicht beter, draaglijker en veiliger gemaakt dan dat van elke voorgaande generatie. Dat heeft echter ook wel degelijk consequenties. Een greep van angst kan diezelfde mens namelijk overvallen, als hij ziet hoe diep hij kan vallen uit de hoogte van zijn ogenschijnlijk betrekkelijke welgesteldheid en veiligheid. De vrede in het menselijke hart is bij velen daarom ver te zoeken. Daar komt ook nog eens bij dat de moderne mens geestelijk en lichamelijk uitgehold is. Hij kent in deze moderne tijd namelijk:
• geen God en Vader meer, Die Hem lief heeft en Die voor hem zorgt.
• geen Jezus Christus meer, die de zonde heeft overwonnen aan het kruis en Die hem leidt tot overwinning.
• geen Heilige Geest meer, Die hem als Trooster de weg wijst tot de volle waarheid en hem de toekomst openbaren wil.
Nee, de moderne mens zit ondanks alle vooruitgang in zijn dagelijkse leven vol met angsten en onzekerheden. Waar kennen we grotere waarde aan toe? Aan zichtbare omstandigheden in ons leven, of aan de handvol genade die God ons aanreikt in Jesaja 41:10? Geve God dat de artikelen in Het Zoeklicht angstige mensen en gelovigen toeroepen, wat een kinderlied zo treffen verwoordt:
‘Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm te keer,
leg maar gewoon je hand
in die van de Heer!’
Aart Haverkamp
In de Pastorale Cursus waar ik jarenlang bij betrokken ben geweest, hebben we steeds onze cursisten voorgehouden dat de Bijbel – het Woord van God – op alle terreinen van het leven een betrouwbaar kompas is in het strijdperk van dit leven. Sterker nog: op het terrein van angst en vrees worden we opgeroepen om er op toe te zien, dat we ons niet moeten laten beangstigen. In Lucas 21:9 wijst de Here Jezus ons op het feit dat er een beangstigende tijd over deze aarde gaat komen: ‘Wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u niet beangstigen. Want die dingen moeten eerst geschieden, maar dat is nog niet terstond het einde!’ Met andere woorden, het zal zelfs nog erger worden dan hetgeen we nu al veraf en dichtbij meemaken.
Uitgangspunt in een angstiger wordende wereld
Als we uitgaan van het spreekwoord: ‘Angst is een slechte raadgever’, dan geeft dat al duidelijk aan dat ‘angst’ niet iets is dat een overheersende rol in ons leven mag gaan spelen. Onze angsten zijn namelijk uit een verkeerde bron afkomstig en horen zeker niet thuis bij de nieuwe mens in Christus. Toch merk ik in het pastoraat dat er onder Gods kinderen velen zijn die moeite hebben om de angst(en) in hun leven te overwinnen. Tegen de bij tijd en wijle vreesachtige Timoteüs schrijft Paulus heel liefdevol: ‘Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid!’ (2 Timoteüs 1:7).
Op God vertrouwen
Om dagelijks als gelovige te leven vanuit Gods kracht, liefde en bezonnenheid, doen we er goed aan om bijvoorbeeld de volgende teksten eens biddend te overdenken:
‘Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand!’ (Jesaja 41:10).
Deze woorden zeggen ons overduidelijk, dat Gods kinderen in deze tijd en in deze wereld niet angstig hoeven rond te zien. Ze vertellen ons juist dat wij boven de angst mogen leven door de Heilige Geest! Jesaja geeft ook heel duidelijk aan om welke redenen we niet hoeven te vrezen en waarom God altijd een zon en een schild wil zijn in ons leven. Lees maar:
• Ik ben met u.
• Ik ben uw God.
• Ik sterk u.
• Ik help ik u.
• Ik ondersteun u.
• Met mijn heilrijke rechterhand.
Met andere woorden: als we op die God vertrouwen, dan weten we met zekerheid tot diep in ons hart dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien, omdat God ons kracht geeft voor vandaag en blijde hoop voor de toekomst. Deze prachtige tekst bevat maar liefs zes geweldige beloftes, waar wij God dagelijks voor dienen te danken. Toch is dat bij veel christenen helaas niet het geval. Ze zien vaak te veel op datgene wat voor ogen is. Hierbij is met name vrees voor mensen een grote onruststoker.
‘Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar!’ (Spreuken 29:25).
Als we deze en de vorige tekst met elkaar vergelijken, dan merken we op dat een kind van God niet angstig behoeft rond te zien in deze door en door zondige wereld. Zijn God sterkt, helpt en ondersteunt het namelijk met Zijn heilrijke rechterhand, wanneer het in geloof op Hem ziet. Sterker nog: dan word het onaantastbaar. Vanuit die optiek dienen we te bezien, hoe de angstige mens niet in een strik hoeft te geraken, die vrees voor mensen spant. Ook onder Gods kinderen zijn velen verstrikt geraakt in één of meerdere angsten en voelt men zich verre van onaantastbaar.
Toekomst als bron van angst?
Wanneer we daarbij ook bedenken, dat velen op grond van Lucas 21 geloven dat we in een tijd leven waarin de weeën die onze Here Jezus noemt in de rede over de laatste dingen zich beginnen te openbaren, dan is voor hen de toekomst een voortdurende bron van angst. Angst die hen belemmert in het zien van de verlossing, die genaakt, omdat ze niet meer de kracht hebben om zich op te richten en hun hoofden omhoog te heffen.
Een journalist schreef om die reden eens, dat onze tijdgeest angst heeft en dat terwijl wij nog wel zoveel moeite doen om een sterke toren van zelfbescherming en veiligheid rondom onze levens te bouwen. Billy Graham zegt hierover in zijn zeer praktische handboek voor christenwerkers: ‘De mens heeft zich altijd al zorgen gemaakt en de druk van het moderne leven heeft dit probleem verergerd. Velen onder u zitten vol met duizend angsten en zorgen. Breng ze in geloof bij Jezus Christus. Ik leer van dag tot dag in mijn eigen leven mijn gedachten gericht te houden op Christus. De zorgen en angsten van de wereld gaan voorbij en niets dan volkomen vrede blijft er in het menselijk hart.’
Vrede is ver te zoeken
De vorige eeuw heeft ons leven in menig opzicht beter, draaglijker en veiliger gemaakt dan dat van elke voorgaande generatie. Dat heeft echter ook wel degelijk consequenties. Een greep van angst kan diezelfde mens namelijk overvallen, als hij ziet hoe diep hij kan vallen uit de hoogte van zijn ogenschijnlijk betrekkelijke welgesteldheid en veiligheid. De vrede in het menselijke hart is bij velen daarom ver te zoeken. Daar komt ook nog eens bij dat de moderne mens geestelijk en lichamelijk uitgehold is. Hij kent in deze moderne tijd namelijk:
• geen God en Vader meer, Die Hem lief heeft en Die voor hem zorgt.
• geen Jezus Christus meer, die de zonde heeft overwonnen aan het kruis en Die hem leidt tot overwinning.
• geen Heilige Geest meer, Die hem als Trooster de weg wijst tot de volle waarheid en hem de toekomst openbaren wil.
Nee, de moderne mens zit ondanks alle vooruitgang in zijn dagelijkse leven vol met angsten en onzekerheden. Waar kennen we grotere waarde aan toe? Aan zichtbare omstandigheden in ons leven, of aan de handvol genade die God ons aanreikt in Jesaja 41:10? Geve God dat de artikelen in Het Zoeklicht angstige mensen en gelovigen toeroepen, wat een kinderlied zo treffen verwoordt:
‘Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm te keer,
leg maar gewoon je hand
in die van de Heer!’
Aart Haverkamp