Alverzoening (5) - Eeuwige straf

ds. Yme Horjus • 88 - 2012 • Uitgave: 14/15
Eeuwige straf voor een leven dat tijdelijk was: Is dat wel eerlijk?

Moet Het Zoeklicht nou echt vijf artikelen uitbrengen over de hel? Hadden jullie niet beter een thema kunnen behandelen dat meer tot opbouw van het geloof is, in plaats van zulke bangmakerijen? Verschillende lezers zullen zich dit hebben afgevraagd. Toch denken we dat het noodzakelijk was. Onze ideeën over de hemel en de hel zijn bijzonder belangrijk, want ze hebben grote gevolgen voor onze visie op de Bijbel, God, de mensheid, de zonde, Jezus, het kruis, de opstanding en het evangelie zelf.

Veel mensen en ook veel theologen hebben tegenwoordig het idee dat het uiteindelijk met alle mensen wel goed komt. Het wordt als liefdeloos en onbarmhartig beschouwd wanneer aan het korte leven op aarde de consequentie van een onherroepelijke eeuwige straf verbonden zou zijn. Ook binnen de evangelische beweging horen we dit geluid steeds vaker. Echter, zoals we in de eerdere artikelen zagen, is dit een gevaarlijke ontwikkeling. Wanneer we afwijken van de traditionele Bijbelse leer op dit punt, krijgen we automatisch te maken met een heel andere versie van het christelijke geloof. Een versie die op cruciale punten afwijkt van de gezonde Bijbelse waarheid. De leer van de hel is verder ook belangrijk, omdat het een toetssteen is van gehoorzaamheid aan het Woord van God.
Daarbij is het goed meteen een opmerking te maken van pastorale aard. Wanneer afwijkende visies ten aanzien van de hel opduiken in de gemeente, moeten we niet vergeten dat er een oprechte zoektocht naar Jezus en Zijn hemelse Koninkrijk achter schuilgaat. Het is erg belangrijk om te allen tijde liefdevol en respectvol te blijven, zelfs wanneer we het hartgrondig met elkaar oneens zijn. Meningsverschillen mogen niet overgaan in verdachtmakerijen of aanvallen op de persoon. Meningsverschillen kunnen juist kansen zijn om ons geloof te verhelderen en om uiteen te zetten wat de Bijbel werkelijk zegt. Dit was ook de achterliggende reden voor deze serie artikelen.
In dit slotartikel willen we stil staan bij het belangrijkste bezwaar dat tegen de Bijbelse leer van de hel wordt ingebracht, namelijk dat de straf disproportioneel is. Zo zegt Rob Bell aan het begin van zijn boek: ‘Worden mensen duizenden jaren lang door God gestraft, eindeloos, eeuwigdurend gepijnigd, omdat ze in hun beperkte, eindige levensjaren verkeerde dingen hebben gedaan?’ 1 Hij vindt dit zo belangrijk, dat hij dit in het midden van het boek nog eens herhaalt: ‘Zijn miljarden mensen alleen geschapen om voor eeuwig bij hun volle bewustzijn gestraft en gepijnigd te worden? Om eindeloos te lijden voor een paar zonden die ze in hun korte tijd op aarde bedreven hebben?’2 En ook aan het eind komt hij erop terug: ‘Want als er iets mis is met jouw God (…) als jouw God mensen straft in alle eeuwigheden voor zonden die in een paar korte jaren zijn begaan, dan zal zelfs de slimste marketing (…) niet kunnen verhullen hoe reëel, dreigend, onhoudbaar, onacceptabel en afzichtelijk die realiteit is.’3

Vijanden van God
Dit lijkt een sterk argument en kan veel oprechte gelovigen uit hun evenwicht brengen. Toch moeten we niet vergeten dat de straf op de zonde niet proportioneel kan zijn, omdat de verhouding tussen ons en God ook niet gelijkwaardig is. Ik wil dat proberen te verduidelijken met een vergelijking, die verloopt van klein naar groot. Niemand zal er bijvoorbeeld moeilijk over doen wanneer je onopzettelijk iets kleins vertrapt onder het wandelen, zoals een mier of een rups. Maar als iemand ‘voor de kick’ besluit om de poten uit een egel of een kikker te trekken, dan geeft dat wel te denken. Gaat het nog verder en worden oren van honden en katten afgeknipt of op andere wijze toegetakeld, dan groeit onze verontwaardiging. We bellen “144, red een dier” en doen melding van dierenmishandeling. Er kunnen geldboetes van duizenden euro’s volgen. Als dit soort misstanden overgaan in mishandeling van mensen, met dodelijke afloop, dan wacht er na veroordeling uiteraard een flinke gevangenisstraf. Wanneer we deze lijn doortrekken en ons proberen voor te stellen welke straf er wel niet nodig is wanneer wij de God van hemel en aarde wat aandoen, wordt het misschien duidelijk dat er vanuit Gods perspectief een eeuwige straf moest komen. De verwerping van het offer van Jezus Christus in dit tijdelijke leven, kan daarom eeuwigdurende gevolgen hebben. Gevolgen die voor ons beperkte verstand misschien disproportioneel lijken, maar dat beslist niet zijn. Maar wilden we God dan echt wat aandoen? Zijn we dan vijanden van God? Ten diepste moet die vraag bevestigend worden beantwoord. In ons zondige hart wilden we God immers het liefst van de troon stoten en Zijn plaats innemen. Als we eerlijk zijn, horen we onszelf als het ware meeschreeuwen met de samengeschoolde menigte op Goede Vrijdag: “Kruisig hem, kruisig hem!”
Kan het misschien zo zijn, indien we God ervan beschuldigen onevenredig zwaar aan de zonde te tillen, dat er iets anders aan de hand is? Wanneer we een eeuwige straf voor een tijdelijk leven wreed en onbarmhartig vinden, komt dat dan wellicht doordat we ons ontzag voor de majesteit en heiligheid van God zijn kwijtgeraakt? Waarom maken sommigen zich geweldig druk over het bestaan van de hel en dat die onrechtvaardig zou zijn, maar maken dezelfde mensen zich veel minder druk over wat er aan het kruis is gebeurd? Zou het onvoorstelbare lijden van het onschuldige Lam van God ons niet veel meer moeten kwellen en verdriet moeten doen?
Laten we niet vergeten wat het de Here God heeft gekost om ons te redden. Hij deelde geen foldertje uit, om ons te informeren over iets dat we niet wisten. Hij heeft geen informatieavond gepland om het draagvlak te peilen, of omdat onze koppigheid het probleem was en we nog moesten worden omgepraat. Nee, niets van dat alles. Hij vond de situatie zo verschrikkelijk, dat Hij genoodzaakt was ons te redden door Zijn eigen Zoon te laten sterven aan het kruis. Dit kan alleen betekenen dat het probleem dat wij hadden veroorzaakt zo afschuwelijk voor Hem was, dat Hij geen andere keus meer had. Uit Zijn grote liefde voor ons, heeft Hij Zijn Zoon een vreselijke dood laten sterven.
Het christelijke geloof verkondigt dan ook geen wrede God, maar een God die verzoening en barmhartigheid aanbiedt. Wie daar echter niets van wil weten en nog niet eens bereid is om ‘het geschenk uit te pakken’ dat voor hem bestemd is, maakt zich schuldig aan een onverschillige minachting. Dat kan niet goed gaan…

Conclusie
Zoals de Bijbel ons duidelijk leert, worden we niet gered door het universele vaderschap van God, of door een kosmische Christus die in de natuur algemene levensprincipes heeft neergelegd. Nee, we worden gered door Jezus Christus, die op het hoogtepunt van de menselijke geschiedenis de machten van de hel heeft verslagen toen Hij stierf voor onze zonden en opstond uit de dood. Door deze Jezus worden wij gered, door Hem alleen.
Omdat wij weten dat Jezus God is en dat God ook liefde is, kunnen we met Rob Bell zeggen dat de liefde overwint. De liefde behaalde de overwinning aan het kruis en in het lege graf en zij zal de definitieve zege behalen wanneer onze Koning terugkomt in heerlijkheid. Jezus’ komst zal het einde betekenen van de geschiedenis en Hij zal eeuwig met ons leven in de geweldige vreugde van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Degenen die zich daarop niet hebben voorbereid, zullen voor altijd verloren gaan. Dit is de reden dat de blijde verkondiging van het evangelie ook altijd een waarschuwing moet bevatten. Waarom zou een mens de liefde van Jezus blijvend willen weerstaan? Waarom zou iemand het risico willen lopen om eeuwig te lijden in de hel, die kille plek van liefdeloosheid en duisternis, die zo ver van God verwijderd is? De liefde van God heeft de overwinning behaald en dat kan ook voor jou een persoonlijke waarheid worden. Keer je daarom om van je verkeerde wegen en ga geloven… in Jezus Christus alleen.

Ds. Yme Horjus

1 Rob Bell, En de meeste van deze is… liefde (Kok Kampen), p.12.
2 Idem, p.112
3 Idem, p.181