Als Paulus en Timotheüs in Zuid-Limburg

Joël Oosterhagen • 95 - 2019 • Uitgave: 3
Voor veel Nederlanders is Limburg een mooi vakantiegebied. Het glooiende landschap en de bourgondische levensstijl geeft al snel een ‘buitenlands’ gevoel wanneer je je hier bevindt. Toch is het een provincie waar het geloof steeds minder belangrijk is geworden. Staan de Limburgers nog wel open voor het Evangelie?

Het is de zomer van 2018 wanneer God duidelijk maakt dat Limburg de plek is waar hij naartoe moet. Dat hij dezelfde achternaam heeft, is een leuke bijkomstigheid maar niet de aanleiding van deze beslissing. Het was de Heer Die tot hem sprak. De Urker Gerco Limburg (23) loopt op dit moment stage bij een gemeente in Brunssum. Na een jaar Bijbelschool mag hij het geleerde in praktijk brengen onder toezicht van zijn begeleider Gerard Hoddenbagh (69). Ze zien het als een Bijbelse manier om jong en oud samen te brengen. Zo kan een jongere generatie leren hoe een christelijke gemeente functioneert én hoe mensen met het Evangelie bereikt mogen worden. Als een soort Paulus en Timotheüs mogen ze in het zuiden dienstbaar zijn voor God. Beiden hebben een passie voor de Heer en vertellen dat aan iedereen die ze ontmoeten.

Als sektarisch gezien
Gerco: “Het was goed dat ik van mijn vertrouwde omgeving wegging. Nu kan ik met een frisse blik naar mijn thuissituatie op Urk kijken.” Het bekende christelijke wereldje van Gerco was een contrast met wat hij in Limburg aantrof waar weinig christenen zijn. Het complexe aan dit gebied is de geografische ligging, de toch wel andere mentaliteit en ook de cultuur.
“Wat betreft interesse verschilt Limburg niet veel van bijvoorbeeld de Randstad”, laat Gerard weten. “Maar wel speelt nog de overwegend katholieke achtergrond een rol in het zuiden. Er is, met name in de dorpen, een hecht sociaal leven dat van oudsher verbonden is met de kerk. Communiefeesten, kermis, carnaval, huwelijken en begrafenissen zijn ontmoetingsplekken. Men staat met elkaar op één lijn. ”Wanneer iemand interesse krijgt in het Evangelie, komt diegene op een andere lijn terecht die door de omgeving niet altijd begrepen wordt. “Alles wat van buiten de kerk komt, wordt als sekte gezien. Wie over de Bijbel begint, wordt gezien als een Jehova’s getuige”, aldus Gerard.

Bescheiden opstellen
Ook Gerco heeft tijdens zijn stage ondervonden dat het protestantisme niet echt bekend is. Hij vult aan: “Limburgers linken het soms nog aan de Evangelische Omroep of iets dat voor Hollanders is.”
Vooral dat laatste is kenmerkend voor de provincie. Geografisch vormt Zuid-Limburg het ‘aanhangsel’ van Nederland. Het is ver weg van de hoofdstad en van de regering. Gerard: “Men voelt zich door de politiek niet gehoord of gezien. Daarbij komt dat onze omgeving de voormalige mijnstreek is. In de tijd van de mijnen kregen de vaak hoger opgeleide noorderlingen de beter betaalde banen, waardoor ze in grotere huizen woonden. Nog steeds worden mensen van ‘boven in Holland’ getypeerd als ‘frèche’ oftewel ‘brutale dikkoppen’. Wie in deze streek het Evangelie brengt, moet daarmee rekening houden door zich bescheiden op te stellen.”

Sneeuwbaleffect
Ook Gerard is geen geboren Limburger. Samen met zijn vrouw Gerda en de kinderen verhuisden zij bijna veertig jaar geleden vanuit Den Haag naar Brunssum, nadat er een opwekking in een Limburgse familie plaatsvond. “Een Limburgs gezin was naar Amsterdam verhuisd en daar tot bekering gekomen. Door hun getuigenis naar familie toe in Limburg ontstond er een sneeuwbaleffect. De één na de andere rasechte Limburger, en dus rooms katholiek, kwam tot bekering. Deze jonge gelovigen hadden begeleiding nodig en ik kwam met hen in contact. Nadat ik tien maanden soms wekelijks vanuit Den Haag naar het zuiden heb gereisd, werd van beide kanten duidelijk dat het goed was om daarheen te verhuizen.”

Door de jaren heen is het werk van Gerard veranderd. “Als gemeente begeleidden we jonggelovigen en hebben we jarenlang inloopavonden gehad waar ook katholieken kwamen. Onze focus lag en ligt op het bereiken van de autochtone katholieke Limburger”, aldus Gerard. Aanvankelijk lag de nadruk op onderwijs, kinder- en jeugdwerk en op evangelisatie op onder andere beurzen in de buurt. Maar nu richt hij zich voornamelijk op onderwijs en evangelisatie op weekmarkten in de omgeving. “Dat is heel leerzaam. Een gedeelte uit Markus 6:56 heeft me daartoe aangezet: ‘En waar Jezus ook kwam, in dorpen of in steden of op de velden, daar legden zij de zieken op de markten’.”

Waardevolle mensen
Gerard en Gerco zijn zich bewust dat zij altijd gezien worden als (protestantse) Hollanders tegenover (katholieke) Limburgers. Gerard: “Via hun belevingswereld proberen we ingang te vinden, bijvoorbeeld door te vragen ‘Wat betekent de kerk voor jou?’, of ‘Waarom vier je kerst, carnaval, Pasen of Pinksteren?’. Mensen moeten merken dat ze met respect worden benaderd, niet als evangelisatieproject, maar als waardevolle mensen. Je moet van de Limburgers gaan houden en niet boven hen willen staan. Waren het niet de farizeeën die zeiden ‘het volk dat de wet niet kent…?’ en daarmee zichzelf veroordeelden?”

Toen Gerco naar Limburg kwam, verbaasde hij zich het meest over de desinteresse in de Bijbel en het postmoderne denken van veel katholieken. “Velen denken niet na over de eeuwigheid, of waar ze vandaan komen of over de zingeving van het leven. Ze hebben een vaag Godsbesef”, vindt Gerco. Anders dan hij gewend is vanuit zijn vertrouwde woonplaats. Gerco: “Misschien is het wel het bourgondische: ‘geniet van het leven en denk niet na over die moeilijke zaken’. Ze denken vaak niet zelf na over hun geloof maar gaan uit van wat de pastoor zegt. Alleen gaan de meesten niet meer naar de kerk en weten dus ook niet wat hij zegt. Het interesseert mensen niet meer en meestal wordt de pastoor ook al niet meer geloofd.” Gerard vult aan: “De meesten hebben een minder streng godsbeeld. Kleine zonden ziet God wel door de vingers.”

Protestants denken
Wat houdt het geloof van een katholiek precies in? Gerard: “Ze krijgen de sacramenten toegediend zoals het doopsel, de communie, het vormsel en het heilig oliesel. Het is het zogenaamde ‘genadekanaal’, de kerk lijkt het wel bij God in orde te maken.” Gerco: “Ook moet je een goed mens zijn en goed leven. Of er een God bestaat geloven velen niet meer. Net zoals het geloof in de opstanding en de schepping.”
Toch willen beiden niet alle katholieken over één kam scheren en zien ze dat er daadwerkelijk gelovigen zijn. “Vanuit ons protestants denken snappen wij niet alles van hen, maar wanneer wij dit aan de kant zetten, dan blijft er soms een fundament over waarin ze de Heer Jezus echt als hun Redder belijden”, heeft Gerco ondervonden.
De contacten die inmiddels zijn ontstaan, zijn naast evangelisatie, grotendeels voortgekomen via bekeerde Limburgers. Gerard: “Als er dan eenmaal contact is, vinden we elkaar in het geloof in onze Heer. Maar ook in het onderhouden van contacten moeten wij Hollanders ons altijd bescheiden blijven opstellen.”

Paardenbloem
Ondanks dat de omgeving een ‘harde grond’ is en er weinig mensen openstaan voor de blijde boodschap, ontmoedigt het Gerard niet. “Het zal in de hemel duidelijk worden wat wij hebben mogen betekenen. Ik vergelijk ons werk met een paardenbloem. Als deze is uitgebloeid, blijft er een vruchtpluisbol over; het lijkt of het leven eruit verdwenen is, maar niets is minder waar want hoewel niet meer zichtbaar, is er nog volop leven dat steeds weer tot bloei komt. Op de plek zelf is wellicht niet veel te zien van al het werk, maar degenen die zijn uitgevlogen, zoals mensen die wij mochten begeleiden maar ook onze kinderen, zijn tot zegen overal in het land en zelfs daarbuiten.”

Gerco waardeert de vastberadenheid van Gerard. “Dat hij zo lang onder katholieken werkt en dat er in verhouding zo weinig interesse is, vind ik moedig. Dat kan alleen door Gods kracht. Ik leer daarom ook dat ik God mag vertrouwen en dat ik mag vasthouden aan de roeping. Mij wordt gevraagd om het Evangelie helder te brengen en het overtuigende werk aan de Heilige Geest over te laten. Het duurt meestal meerdere jaren voordat iemand pas tot geloof komt, maar ik mag wel een schakel in de ketting zijn.”

Helder licht
Wat Gerco na dit jaar gaat doen, weet hij nog niet precies. “Waarschijnlijk ga ik terug naar Urk, om te zien wat ik daar kan betekenen. Ik heb in ieder geval een duidelijke visie om Gods Woord en Jezus bekend te maken. Daarnaast hoop ik andere mensen ook aan te mogen sporen om het Evangelie verder te verspreiden.” Dat er in Limburg maar ook in heel Nederland veel nood is, dat heeft Gerco inmiddels tijdens zijn stage ontdekt.
Gerco: “Mensen moeten uitgaan en het Evangelie brengen in het eigen land. We spreken dezelfde taal, hebben bijna overal dezelfde cultuur. Het mooiste voor deze omgeving zou zijn als er mensen uit Limburg opstaan. Als Limburgers zelf evangeliseren, dan willen andere Limburgers het sneller aannemen.”

Zowel Gerco als Gerard hopen dat mensen oog krijgen voor hun omgeving die Christus nog niet kennen. Dat hoeft niet per se in Limburg, maar op alle plekken in het land. Gerard: “Mijn hoop is dat we als christenen, ieder op de eigen plek, een helderder licht laten schijnen, waardoor duidelijk wordt dat de Boodschap van het Evangelie relevant is voor geest, ziel en lichaam en de enige redding. Bid dat de Heer arbeiders uitstuurt, want de velden zijn wit om te oogsten.”

Joël Oosterhagen


Gerco Limburg (23) komt van Urk, heeft de Bijbelschool Gospel for Europe gevolgd en loopt nu stage bij een gemeente in Brunssum (Limburg).


Gerard Hoddenbagh (69) is evangelist en Bijbelleraar. In 1975 ontving hij een duidelijke roeping om fulltime in Gods wijngaard te werken. Samen met zijn vrouw Gerda en hun gezin verhuisden ze van Den Haag naar Brunssum. Het echtpaar woont hier bijna veertig jaar.