Als de opwekking komt…

Dirk van Genderen • 93 - 2017 • Uitgave: 21
Vijfhonderd jaar Reformatie: Volop reden om Gods grote daden in het verleden te herdenken, maar tegelijk: een verlangend uitzien naar een nieuwe herleving.

Omdat mijn ‘roots’ in de Alblasserwaard liggen, geef ik u ook enige informatie over een opwekking in de Alblasserwaard, ruim 250 jaar geleden. Ter bemoediging.

Gods werk
Ik verlang zeer naar een geestelijke herleving, maar een opwekking komt niet tot stand door onze geweldige (gebeds)acties. Het is honderd procent Gods werk, hoewel de Heere een opwekking wel wil schenken in de weg van het gebed. Het is een machtig werk van Hem, waarbij mensen zo krachtig worden aangeraakt, dat ze diep beseffen zondaars te zijn en Gods vergeving nodig hebben om gered te kunnen worden. Zo’n opwekking leidt tot bekering en heiliging van velen.
Een opwekking begint vaak in de gemeente, de kerk. We zullen bereid moeten zijn ons voor de Heere te verootmoedigen, Zijn aangezicht te zoeken en te breken met onze zonden (2 Kronieken 7:14).

Bidden om bekering
De informatie over de Alblasserwaard komt uit het boekje Kort verhael van eenige ongewoone gemoedsbewegingen onder de inwoners van verscheiden dorpen in de Alblasserwaard, uitgegeven door D. Balk te Workum.
‘In januari 1752 worden Hardinxveld en Giessendam door God bezocht. De opwekking begint niet in de kerk, maar op de scholen onder kinderen van 5 en 6 jaar. Zonder dat er enige aanleiding voor is, beginnen de kinderen luidkeels te roepen en te huilen. Hun lichamen beginnen te schokken en ze worden zo overmand door zondebesef, dat ze uitroepen: “Weg duivel, weg, weg; ik heb u lang genoeg gediend. Ik moet de Heere Jezus hebben.” Sommige kinderen vallen plotseling op de grond en worden zo hard door elkaar geschud dat er soms vijf of zes volwassen mannen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de kinderen zich niet bezeren. Als het kind rustig wordt, valt het op de knieën en begint onder tranen te bidden om bekering en genade. In plaats van te spelen, beginnen deze kinderen voor elkaars bekering te bidden.
Al snel worden de omliggende dorpen ook bezocht door deze bijzondere werking van Gods Geest. In Schoonhoven en Nieuwpoort worden soms meer dan 100 kinderen aangeraakt door God. De opwekking begint zich nu ook te verspreiden in de kerken. Het duurt niet lang of de kerken zitten overvol en de kroegen staan leeg. Als de kerkdiensten voorbij zijn, liggen de straten nog urenlang vol met mensen die bidden om hun bekering.
Natuurlijk zijn er ook mensen die de opwekking zien als het werk van satan. Maar als duidelijk wordt dat overal waar mensen door elkaar worden geschud, bekering plaatsvindt, moet toch gezegd worden dat de duivel mensen niet tot bekering kan laten komen. Toen er op een dag een tweetal spotters naar de kerkdienst kwam om de boel belachelijk te maken, werden ze dusdanig door God aangeraakt, dat ze onder groot zondebesef kwamen en vier dagen en vier nachten, zonder eten of drinken, op de grond lagen te roepen om genade.’

Nijkerkse beroerselen
Iets dergelijks vond in diezelfde tijd plaats in Nijkerk, wat ook wel bekend staat als de ‘Nijkerkse beroerselen’. Het was de tijd van de grote opwekkingen in Amerika, Schotland en Engeland.
‘Op zondag 17 november 1749 preekt ds. Kuijpers over Psalm 72. Terwijl hij Gods Woord brengt, beginnen overal in de overvolle kerk mensen te beven en te huilen. Zo groot is de verslagenheid over hun besef van zonde. Mensen beginnen te roepen om Gods genade. Er woedt een geestelijke strijd om mensenzielen.
Nijkerk verandert. In plaats van getier en gevloek komen uit alle huizen geluiden van psalmgezang en gebed. Zelfs in de kroegen komen de mensen samen om God te zoeken. De kerken zitten overvol en het opwekkingsvuur breidt zich uit.’

Diep besef van zonde
Bij een opwekking denken velen aan ‘Glorie, Halleluja, Prijs de Heer’, maar opwekking is veel meer een diep besef van zonde en schuld. Zo werkte God ook tijdens de opwekkingen in Korea en Wales aan het begin van de vorige eeuw.
“Heere, stort Uw Geest over ons uit en schenk opnieuw een herleving, in de Alblasserwaard, in Nijkerk, in heel ons land en ook elders, opdat nog velen gered zullen worden voordat U komt.”

Dirk van Genderen